Ga direct naar inhoud

Wilde zwijnen

Door instroom uit onze buurlanden (Duitsland, België) en goede natuurverbindingen, komen wilde zwijnen in steeds meer gebieden in ons land voor.

Wilde zwijnen

Situatie

Als inheemse diersoort horen wilde zwijnen thuis in ons land, maar volgens het huidige beleid mogen ze slechts in enkele gebieden leven.

Problematiek

Wilde zwijnen voelen zich thuis in Nederland doordat ze hier voldoende voedsel en beschutting vinden. In Nederland zijn enkele leefgebieden aangewezen voor wilde zwijnen zoals de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg. Voor overige gebieden geldt een provinciaal 'nulstandbeleid' wat betekent dat er formeel geen enkel wild zwijn mag leven.

De meningen over de terugkeer van het wilde zwijn zijn verdeeld. Natuurmonumenten vindt de aanwezigheid van wilde zwijnen winst voor de natuur, maar ziet ook dat hun aanwezigheid dilemma's met zich mee brengt. Wilde zwijnen kunnen schade veroorzaken aan landbouwgewassen, er is een risico op aanrijdingen en wilde zwijnen spelen een rol bij de verspreiding van de Afrikaanse Varkenspest. Deze ziekte rukt op van het oosten van Europa en kan tot grote economische schade leiden in de varkenssector. Er moeten goede afspraken gemaakt worden over het voorkomen van schade en treffen van voorzieningen om de verkeersveiligheid te verbeteren.

Standpunt

Natuurmonumenten vindt wilde zwijnen een aanwinst voor de natuur en pleit voor meer ruimte voor deze dieren. Door te wroeten in de grond zorgen wilde zwijnen namelijk voor kansen voor nieuwe begroeiing en meer variatie in de natuur.

Natuurmonumenten is tegen de nulstand, waarbij álle zwijnen in verboden gebieden afgeschoten moeten worden. Natuurmonumenten vindt dat je moet inzetten op het verminderen van de schade, dus een 'nulschadebeleid.' Het faunabeleid van Natuurmonumenten gaat uit van het 'nee, tenzij' principe. Dat betekent dat het doden van dieren pas aan de orde is als alternatieve maatregelen ontbreken of gebleken ineffectief zijn en het maatschappelijk belang ingrijpen vereist. Gezien de problematiek van de Afrikaanse Varkenspest roept Natuurmonumenten op tot goede voorlichting om de verspreiding van de ziekte door mensen te voorkomen. De belangrijkste hygiënemaatregel is om geen etensresten weg te gooien in de natuur. 

Wat doet Natuurmonumenten?

Om verspreiding van Afrikaanse Varkenspest tegen te gaan vraagt Natuurmonumenten bezoekers in haar gebieden via informatieposters om geen etensresten achter te laten in de natuur. 

In verschillende provincies (Drenthe, Limburg, Noord-Brabant) zijn de afgelopen jaren discussies gestart om wilde zwijnen meer ruimte te geven. Wij hebben ons actief opgesteld en steun uitgesproken voor het opheffen van de nulstand. In Drenthe is dat niet gelukt. Elders ontstaat op lokale schaal steeds vaker de praktijk gericht op het voorkomen van schade. Daar werkt Natuurmonumenten ook mee aan afschot.

In Nationaal Perk Veluwezoom - eigendom van Natuurmonumenten - zijn we gestopt met het afschieten van wilde zwijnen in een groot deel van het gebied (2200 ha). Het leefgebied van de wilde zwijnen op de Zuidoost Veluwe is helemaal omrasterd, de zwijnen kunnen daardoor geen schade veroorzaken bij boeren of zorgen voor een onveilige situatie op wegen.

Het aantal wilde zwijnen in dit gebied hangt af van de beschikbaarheid van voedsel: in jaren met veel eikels en beukennoten overleven er meer. Onze boswachters houden de conditie van de dieren in de gaten. Als beesten in voedselarme gebieden uitzichtloos lijden, krijgen ze een genadeschot.