Bomen, bos en bomenkap
Waarom zaagt Natuurmonumenten bomen, terwijl de strijd tegen de klimaatverandering juist vraagt om meer bomen? Dat is een terechte vraag en een moeilijke afweging. Als natuurorganisatie heeft Natuurmonumenten te maken met twee grote uitdagingen: biodiversiteitsverlies en klimaatverandering. Soms zijn ze gezamenlijk aan te pakken, soms niet. Als natuurorganisatie voelen we een extra zware verantwoordelijkheid voor het eerste. Immers: iedereen kan actief wat aan het klimaat bijdragen, maar wie redt de planten en dieren in onze gebieden?
Nieuwe bossen
De natuur lijdt zelf ook onder klimaatverandering én onder een overdosis stikstof afkomstig van verkeer, landbouw en industrie. Daardoor dreigen waardevolle en typisch Nederlandse landschappen te verdwijnen, waardoor karakteristieke planten en dieren hun leefgebieden verliezen. Slechts 13 procent van het Nederlands grondoppervlak bestaat uit natuur, waarvan een groot deel uit bos bestaat. Wij vinden dat de natuur niet driedubbel de dupe moet zijn van het veranderende klimaat. Daarom pleiten wij voor aanplanten van nieuwe bossen búiten bestaande natuurgebieden. Ook omdat vrijwel álle natuur CO2 opslaat en dus bijdraagt aan klimaatdoelen.
Regulier beheer
Zonder die grote uitdagingen hoort zagen van bomen en struiken er ook bij. Het is onderdeel van het reguliere beheer van onze bomen en bossen. Bijvoorbeeld om voormalige productiebossen om te vormen naar meer natuurlijke bossen, onderhoud van singels en houtwallen, om historische bossen te behouden of vanwege de veiligheid van bezoekers.
Diversiteit aan natuur
Natuurmonumenten beheert 360 natuurgebieden verspreid over ons land: duinen, heidevelden, vennen en veentjes, laagveenmoerassen, kwelders, weidevogelgebieden, landgoederen én bossen. Die gebieden zijn onmisbaar voor de overleving van planten en dieren. Daarnaast bieden ze ruimte voor mensen om er van te genieten. Veel van die gebieden zijn ontstaan door landbouwkundig gebruik in de vorige eeuwen en horen bij onze cultuurhistorie.
Bossenstrategie
In november 2020 informeerde minister Schouten de Kamer over de Bossenstrategie. Natuurmonumenten reageerde op de strategie met deze brief.
In oktober 2021 stuurde Natuurmonumenten in antwoord op vragen vanuit diverse groeperingen over kaalkap deze brief. Hierin lichten we toe waarom Natuurmonumenten tegen een algeheel verbod op kapvlaktes tot een halve hectare is.
Waarom zaagt Natuurmonumenten bomen?
- om kwetsbare natuur te laten overleven;
- om voormalig productiebos om te vormen naar meer natuurlijk bos;
- om landgoederen en andere cultuurhistorische bossen en lanen in stand te houden;
- om veiligheid op wandel- en fietspaden te garanderen.
Uitgangspunt
Daarbij zijn natuur- of cultuurhistorische waarden vrijwel zonder uitzondering het uitgangspunt. Productie van hout is nooit een doel en houtoogst hooguit een bijproduct van natuurbeheer. De visie op het beheer wordt voor de grotere gebieden vastgelegd in een meerjarenplan. Natuurmonumenten beheert in totaal ruim 30.000 hectare bos. Het bosbeheer is gecertificeerd door FSC® (FSC-C006789). Een groot deel van het bos is inheems. De afgelopen tien jaar is het netto oppervlak aan bos dat Natuurmonumenten beheert licht gestegen. Het plaatselijk verwijderen van bos ten gunste van bijvoorbeeld stuifzand wordt royaal gecompenseerd door het dichtgroeien van open vegetaties en door aanplant van bos.
1) Kwetsbare natuur laten overleven
De verandering van het klimaat zorgt voor veranderingen in de natuur. Planten en dieren moeten zich aanpassen, of sterven anders (lokaal of landelijk) uit. Dat aanpassen gaat beter in gezonde, grote natuurgebieden die met elkaar zijn verbonden, dan in gebieden waar de natuur al onder druk staat. In veel gebieden is de druk hoog, onder meer door een overdosis stikstof uit landbouw, verkeer en industrie bedreigt van nature voedselarme gebieden. Daardoor groeien bijvoorbeeld heides, stuifzanden en veengebieden sneller dicht en dreigen zo te verdwijnen. Daarmee raken vooral bedreigde planten en dieren hun leefgebieden kwijt. Ze kunnen geen kant op.
Natuurmonumenten dringt er doorlopend op aan om de stikstofuitstoot omlaag te krijgen en probeert ondertussen de natuur in de benen te houden. Dat laatste gebeurt mede op verzoek van en samen met de provincies, in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). In door Natura2000 beschermde natuurgebieden worden maatregelen genomen om de natuur te laten overleven. Daarvoor worden vaak ook bomen gezaagd. Bijvoorbeeld om dichtgegroeide heides en stuifzanden te herstellen of om open verbindingen te maken, zodat dieren van het ene gebied naar het andere kunnen trekken.
2) Naar een natuurlijk bos
Natuurmonumenten streeft voor de meeste bossen naar een hoge mate van natuurlijkheid, waar de soorten die daar thuis horen een plek hebben. Nederland kent nauwelijks echt natuurlijk bos. Vrijwel al het bos is ooit aangeplant als productiebos en bestaat vaak uit bomen van dezelfde soort en leeftijd. We helpen in veel gebieden de natuur een handje om sneller de rijkdom van een natuurlijk bos te bereiken. Dat is goed voor de planten en dieren die daar leven. In die bossen worden open plekken gezaagd en soms productiebomen afkomstig van andere continenten, die weinig natuurwaarden hebben, verwijderd. In de inheemse bossen, wordt nooit meer, en meestal minder dan twintig procent van de natuurlijke bijgroei weggezaagd. De overblijvende bomen krijgen zo de ruimte om verder uit te groeien en op open plekken kunnen nieuwe bomen ontkiemen. De website 'Boslessen' geeft meer informatie over bosbeheer in het algemeen.
3) Bos als historisch schilderij
Sommige bomen of bossen maken deel uit van een historisch landschap. Zo heeft Natuurmonumenten verspreid over het land landgoederen, met lanen en doorzichten of speciale bosvakken. In de tijd zijn deze soms verdwenen of raken in verval. Daarnaast beheert Natuurmonumenten houtwallen en singels, die vragen om beheer. Om die waardevolle elementen te behouden, is de zaag een onmisbaar gereedschap.
4) Veilig genieten
Natuurmonumenten biedt mensen de ruimte om te genieten van de natuur. Daarmee is de vereniging verantwoordelijk voor de veiligheid op wegen en paden. Jaarlijks worden systematische boomcontroles uitgevoerd om te controleren of bomen en takken gezond zijn. Als een takken of bomen een groot risico vormen voor voorbijgangers, worden deze verwijderd.
Waar gaat het gezaagde hout heen?
Natuurmonumenten laat een groot deel van het hout liggen in het bos. We streven naar gemiddeld minimaal tien dikke, dode bomen per hectare. Dood hout biedt een woonplaats aan insecten en andere dieren, paddenstoelen en planten. Meer dan 50 procent van de bossoorten is afhankelijk van oude aftakelende en dode bomen. De rest van het gezaagde hout wordt gebruikt voor bijvoorbeeld picknickbanken, bordpalen, uitkijktorens of houtwerk van onze gebouwen, zoals bijvoorbeeld de nieuwe nederzetting op de Marker Wadden en het natuurbeleefcentrum Waalenburg op Texel. Wat Natuurmonumenten zelf niet nodig heeft wordt verkocht als timmerhout en houtsnippers. Met de opbrengst wordt een deel van het beheer van de natuur betaald.
Hoe zit het met CO2?
Groeiende bomen leggen CO2 vast. Dode takken, afgevallen bladeren en dode bomen voeden het leven in het bos en verteren uiteindelijk. Daarmee komt het CO2 dat de bomen opslaan terug in de lucht. Gezaagde bomen die als timmerhout worden verkocht, houden hun CO2 vast, zolang het hout gebruikt wordt. De snippers gaan naar een fabriek voor plaatmateriaal en het restant naar een energiecentrale. Daarmee wordt een klein beetje fossiele brandstof bespaard.
Herplant van gezaagde bomen
Als Natuurmonumenten in een bos minder zaagt dan twintig procent van de natuurlijke bijgroei, dan is herplant niet nodig. Het bos zorgt daar zelf voor. Als het bos wordt verwijderd om Natura2000 doelen te halen, geldt een vrijstelling voor herplant. In andere gevallen zorgt de vereniging voor herplant. Voor projecten geldt soms een uitzondering, die de provincie kan verlenen.
Aanplant van klimaatbossen
Vanwege de klimaatverandering is in ons land de aanplant van grote oppervlakte aan extra bossen nodig. Natuurmonumenten is daar vóór en werkt daar aan mee. Deze klimaatbossen moeten niet de bestaande natuur verdringen. Dan zou de natuur drie keer de dupe zijn: van de stikstof, van de klimaatverandering én van de oplossingen om de klimaatverandering tegen te gaan. Veel planten en dieren, die nu zeldzaam zijn of bedreigd zouden dan uit Nederland verdwijnen. Niet alleen bossen dragen bij aan het opslaan van CO2. Ook het vernatten van veengebieden, de aanleg van kwelders en moerassen en andere typen natuur dragen daaraan bij. Natuurmonumenten pleit ervoor de oorzaken van de stikstofuitstoot en klimaatverandering, die vaak hand-in-hand gaan hard aan te pakken en tevens ruimte te zoeken voor nieuwe klimaatbossen. Bijkomend voordeel: die bossen bieden de extra ruimte die nodig is om de groeiende behoefte om te recreëren in de natuur een plek te geven.
Meer informatie
In ons jaarverslag is meer te lezen over het beheer van bossen en andere natuurgebieden.