Nieuwe klimaatroute in het Geuldal
De watersnoodramp in het Geuldal vorig jaar raakte Limburg in het hart. Nieuwe ingrepen met de natuur als bondgenoot, moet herhaling voorkomen. Boswachter Paul Wijenberg legt het uit op de kersverse Klimaatroute de Geul.
Een klimaatroute in Zuid-Limburg, het klinkt een beetje gek in dit prachtige heuvelland dat zich van oudsher als toeristische trekpleister manifesteert. Hier kom je om te genieten, te wandelen, te kijken, te eten en te drinken. Maar naast wandelgebied functioneert het Geuldal ook als klimaatbuffer, vertelt Paul aan het begin van de nieuwe klimaatroute die hij heeft uitgestippeld.
De noodzaak daarvan bleek wel in juli 2021. Na drie droge zomers was daar plotsklaps hevige regenval die uitmondde in zware overstromingen. De beek kon de razendsnelle toestroom van het regenwater niet bolwerken.
Toch had het nog erger gekund, beseft Paul. “Ruim tachtig procent van de neerslag werd opgevangen door bodems van bossen, ruige graslanden, heggen, houtwallen, graften (begroeide terrasjes op een helling) en weilanden en akkers in het dal. Daar werd de extreme regenval nog enigszins vastgehouden. Maar op verhard oppervlak en op maisakkers verliep de afstroom razendsnel. Het helpt dus om regendruppels langer vast te houden op de plek waar ze vallen, dieper de bodem in te laten trekken en zo het water te vertragen.”
Icoonsoorten
We volgen het spoor van de druppels in omgekeerde richting. Eerst kijken we in de Geul, ook bekend als de enige bergbeek van Nederland. Hier komen alle regendruppels uit het beekdal samen, om via de Maas uiteindelijk in zee te belanden. Op een bruggetje zien we vissen tegen de stroom in bewegen. En Paul tuurt de kanten af, op zoek naar een ijsvogels of de zeldzame waterspreeuw. “Weer niet”, verzucht hij, “maar ze zitten hier wel hè. Het zijn net als de rode wouw echte icoonsoorten van het Geuldal.”
De eerste twee hebben baat bij het beleid om de beek meer ruimte te geven, met meer meanders, plaatselijk steile oeverwanden en stammen die de waterstroom afremmen. Ook dat hoort bij de Geul als klimaatbuffer.
Pratsj
Daarna gaan we steil omhoog, even ‘pratsjwanjele’ zoals Paul dat noemt. Beetje glibberen door de modder op het pad met pratsj (Limburgs voor modder). Het illustreert dat als het water de kans krijgt, het heel snel zijn weg naar beneden vindt.
“In droge tijden verandert de bovenste laag van zand en klei snel in een harde koeklaag dat de afstroom bevordert. Ook bodems van löss die zijn uitgedroogd laten nauwelijks water toe. Daarnaast belemmeren lemige onderlagen het regenwater om weg te zakken naar het grondwater. Daarom is natuurlijke begroeiing in dit beekdal zo belangrijk. Dat houdt neerslag veel langer vast en geeft druppels de kans om tot diep in de bodem door te dringen. Met de natuur als bondgenoot herscheppen we daarom het landschap. Samen met andere partijen zetten we akkers om in kruidige graslanden, herstellen we graften, houtwallen en heggen en leiden we afstromend water weer terug naar bermen om afremming te bevorderen."
Op diverse plekken zijn ook drainagebuizen verwijderd. Onder de grond ligt een heel stelsel van drainagebuizen dat ooit voor afwatering ten behoeve van de landbouw is aangelegd. Toch zien we onderweg nog genoeg verbeterpunten. Het verschil tussen een maisakker links en een kruidenrijke helling met bosjes en houtwallen is groot. En onderweg passeren we ook een verharde geul op boerenland om het water zo snel mogelijk richting de Geul te sturen.
Vergezichten
Op de hoogtelijn tussen bos en veld moppert Paul ook nog even over een trits nieuwe chalets op een camping die voor verrommeling van het landschap zorgt. Maar lang duurt dat niet. Daarvoor is dit beekdal gewoon te mooi. We genieten van vergezichten, zien krabsporen van dassen en maken praatjes.
Paul spreekt voortdurend wandelaars aan en vertelt met Limburgse charme over de rol van het Geuldal als klimaatbuffer. Dat is nog best lastig in een landschap dat tintelt van de schoonheid en waar het gevaar van het water zich vaak aan het zicht onttrekt.
Eenmaal terug bij de Geul, honderd meter lager, ziet Paul toch nog een zichtbare aanwijzing van het natuurgeweld een dik jaar geleden. In een wilg bungelen op anderhalve meter hoogte plukken gras die vorig jaar door de stroming zijn meegevoerd. Zo hoog stond het water dus. “De trechter die de Geul vormde was snel gevuld”, herinnert Paul zich. “Maar nu vormen we het landschap geleidelijk om zodat het zijn sponswerking kan vervullen. Goed voor onze veiligheid en goed voor de natuur.”
Route zelf wandelen
Klimaatroute de Geul (4,2 km) leidt je door de afwisselende omgeving van de Volmolen bij Epen en Brommelen. In natte tijden (winter, voorjaar) zijn enkele delen lastiger begaanbaar door de kleiige modder ('pratsj'). Alvast veel wandelplezier!
Bekijk hier de Klimaatroute de Geul
Meedenken over waterveiligheid
Om de waterveiligheid in Zuid-Limburg met natuurlijke oplossingen verder te vergroten, hebben natuurorganisaties met steun van de Nationale Postcode Loterij een fonds opgericht onder de naam Natuurkracht. Alle Limburgers in het Geul- en Gulpdal kunnen hiervoor initiatieven aandragen.