Het verhaal van Johannes van den Berg en 20 km kadeherstel
Voor Johannes van den Berg van aannemingsbedrijf Oosterhuis zit het werk er op; er is 20 km kade hersteld. Voorlopig liggen de werkzaamheden even stil, maar na het broedseizoen wordt het kadeherstel weer opgepakt.
‘Altijd spelen met zand’
De nieuwe schaftkeet op het terrein aan de Drentse weg staat er sinds een paar maanden. De vorige vloog vlak voor kerst bij een windhoos driemaal over de kop en was total loss. Gelukkig was de keet onbemand tijdens het voorval, een uurtje daarvoor hadden ze er nog koffiegedronken. Het zijn de laatste werkweken voor de uitvoerder van het aannemersbedrijf Oosterhuis. De klus zit erop voor Johannes van den Berg en wel in tweeërlei betekenis. De tweede fase van het kadeherstel is zo goed als afgerond. Dat was ook de planning want dit moet in verband met het broedseizoen voor 15 maart. En zijn baan bij het aannemersbedrijf stopt ook officieel gelijktijdig, op nog wat kleine afrondingen na.
De kadeherstelwerkzaamheden gebeuren om het regenwater vast te houden, zodat het veenmos kan groeien. De nieuwe kades worden uitgegraven en gevuld met zand. Voor de waterkering wordt aan de hoge zijde een leemlaag aangebracht. Vervolgens wordt het weer afgedekt met veen.
Johannes van den Berg was de uitvoerder op totaal 22 kilometer kade die gefaseerd op het Fochteloërveen zijn aangelegd. Bijna twee jaar heeft hij het Fochteloërveen dagelijks aanschouwd en zijn werk hier als uitvoerder verricht. Het Grote Veen, het Kolonieveld en nog een paar kleinere locaties zijn aangepakt door het grondverzetbedrijf. In opdracht van Natuurmonumenten wordt het werk uitgevoerd. Dat deze firma de opdracht kreeg heeft onder meer te maken met de soortgelijke ervaring op het Bargerveen. Van den Berg was ook hier uitvoerder. Bovendien hadden ze het beste plan en waren het goedkoopst.
De komende fases voor de kades moeten nog worden aanbesteed en hebben een ruime looptijd tot 2030. Natuurmonumenten zet voor de volgende uitvoeringsfase graag in op het gebruik emissiearme machines. Dit om de uitstoot van CO2 en stikstof tijdens de werkzaamheden te beperken.
Van den Berg is ’s ochtends vroeg uit de veren om op half zeven op het werk te zijn. Dat gaat hem gemakkelijk af, want ‘s avonds ligt hij er ook vroeg weer in:’ Zaken gaan voor vermaken’. Steevast wordt de ochtend begonnen met werkoverleg en een kop koffie. Met de werknemers (gemiddeld 10) wordt in de keet de planning van de dag besproken. Alle ins en outs komen kort en krachtig aan de orde, want hij is een man van weinig woorden. Ook wordt door de uitvoerder stil gestaan bij mogelijke veiligheidsrisico’s, zodat iedereen weet waar op gelet moet worden. Mijn dag is niet druk, vindt hij zelf maar dat is dan ook de kracht van mijn aanpak. Het werk zo goed en efficiënt mogelijk organiseren is de crux, het aansturen gaat dan automatisch, weet hij. Zijn insteek is om in een prettige sfeer met elkaar te werken, conflicten wil hij niet en waakt ervoor dat ze niet ontstaan: ‘Kan met iedereen overweg’.
De samenwerking met Natuurmonumenten zijn in een goede sfeer en zonder incidenten verlopen. In het begin was het even wennen aan elkaar maar onderhand weet men elkaars visie en werkwijze. Er is een logisch spanningsveld tussen de twee instanties omdat Natuurmonumenten zo weinig mogelijk kwetsbare flora en fauna in het veen wil verstoren. De aannemer wil het wil het werk zo efficiënt mogelijk uit voeren, maar met een beetje schipperen komen ze er altijd uit.
De graafmachines van aannemersbedrijf Oosterhuis hebben inmiddels ook een dertigtal faunabulten doen verrijzen. Ze zijn opgezet met vrijgekomen damwanden, stobben en takken en afgedekt met veen. De bulten dienen als winterverblijf voor de reptielen.
Van den Berg heeft de leiding op de bouwlocatie en is verantwoordelijk voor het aansturen van het team. Hij kijkt erop toe dat de machines hun werk kunnen doen, de brandstof op voorraad is en er voldoende rijplaten zijn: ‘Alles moet lopen’. Samen met de projectleider, Adrie Masteling van het bedrijf Oosterhuis wordt in de bouwvergaderingen de puntjes op de i gezet. Iedereen denkt mee over de aanleg van de kades, wat soms leidt tot betere oplossingen waardoor de plannen wijzigen. De logistiek is zeer belangrijk. Het project op het Fochteloërveen past de uitvoerder helemaal want het is een mooi groot aaneensluitend project met alleen puur grondwerk.
Johannes van den Berg woont in Genemuiden, is hier geboren en blijven wonen. Na de mulo B ging hij naar de hts in Zwolle. Daar kon hij moeilijk een richting kiezen, maar na en tijdje wist hij zeker dat het weg en waterbouw moest worden: ‘Ik wil buiten’. De vakken natuur- en wiskunde waren favoriet en daar heeft hij in zijn huidige baan nog steeds profijt van. Als kind speelde hij het liefst in het zand. En dat doe ik dat nog, vertelt hij lachend: ‘Altijd spelen met zand’.
Na de studie is hij gelijk als uitvoerder aan het werk gegaan. Bij de huidige werkgever is hij nu dertig jaar in dienst. Met toezichthouder Eelke Rijpkema van het ingenieursbureau ‘MUG’ die als tussenschakel voor alle partijen is aangesteld, werkt de uitvoerder nauw samen. Ook de financiën moeten aan hem worden verantwoord: ‘Elke kuub zand wordt verrekend’. Van den Berg heeft het digitale tijdperk aan zich voorbij laten gaan, hij maakt de berekeningen met de hand en archiveert in ordners. De communicatie met de partijen gaat via z’n handgeschreven kopieën en daar is inmiddels iedereen aan gewend.
Van den Berg kijkt tevreden op zijn loopbaan terug, het is een goeie keuze geweest. En hoe hierna verder? Daar is over nagedacht, het wordt vrijwilligerswerk. Onder andere door met ouderen op pad te gaan voor een rit in de omgeving: ‘Praoten en Rondriden, P&R’.
Dit artikel door Anne Westerhof is eerder verschenen in de Nieuwe Ooststellingwerver.