Ga direct naar inhoud
Nieuws

Oehoes druk met herfstbalts

08 oktober 2024 | Wilco Meijers

Het zijn drukke tijden voor de oehoes in Nederland. De herfstbalts is gestart. Nieuwe paren worden gevormd en bestaande paren versterken hun band. Oehoe-expert Marjon Savelsberg volgt het spektakel op de voet. Zij kan met hulp van geluidsopnames oehoegeluiden ontcijferen.

Oehoe

De voorbereidingen op het broedseizoen starten al in de herfst, weet Marjon. “Ze zijn nu heel actief. Allereerst moeten jonge oehoes horen dat ze niet meer welkom zijn. Dat gebeurt in de vroege herfst. Oehoeouders doen dat heel slim; ze bieden steeds minder prooidieren aan. Begin september hoorde ik een eerstejaars-oehoe avonden achtereen urenlang bedelen, maar de ouders waren onverbiddelijk. De jonkies moeten een eigen leefgebied zoeken. Dat doen ze uiteindelijk ook. Uit onderzoek blijkt dat dat in Nederland gemiddeld tachtig kilometer verderop is, met uitschieters tot wel 150 km.”

Jonge oehoes, Sint-Pietersberg

Jonge oehoes, Sint-Pietersberg

‘Ik vind je leuk’

Na het vertrek van de kids nemen de ouders eventjes rust. Ze zijn een paar weken op zichzelf, tot de herfstbalts in oktober en november. “Dan roepen ze naar elkaar, vaak op korte afstand. En ze roepen samen, soms wel 25 minuten achter elkaar. ‘Ik vind je leuk! Ik jou ook’, hoor ik dan. Dat geldt zowel voor bestaande stellen als nieuwe koppels. Het mannetje bezoekt ook potentiële nestplekken en krabt die schoon als gebaar van goede wil naar het vrouwtje.”

Voor Marjon is de herfstbalts een toptijd. “Echt mooi om die verliefde stellen naar elkaar te horen roepen. En als de onderlinge band gesmeed is, is het tijd om de buuroehoes te laten horen waar de territoriumgrens ligt. Elke oehoe heeft zijn eigen territoriale roep; het is de vingerafdruk van elk individu. Vaak bezetten stellen jarenlang min of meer hetzelfde territorium, al dringt er wel eens een vreemde oehoe binnen. In de groeve hoorde ik onlangs een schuinsmarcheerder die van geen wijken wilde weten. De mannetjes blijven dan luid naar elkaar roepen. Tot een gevecht komt het vrijwel nooit.”

Na de herfst, in januari en februari, is het tijd voor de ‘hoofdbalts’ van de oehoes. “De hormonen gieren dan door de lijven van de uilen. Er wordt gepaard en het vrouwtje kiest de definitieve nestplek. Het mannetje slooft zich uit door het vrouwtje veel prooien aan te bieden, als voorbode op de broedtijd. Als ze eenmaal op de eieren zit, is ze voor haar voedsel afhankelijk van haar partner.”

Geluidsrecorders

Marjon, vrijwilliger bij Natuurmonumenten, volgt het wel en wee van de oehoes op de Sint-Pietersberg in Zuid-Limburg al sinds 2016. Dat doet ze met behulp van bio-akoestisch onderzoek. In de groeve hangt ze geluidsrecorders op die het geroep van oehoes vastleggen. De opnames analyseert ze op de computer. Dankzij de patronen die per uil verschillen en jarenlange ervaring kan ze de geluiden naadloos interpreteren en individueel onderscheiden. Het levert een schat aan informatie op over het aantal territoria, de bezetting daarvan en het broedsucces van deze vogels die sinds 1997 weer in Nederland broeden. In dat jaar streek een oehoestel neer in de groenste hoek van de groeve, die later tot Oehoevallei werd omgedoopt. 

“Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby”, vertelt Marjon met een glimlach. “Van huis uit ben ik musicus; ik heb het conservatorium afgerond. Door fysieke omstandigheden kon ik dat vak niet meer uitoefenen. Vanwege mijn interesse in natuur en geluid ben ik toen overgestapt van partituren van muziek naar partituren in de natuur. En het geluid van de oehoe is daarvan een heel mooi voorbeeld. Geweldig om dat te analyseren en die kennis als vrijwilliger voor Natuurmonumenten in kaart te brengen. Het opent nieuwe inzichten waarmee we de oehoes nog beter kunnen beschermen.”

103 territoria

Gelukkig gaat het best goed met de oehoes in ons land, weet Marjon. “Dit jaar broedden er twee paar in de groeve van de Sint-Pietersberg die bij elkaar zeven kuikens grootbrachten. Zes daarvan hebben het gered. In totaal zijn dit jaar 103 oehoe-territoria vastgesteld door de Oehoewerkgroep Nederland, een record. Vooral in Oost-Nederland, maar bijvoorbeeld nu ook in Friesland.”

Toch ondervinden de vogels ook grote problemen. “De vogels krijgen via prooidieren erg veel pcb’s binnen, zo wees onderzoek uit 2010 uit. De schadelijke stoffen komen terecht in het bodemleven waaruit prooidieren hun voedsel halen. Het kost oehoes regelmatig de kop en vaak overlijden ze vroegtijdig. Ook worden ze bejaagd door exoten zoals wasberen. Ik zag onlangs webcambeelden van wasberen die een rotswand in de Eifel beklommen en daar een oehoenest leegroofden. Wasberen zien er schattig uit, maar over hun impact op inheemse soorten maak ik me wel zorgen.”

Volwassen oehoe, Sint-Pietersberg

Volwassen oehoe in de groeve van de Sint-Pietersberg.

Teder

De oehoe gaat Marjon aan het hart, zo blijkt overduidelijk uit haar verhaal. Over haar bio-akoestisch onderzoek hoopt ze in de toekomst wetenschappelijk te publiceren en dit ook toe te passen bij andere soorten, zoals de bosuil en eikelmuis. Maar de oehoe blijft ze zeker volgen. “Die blijft speciaal. Je ziet ‘m bijna niet, maar hoort hem wel. Het is een enorm krachtige toppredator, en tegelijkertijd een heel teder dier om te zien in zijn omgang met de kuikens. De oehoe blijft me verrassen.”

Wilco Meijers