Tuinvogels herkennen: top 10 vogels
Wil je weten wat er welke vogels in jouw tuin rondfladderen? Herken de 10 algemene tuinvogels: koolmees, pimpelmees, roodborst, huismus, heggenmus, winterkoning, merel, vink, huiszwaluw en spreeuw.
Koolmees
De grootste onder de mezensoorten qua formaat en aantal. Het zijn meesterlijke imitators die moeiteloos andere mezen en vinken nadoen, maar dan net wat harder. In de winter zie je hem met het grootste gemak acrobatische toeren uithalen bij een vetbol of voedertafel. Concurrenten jaagt hij agressief weg. Zijn favoriete kostje bestaat in de zomer uit spinnen, insecten en vooral rupsen, dé eiwitbommetjes voor de jongen. Koolmezen stemmen het broedseizoen liefst af op de hoeveelheid rupsen en leggen hun eerste ei zodra er veel rupsen zijn.
Door veranderingen in klimaat verschuift de rupsenpiek nu zo dat de precieze timing niet langer haalbaar is. En als er geen rupsen voor de jonge koolmezen zijn, is het nest hopeloos verloren. Doordat er te veel stikstof in de natuur is, treedt er verzuring op. Dat zorgt voor kwetsbare eitjes met dunne schalen en verzwakte kuikens met gebroken pootjes.
Pimpelmees
Lijkt wel wat op de koolmees, maar heeft een blauw petje en geen zwarte stropdas. Ook voor pimpelmezen vormen rupsen vaak de bulk van het voedsel voor hun jongen. Zo houden in een natuurlijke tuin allerlei dieren de rupsen in toom en krijg je geen rupsenplaag.
Roodborst
In tuinen een tam vogeltje, in bossen kruipt hij liever weg tussen struiken en planten. Roodborsten zijn nogal vechtlustig en verdedigen hun territorium fanatiek, soms zelfs op leven en dood. Om geen agressie op te wekken bij de ouders hebben jongen nog geen rode borstveren. Roodborsten tikken weleens tegen het raam. Niet omdat ze naar binnen willen zoals het oude kinderliedje klinkt: “Roodborstje tikt tegen ‘t raam, tik, tik, tik. Laat mij erin. Laat mij erin.” Maar ze zien in hun eigen spiegelbeeld een rivaal die ze weg willen jagen. Dat gaat soms zo ver dat het roodborstje gewond of uitgeput raakt.
Huismus
Een huismus houdt niet van een tuin met schuttingen. In een heg kan hij schuilen en aan beide kanten uitvliegen om voedsel te zoeken. Maakt een slordig nest van takjes, grasstengels, dierenharen en veertjes. Nestelt in holen, onder daken of in een nestkast.
Heggenmus
Leeft verborgen tussen struiken en planten in tuinen, parken en bossen. Zie je vaak op de grond rondscharrelen op zoek naar kleine insecten en spinnen. Komt ook op een voedertafel of pikt met zijn fijne snavel bladluizen van planten. Mannetje en vrouwtje maken samen een mooi stevig nestje in een struik of heg.
Winterkoning
Een onopvallend bruinig vogeltje dat je goed kunt herkennen aan zijn opgewipte staart. Bovendien brengt de winterkoning zijn zang luidkeels ten gehore. Iets wat je niet echt verwacht bij het op een na kleinste vogeltje van Nederland. De winterkoning leeft van insecten, rupsen en spinnen. Met zijn fijne snaveltje heeft hij ze zo te pakken. Houdt van tuinen met dichte struiken en klimop waar hij beschutting vindt en een nest in kan bouwen.
Merel
In het voorjaar klinkt hun melodieuze zang door tuinen en parken. Het mannetje laat vanaf en hoge plek zoals een boomtop of dak weten, dat hij de baas is in het territorium. Elke merel zingt zijn eigen lied. Buurmannen zijn dan ook minder agressief tegen elkaar, omdat ze elkaar herkennen aan de zang. Door veel te oefenen verbeteren merels hun zang en breiden ze hun repertoire uit door andere vogels te imiteren.
Je ziet hem vaak op het gazon hippen, op zoek naar regenwormen. Merels eten echt van alles: vruchten, zaden, bessen, insecten, spinnen, pissebedden, slakken en oorwurmen. Laat 's winters de bladeren in je tuin liggen. Daar leven dit soort diertjes van. De merel kan dan voldoende voedsel vinden. Plant struiken met bessen of leg eens wat appels voor hem op de voedertafel of onder de struiken. Als de merel goed gevoed is, is hij ook beter bestand tegen de merelziekte. Deze ziekte maakt de laatste jaren heel wat slachtoffers.
Vink
Dat de vink een zadeneter is, zie je aan zijn stevige snavel. Je ziet ze in je tuin vaak onder de voedertafel scharrelen, waar hij zaadjes oppikt die andere vogels hebben laten vallen. Knoppen van planten en struiken eet hij ook. In het broedseizoen schakelt de vink over naar een dieet van insecten.
Huiszwaluw
Nestelen gezellig met een groepje onder de dakrand of dakgoot. Tenminste, als je nog zwaluwen ziet. Want het gaat niet goed met de boerenzwaluw en huiszwaluw. Er zijn minder plekken om te broeden en minder om te eten. De huiszwaluw eet enorme aantallen muggen. Je kunt ze helpen door een zwaluwkast onder je dakrand te hangen.
Spreeuw
Luidruchtige tuinvogel die andere vogels op de voedertafel wegjaagt voor een lekker hapje. Dat maakt hem niet bij iedereen even populair. Kan buiten de broedtijd in enorme groepen slapen in bomen of hoge gebouwen en daar overlast geven. Toch kan het een mooi gezicht zijn als ze met een hele groep door de lucht zwenken. Van dichtbij zie je dat een spreeuw niet egaal zwart is, maar een paarse en groene weerschijn heeft.
Maak van je tuin een mini-natuurgebied
Mathiska, onze boswachter met groene vingers, weet als geen ander hoe je een tuin vol leven krijgt. Wil je weten hoe je in jouw tuin meer bloemen, vlinders, vogels en andere dieren krijgt? Lees de tuintips van Mathiska en ga zelf aan de slag!
- Hoe krijg je een tuin vol vogels?
- Vogels bijvoeren, dit geef je zin de lente
- Zo maak je een insectenhotel
- 10 vlinders in je tuin herkennen
Bekijk hier alle tuintips van boswachter Mathiska