Zo help je vogels de winter door
In de winter is er voor vogels heel wat minder voedsel te vinden in je tuin. Tijd om de vogels in je tuin een handje te helpen. Boswachter Mathiska Lont legt uit hoe je in 5 stappen van je tuin een vogelparadijs maakt.
Lees hier de tips van Mathiska, boswachter in De Wieden. Zo help je de vogels in je tuin:
Stap 1: Kijk welke vogels in jouw tuin zitten
Kijk eerst eens welke vogels je allemaal in en rond je tuin ziet. Ga lekker achter het raam zitten met een vogelboek en een verrekijker. Of kijk hier hoe je 10 algemene tuinvogels herkent. Schrijf op wat je allemaal ziet. Kijk ook goed op de grond en tussen de struiken. Als je weet welke soorten in jouw tuin leven, weet je ook welk voer je ze moet geven. En hoe, want elk vogeltje eet zoals het gebekt is.
Stap 2: Bijvoeren, dit geef je ze in de winter
Richt je voederplek in voor de vogels, die in de winter in en rondom je tuin voorkomen. Wil je een specifieke vogelsoort je tuin in lokken, maak dan gebruik van het juiste voer. Elke soort heeft zijn eigen eetgewoonten.
Mezen
Er zijn verschillende soorten mezen. In een tuin zie je vaak koolmezen en pimpelmezen en soms ook staartmezen. De hele mezenfamilie houdt van vetbollen, slingers van ongebrande en ongezoute pinda's, halve kokosnoten, zonnebloempitten en gewoon vogelstrooivoer. Mezen komen af op een voedertafel, een voederhuisje of een voederbuis die in een boom of struik hangt. Naast mezen kun je hier ook halsbandparkieten mee aantrekken en soms ook de groene specht.
Mussen en vinken
Mussen zoals huismus en ringmus zoeken hun voedsel vooral op de grond. Ze pikken de restjes op onder voedertafel of scharrelen rond onder de struiken. Ook de vinken zal je daar aantreffen: gewone vink, putter, groenling en soms vliegen er ook sijsjes of kepen mee. Als je geluk hebt, zie je de prachtige goudvink of de forse appelvink. Ze houden het meeste van onkruidzaden, gemengd strooizaad en zonnebloempitten. De houtduif en Turkse tortels pikken graag een zaadje mee.
Winterkoning, roodborst en heggenmus
De drie kleinste tuinvogels zijn het winterkoninkje, de roodborst en de schuwe heggenmus. Ze zoeken op de grond en tussen de planten naar voedsel. Als je op je voedertafel universeel vogelvoer gebruikt, zullen zij opeten wat de andere vogels eraf hebben laten vallen. Verder maak je hen vooral blij met ongekookte havermout, bessen, meelwormen, maden en larven. De laatste drie zijn gewoon te koop. Strooi iedere dag een beetje onder een heg of in een beschutte border. Geef ze voldoende dekking, daar houden ze van.
Spreeuwen en merels
Deze vogels maak je blij met gewelde rozijnen, klokhuis, verrot fruit en allerlei soorten bessen. Ze wagen zich niet snel op de voedertafel. Strooi dus wat op de grond en zorg ervoor dat er altijd dekking in de buurt is van een struik, heg of boom. Heb je fruitbomen of druiven in je tuin, laat dan wat fruit hangen of op de grond liggen voor de vogels.
Spechten
De laatste groep vogels die je in je tuin kunt zien zijn de spechten, boomklever en boomkruiper en gaai. Zij houden van zelfgemaakte vetbollen of potten vol met zonnebloempitten en ongezouten pinda’s en noten. Hang deze potten op in een boom.
Stap 3: Vogelvoer maken
Je weet nu welke vogels je kan verwachten, wat ze lekker vinden en waar ze zoeken. Tijd om je eigen, voedzame vogelvoer te maken! De goedkopere zakken in de supermarkt zitten vol met graszaad en daar maak je alleen wat vinken blij mee. Als je plek genoeg hebt maak dan meerdere voederplekken in je tuin. Zo komen alle vogels aan hun trekken.
Maak je eigen vetbol
Overal kun je vetbollen kopen, maar vooral in de goedkope zit weinig nuttigs. In de netjes kunnen ze met hun pootjes verstrikt raken. Zelf maken is niet moeilijk en je weet dan precies wat je de vogels geeft. Zo doe je dat:
- Smelt hard vet in een pannetje, gebruik bijvoorbeeld blokken frituurvet.
- Strooi het zaad bij het gesmolten vet.
- Knoop aan een stuk touw een lucifer of paperclip en leg dit onderin een vorm, bijvoorbeeld een cupcakevormpje.
- Giet het mengsel in je vorm en laat het afkoelen.
- Maak de vorm los, soms even over de warme kraan houden.
- Hang ze op.
Vetpot
- Smelt het vet.
- Maak een glazen pot goed schoon en vul hem met de gewenste noten en zaden.
- Giet het vet erbij.
- Even goed roeren en laten afkoelen.
- Hang ze nu in je tuin op, gebruik hiervoor de pindakaaspottenhouders.
Je kunt ook halve kokosnoten of oude theekopjes vullen en in zijn geheel ophangen. Voor spechten en boomklevers en kruipers boor je in stukken hout dikke gaten, waar je het warme zaad/vet mengsel ingiet.
Pindaslinger
Gebruik altijd ongebrande, ongezouten doppinda’s en eventueel gedroogd fruit. Prik met een naald een gaatje in elke doppinda. Je kunt ook een plankje gebruiken, waar je een spijker doorheen hebt geslagen. Leg het plankje op de tafel, met de spijker naar boven. Prik nu een voor een de pinda's op de spijker. Pas op je vingers! Rijg de pinda's aan een draad en hang de slinger op in de tuin.
Voedertafel
Je hebt tafels met en zonder dak. Het voordeel van een voedertafel met dak is dat het voer redelijk schoon en droog blijft als het regent. Maar niet alle vogels houden van zo'n dak boven hun voedselplek. Ze zien roofvogels dan niet aankomen, een sperwer bijvoorbeeld. Voer 's ochtends niet meer dan ze die dag op kunnen. Weetje: pinda’s die aangetast zijn door schimmels, zijn giftig voor vogels. Houd de voerplek daarom schoon en netjes. Voer pinda's alleen in de winter. Jonge vogels kunnen er namelijk niet tegen. In het voorjaar moet je dus alles waar pinda’s inzitten weghalen.
Voedersilo
Je hebt ze heel klein en heel groot, heel duur en heel goedkoop. Heb je heel veel vogels dan is een grote voedersilo met veel openingen aan te raden. Anders voldoet een kleine prima. Hang hem in een boom of in de buurt van een boom, struik of heg. Zorg dat katten er niet goed bij kunnen. Er bestaan special korven die je om je silo heen kan hangen zodat grotere vogels er niet bij kunnen. Zij kunnen prima op de grond mee-eten.
Stap 4: Hang een extra nestkastje op
Ook al is je tuin een waar natuurparadijs, extra nestkastje zijn altijd welkom. Tijdens winterse dagen verliezen vogels veel vet om warm te blijven. Ze schuilen en slapen dan maar wat graag in een nestkastje. En wie weet gebruiken ze het kastje straks in de lente voor hun eerste nestje. Heb je al nestkasten hangen, maak ze dan nog snel even schoon. Doe dat alleen met schoon, heet water. Je kunt de kastjes vullen met wat droge bladeren.
Stap 5: Zet een waterschaal neer
Ook in de wintermaanden drinken en badderen vogels. Zet een platte schaal op een veilige plek neer, op een verhoging bijvoorbeeld. Zorg dat poezen er niet gemakkelijk bij kunnen. Leg in een diepe schaal wat stenen, zodat ze gemakkelijk bij het water kunnen. Zout of suiker toevoegen tegen bevriezen is geen goed idee. Vogels zijn geen zout gewend en kunnen er niet goed tegen. Door de suiker gaan veren aan elkaar plakken. Vogels kunnen dan hun warmte niet goed vasthouden. Ververs liever elke dag het water of verpulver het ijs met een hamer.
Plannen maken voor volgend jaar
Er is niets leukers dan op een winterse dag naar vogels te kijken. Het is ook een goed moment om eens goed naar je tuin te kijken.
- Is er misschien nog een plekje waar je een bessenstruik kwijt kunt? Of een klimop die in een boom mag klimmen of tegen een muurtje of schutting. Dat biedt niet alleen een mooie nest- en schuilplek, maar ook volop voedsel. Merels, winterkoninkjes en roodborstjes zijn gek op de bessen van de klimop. Je kunt ook kiezen voor een druif. Lekker voor jezelf natuurlijk én voor de vogels. Meer over bomen en struiken in je tuin zetten
- Zaai komend jaar eens een flink aantal zonnebloemen. Vogels pikken de pitten eruit als ze rijp zijn. Oogst ook wat zaden voor op de voedertafel.
- Maak een extra schuilplek. Sla een paar palen in de grond en vul de ruimte daartussen op met takken en snoeiafval uit je tuin. Vogels kunnen hier 's winters in schuilen. In de zomer vinden ze voedsel in de 'houtril' en misschien gaan ze er zelfs in broeden.
- Veel vogels zoeken voedsel op de grond. Gooi in de herfst afgevallen blad tussen de planten. Insecten zullen hier blij mee zijn en zij zijn dan weer voedsel voor de vogels.
Help de vogels in je tuin
Hoe krijg je een tuin waar vogels zich thuis voelen? Met de tips van boswachter Mathiska maak je van je tuin een mini-natuurgebied. Vogels hebben er genoeg te eten, bouwen er hun nest en voelen zich veilig.
Vraag het vogelhuispakket aan met tips van Mathiska