Ga direct naar inhoud
Nieuws

DNA-profiel van vijf Nieuwkoopse otters gevonden

09 september 2019

In de winter van 2018-2019 zijn er minimaal vijf verschillende otters geweest in het Nieuwkoopse Plassengebied. Dat blijkt uit genetisch onderzoek van Wageningen University & Research. Vrijwilligers van Natuurmonumenten doorzochten het plassengebied op spraints, uitwerpselen van de otter. Hans Blom, otterspeurder van Natuurmonumenten in de Nieuwkoopse Plassen is tevreden met het aantal. “We weten zeker dat we afgelopen winter vijf otters in het gebied hadden. Maar we hebben natuurlijk nooit alle spraints kunnen vinden en veilig stellen. Dus we weten niet hoeveel otters er precies aanwezig zijn, maar dit is al een prachtig aantal.”

otter

Genetische monitoring

Van de 5 otters is er 1 in 2016 in de Nieuwkoopse Plassen geboren. Verder zijn er twee nieuwe mannetjes en twee nieuwe vrouwtjes waargenomen. Een van deze vrouwen werd in maart dood aangetroffen op de Ziendeweg. Het DNA van het mannetje dat in april 2019 omkwam op de Ziende is nog niet onderzocht. “Mogelijk is dit één van de twee ‘nieuwe’ mannen”, aldus Blom.

Verzamelen

Het verzamelen van een otterspraint gebeurt door vrijwilligers van Natuurmonumenten. Met de boot trekken ze er op uit om te speuren naar deze kleine en toch kenmerkende uitwerpselen. Blom: “We kijken vooral naar de overgangen van water naar land. Otters gebruiken vaste plekken om het water in en uit te gaan. Op dat soort plekken leggen ze graag een spraint, een naar vis ruikend drolletje. Zo laat de otter zijn of haar aanwezigheid in het gebied merken.” De otterspeurders kennen inmiddels de plekken waar ze deze uitwerpselen kunnen vinden. Als ze een spraint gevonden hebben, nemen ze deze mee en bewaren hem in een potje met alcohol. Zo is deze veiliggesteld om later door de Wageningen University & Research onderzocht te worden.

otter

Speurseizoen

Boswachter John Pietersen is blij dat enkele vrijwilligers in vaak koude omstandigheden de plassen op gaan om de spraints te zoeken. “Het zoeken gebeurt altijd tussen 1 oktober en 1 maart. Als de temperaturen lager zijn, blijven de spraints beter bewaard. Teveel zonlicht maakt dat de spraints bederven en er geen DNA-profiel meer uit te halen is.” De kennis die gewonnen wordt door dit onderzoek maakt Pietersen wijzer. Dit jaar viel hem op dat er zich nieuwe individuen vestigen. “Dit geeft aan dat het mysterieuze dier veel meer dan wij dachten van gebied naar gebied migreert.”

Risico’s

Bij het migreren liggen risico’s. Ook dit jaar zijn er twee otters doodgereden, beide op de Ziendeweg. De gemeente Alphen aan den Rijn, is ten volle tevredenheid van Natuurmonumenten, direct tot actie overgegaan en het aanleggen van faunapassages is in voorbereiding. Pietersen is blij met deze houding. “Je kunt niet alle wegen in het land ottervriendelijk maken. Als je de knelpunten maar aanpakt, zorg je ervoor dat het sterftecijfer daalt en de otters een toekomst hebben in de Groene Hart.”