Drie uilskuikens op Skrok
Vrijwilligers van de Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland kwamen deze week langs op het beheerkantoor van Natuurmonumenten in Friesland om de nestkast voor kerkuilen te controleren. Enkele weken eerder hadden ze al geconstateerd dat er vier kuikens in de kast zaten en die moesten nu worden geringd. De uilenkast bevindt zich hoog in de nok van de schuur waar het droog en donker is. Op een wankele ladder klommen de mannen omhoog en telden nog drie gezonde uilskuikens van naar schatting zes weken oud. Ze werden geringd, gemeten en gewogen.
Broedperiode
Kerkuilen broeden van maart tot soms ver in het najaar. Boswachter Hanneke Wijnja vertelt: “Het aantal eieren en het aantal nesten van een kerkuil hangt nauw samen met het aanbod veldmuizen. Hoe meer muizen, des te meer eieren ze per nest leggen, en hoe vaker ze ook opnieuw aan de leg gaan. Wanneer er te weinig voedsel in de omgeving is, begint een kerkuil vaak niet eens aan een nest. Door de kou in februari en maart viel het aantal muizen in eerste instantie erg tegen, maar dit werd door het aanhoudende mooie weer redelijk goedgemaakt.” Gemiddeld legt een kerkuil zo’n 4 tot 7 eieren en ze broeden ongeveer 30 dagen.
Meten is weten
Jonge kerkuilen worden geringd, gemeten en gewogen om te kijken hoe oud ze zijn en of ze op een gezond gewicht zitten. Aan de vleugellengte kun je bijvoorbeeld zien hoe oud een kuiken is. Door het registreren en ringen van de uilskuikens kan de werkgroep bijhouden of de populatie kerkuilen op langere termijn toe of afneemt.
Verhuizen
De kerkuil leeft voornamelijk in oude gebouwen, ergens hoog, droog en donker waar ze een rustige schuil- en rustplaats vinden en om te kunnen broeden. Denk aan kerktorens en hoge schuren van boerderijen. Hanneke: “De laatste jaren bleef de nestkast leeg en broedden ze in de kast van de buurman. Dit jaar hebben ze toch weer voor onze kast gekozen, waarschijnlijk omdat de bewoners van het voorhuis in april zijn verhuisd waardoor het een stuk rustiger werd in de schuur.” De drie uilskuikens zijn na het ringen weer teruggezet in de uilenkast. Over een paar weken zullen ze het babydons kwijt zijn geraakt en volgroeid zijn, klaar om uit te vliegen.