Zeepaardje
Met een zwierige zwaai slingert hij zijn staart om een waterplant. Het is zomer, een ideaal moment om zijn jongen ter wereld te brengen. Met pufjes perst hij ze uit zijn broedbuidel naar buiten. Daar gaan ze, op naar een eigen leven in de Noordzee. Lees hier alles over het leven van een zeepaardje.
Paringsdans
Het leven van zeepaardjes zit vol romantiek. Zo blijven man en vrouw elkaar langere tijd trouw. Na een uitgebreide paringsdans, waarbij ze ook van kleur veranderen, haken ze hun staarten in elkaar.
Broedbuidel
Na de paringsdans dropt het vrouwtje haar eitjes in de broedbuidel van het mannetje. Daar bevrucht hij ze. De embryo’s nestelen zich in de wand van de buidel. Het mannetje zal ze nu verder verzorgen tot ze groot genoeg zijn om op eigen benen te staan.
Speciale snuit
Met zijn snuit zuigt het zeepaardje razendsnel piepkleine kreeftjes en vislarven op uit het zeewater. Tanden of maag heeft hij niet, dus hij kan zijn voedsel niet kleiner maken om het gemakkelijker te verteren. Om voldoende binnen te krijgen, eet een zeepaardje dan ook de hele dag door. Z’n ogen kan het zeepaardje onafhankelijk van elkaar draaien. Zo kan hij prooien én vijanden goed in de gaten houden. Omgekeerd blijft hij voor hen vrijwel onzichtbaar dankzij z’n bruingrijze camouflagepak.
Schuilen in het zeegras
Een zeepaardje verschuilt zich meestal tussen zeegras en wier. Zeegrasvelden waren in Nederland vrijwel verdwenen, maar de afgelopen jaren is hard gewerkt aan het herstel door zeegras in te zaaien. Door zijn kleur aan te passen, valt het zeepaardje nauwelijks op. Met zijn staart houdt hij zich vast aan stengels van waterplanten. Een sterke zwemmer is deze vis niet. Met zijn rugvin peddelt hij rechtopstaand door het water. Zo beweegt hij traag van plant naar plant. Vaak zal hij ook in zijn territorium blijven en jaar op jaar op dezelfde plek leven. Voor grote afstanden laat hij zich meedrijven met zeestromingen.
Komen er in Nederland zeepaardjes voor?
In Nederland leven twee soorten zeepaardjes, waarvan het korsnuitzeepaardje het meest voorkomt. Ze worden maximaal vijftien centimeter lang. Ze zitten voornamelijk in de Oosterschelde, Waddenzee en Noordzee. Ons land ligt aan de noordrand van het verspreidingsgebied. De laatste jaren spoelen er steeds vaker zeepaardjes aan op de Nederlandse stranden. Een teken dat ze in opmars zijn. Mogelijk heeft dat te maken met het opwarmen van het zeewater. Tegen onze februaristormen zijn ze niet bestand. In het woelige water kunnen ze zich niet goed vasthouden en raken ze op drift.