Grauwe klauwier kiest Losser als woonplaats
De grauwe klauwier kwam enkele decennia geleden nog redelijk veel voor in Twente. De aantallen liepen echter drastisch terug. Dit jaar ontdekte de vogelwerkgroep toch weer een aantal broedgevallen. Verrassend.
Verrassend
We zijn met name verrast door de aantallen die we aantroffen omdat een grauwe klauwier grote insecten eet. De aanwezigheid van flink wat grote insecten als kevers, bijen en hommels is erg belangrijk, zij vormen de hoofdmoot van het menu. We waren bang dat deze insecten door de droogte van afgelopen periode er niet zouden zijn.
Veertien territoria
Wonderlijk genoeg ontdekte de vogelwerkgroep veertien territoria. Een territorium is een paartje oudervogels met jongen. Zeven van deze families zochten gebieden van Natuurmonumenten uit als woonplaats. Een afwisselend kleinschalig akker- en weidelandschap biedt de perfecte leefomgeving voor deze vogels. Dit biedt ook een afwisselend menu en dat hebben ze nodig. Dat ze zoveel bij ons te zien zijn, stemt ons blij. Een kroon op ons werk.
Voedselvoorraad aan prikkeldraad of doorn
Hoewel de klauwieren zangvogels zijn, jagen ze net als roofvogels op kleine dieren. Prooien zijn met name grote insecten maar ook hagedissen, muizen en kleine vogels eten ze graag. Gewoonlijk zitten klauwieren op een duidelijk zichtbare plaats rond te kijken en zodra ze een prooi zien, gaan ze erachteraan.
De naam klauwier komt van het woord ‘klauw’, de kromme nagel die je bij roofdieren aantreft. Klauwieren spietsen hun prooien vaak levend en wel vast aan prikkeldraad, aan doornen van bramenstruiken of andere stekels. Zo leggen ze een voedselvoorraad aan.
