Geen chemische bestrijdingsmiddelen in beheer invasieve exoten
In natuurgebieden waar invasieve exoten zorgen voor het verlies van bedreigde planten en dieren, zag Natuurmonumenten de inzet van glyfosaat als laatste redmiddel. Het middel werd dan gebruikt om stobben of afgemaaide planten in te smeren, zodat het middel niet uitlekte naar de omgeving. Tegelijkertijd is Natuurmonumenten een groot pleitbezorger van het afbouwen en stoppen met het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Daarom hebben we het gebruik van glyfosaat de laatste jaren afgebouwd. In twee natuurgebieden overwogen we om het middel nog eenmaal in minimale hoeveelheden in te zetten. We hebben vandaag besloten om dit niet te doen. Hiermee is Natuurmonumenten een koploper op de inzet van niet-chemische alternatieven om woekerende exoten te bestrijden.
De verspreiding van invasieve exoten vormt een ernstige bedreiging voor natuurwaarden. In het onlangs verschenen, alarmerende IPBES-rapport van de Verenigde Naties worden invasieve exoten genoemd als vijfde oorzaak voor het feit dat één miljoen planten en dieren wereldwijd met uitsterven worden bedreigd. Door klimaatverandering en opwarming van de aarde neemt de verspreiding van invasieve exoten verder toe, waardoor het een groeiende bedreiging is van de (Nederlandse) biodiversiteit.
Voor drie invasieve exoten (Japanse duizendknoop, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik) is handmatige of mechanisme bestrijding zeer complex. Bij het verwijderen van deze planten breken wortel- of plantendelen af die snel nieuwe zaailingen maken waardoor de planten zich nog verder in het gebied verspreiden. In uitzonderingssituaties heeft Natuurmonumenten, evenals andere terreinbeheerders, deze exoten de voorbije jaren bestreden door ze ‘aan te stippen’ met glyfosaat; een chemisch bestrijdingsmiddel. Dit middel werd nooit ‘volle velds’ gebruikt, maar zeer lokaal en kleinschalig door exoten aan te stippen waarbij we maximale voorzorgsmaatregelen namen om uitlekken naar de omgeving te voorkomen. Andere chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt Natuurmonumenten niet.
De inzet van chemische bestrijdingsmiddelen was voor onze organisatie een duivels dilemma. Enerzijds werden en worden planten en dieren bedreigd door de verspreiding van woekerende exoten; anderzijds is Natuurmonumenten juist een groot voorstander van het minimaliseren van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Daarom heeft Natuurmonumenten het (minimale) gebruik van glyfosaat sinds 2017 afgebouwd met als doel om er vanaf 2020 helemaal mee te stoppen. We hebben de voorbije jaren fors ingezet op onderzoek en kennisontwikkeling naar niet-chemische alternatieven waarmee invasieve exoten bestreden kunnen worden. De laatste jaren werd bij Natuurmonumenten glyfosaat alleen nog bij hoge uitzondering ingezet in enkele gebieden waar alternatieve methoden om exoten te bestrijden niet blijken te werken.
We constateren dat de maatschappelijke weerstand tegen het gebruik van chemische middelen de laatste jaren flink toeneemt. Een ontwikkeling die Natuurmonumenten juist toejuicht. Niet voor niets zijn wij als terreinbeheerder een koploper in het minimaliseren en uitfaseren van het gebruik van glyfosaat. Uit cijfers van Greenpeace blijkt dat er in Nederland jaarlijks 779.818 kilo glyfosaat wordt gebruikt. Ter vergelijking: Natuurmonumenten beheert 112.000 hectare natuur en gebruikte in 2018 nog ongeveer 67 liter – voor de gerichte bestrijding van invasieve exoten, via aanstippen.
Momenteel is er veel aandacht voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door terreinbeheerders. In die situatie willen wij graag recht doen aan de positie die we innemen en waar we al jaren naartoe werken: het beëindigen van het gebruik van glyfosaat. Ook als dat betekent dat de bestrijding van invasieve exoten complexer, arbeidsintensiever en kostbaarder wordt. En ook als dat betekent dat in enkele natuurgebieden de natuurdoelen ernstig in gevaar zullen komen. Om die reden heeft Natuurmonumenten vandaag besloten om het laatste, minimale gebruik van glyfosaat per direct helemaal te stoppen. Hiermee is Natuurmonumenten een van de eerste terreinbeheerders die afziet van de inzet van chemische middelen als laatste redmiddel om natuurwaarden veilig te stellen.
We zetten – zoals we al jaren doen - maximaal in op verder onderzoek en kennisverspreiding naar handmatige en mechanische alternatieven om de toename en verspreiding van invasieve exoten in Nederland tegen te gaan.