Voorspelling daling stikstof neemt zorgen niet weg
Afgelopen dinsdag publiceerde het RIVM een rapport over de verwachte trends in de uitstoot van schadelijke stoffen. Het RIVM voorspelt in een persbericht met optimistische toon een daling van stikstofdepositie van 14% in 2030. Maar Natuurmonumenten trekt op basis van het rapport een heel andere conclusie en maakt zich ernstig zorgen. In 2020 en 2030 zal 40% van onze natuur significante schade ondervinden van stikstof. Op honderden plekken in Nederland wordt de doelstelling voor stikstof in 2020 en 2030 niet gehaald. Het gaat dus niet beter, maar slechter.
De natuur heeft zwaar te lijden door een teveel aan stikstof, veroorzaakt door landbouw, industrie en verkeer. Stikstof is een voedingsstof voor planten, maar te veel stikstof zorgt voor onbalans in het voedselaanbod voor planten. Het is het junkfood van de natuur. Bepaalde plantensoorten, zoals brandnetels, gaan door veel stikstof extra hard groeien, waardoor ze andere soorten – zoals de orchidee – verdringen. Dieren die afhankelijk zijn van deze verdrongen planten verdwijnen daardoor ook. Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat door stikstofdepositie in de bossen kalkgebrek in de bodem ontstaat. Hierdoor komt een deel van de mezeneieren niet meer uit en blijken mezenkuikentjes massaal hun botjes te breken. Als we niks doen, sterven er plantensoorten uit, en daarmee de dieren die daarbij horen. We verliezen daarmee onze grote soortenrijkdom in onze natuurgebieden.
De impact van het stikstofoverschot is bovendien niet alleen groot op de natuur. Ook voor de mens heeft het ernstige gevolgen voor de gezondheid. Stikstof slaat neer, trekt in de grond en sijpelt zo door in ons grondwater, waardoor het veel moeilijker wordt om veilig drinkwater te leveren. Een hoge concentratie ammoniak in de lucht heeft bovendien een negatief effect op de longfunctie: mensen die in de nabijheid van intensieve veehouderij wonen hebben meer last van hun luchtwegen.
Ondanks het optimistische persbericht gaven de onderzoeksresultaten in het rapport een veel minder rooskleurig beeld. Het RIVM verwacht weliswaar een dalende trend, omgeven met vele onzekerheden, maar geeft tegelijkertijd ook toe: de ammoniakconcentratie in de lucht is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. In 2020 en 2030 zal 40% van onze natuur significante schade ondervinden van stikstof. Op honderden plekken in Nederland wordt de doelstelling voor stikstof in 2020 en 2030 niet gehaald.
Dat moet anders. In 2015 heeft de overheid het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in het leven geroepen om de stikstofuitstoot te verminderen en in natuurherstel te investeren. De uitstoot door verkeer, industrie en landbouw moet omlaag, en snel. In Noord-Brabant zette het provinciebestuur onlangs een extra belangrijke stap door versneld de stikstofuitstoot terug te dringen. Die noodzaak is er voor heel Nederland.
De overheid, de sectoren verkeer, industrie en landbouw en de natuurbeheerders moeten zich dus samen inspannen om de uitstoot terug te dringen en de gevolgen te bestrijden. Natuurbeheerders zetten zich keihard in om de effecten van het stikstofoverschot op te ruimen, terwijl de overheid zicht zou houden op het terugdringen van de uitstoot door landbouw, industrie en verkeer. Maar volgens het rapport van het RIVM zal de uitstoot van stikstofoxiden tot 2020 alleen maar blijven toenemen.
De natuurbeheerders kunnen veel maatregelen maar één keer treffen. Bijvoorbeeld het weer terugbrengen van stuifgebieden in de duinen of het verhogen van de waterstand in veengebieden. De maatregelen zijn vaak ingrijpend maar noodzakelijk om de natuur beter bestand te maken tegen de uitstoot van stikstof. Maar als tegelijkertijd de uitstoot van stikstof niet daalt maar juist toeneemt, is het dweilen met de kraan open.