Portret: rosse grutto, de trekvogel die baat heeft bij de suppletie van de Galgeplaat en Slikken van den Dortsman
Vele beschermde kustvogels hebben baat bij de suppletie van de Galgeplaat en Slikken van den Dortsman. Iedere nieuwsbrief lichten we een soort uit die profijt heeft bij het ophogen van de voedselrijke slikken en zandplaten. Deze editie: de rosse grutto, de arctische tegenhanger van ‘onze’ grutto uit de polder.
Voor veel vogelliefhebbers is de eerste grutto in Nederland altijd een ‘dingetje’. Een moment waar naar uitgekeken wordt en een teken dat het voorjaar in de lucht hangt. Ieder jaar rond eind februari en maart keert de grutto terug uit Zuid-Europa om hier te broeden. Maar wat velen niet weten, is dat we nog een gruttosoort in Nederland hebben. Een soort van het zoute, namelijk de rosse grutto. In tegenstelling tot de ‘gewone’ grutto, broedt de rosse grutto hier niet. De rosse grutto is hier op doortocht, onderweg naar toendra’s van Rusland en Scandinavië om daar te broeden. De zandplaten in de Oosterschelde vormen een cruciale tussenstop om een aantal weken op te vetten. Sommigen brengen hier zelfs de hele winter door.
Menukaart
Qua uiterlijke kenmerken is met name het mannetje in zomerkleed een opvallende verschijning met een roodbruin verenpakket. Het vrouwtje is veel lichter. Met name in het najaar kun je de prachtige mannetjes zien op het Zeeuwse wad. In de winterperiode, wanneer er soms ook grote groepen foeragerende groepen rosse grutto’s te zien zijn, is het verenkleed veelal wit van onderen en lichtbruin van boven. Rosse grutto’s zijn vooral te vinden op zandige zandplaten. Hun menu bestaat uit zeepieren, zeeduizendpoten en zagers, wormen, nonnetjes en kreeftachtigen. Soms zijn ze ook in de binnendijkse natuurgebieden van Plan Tureluur (op Schouwen-Duiveland) te vinden waar ze op zoek gaan naar emelten (larve van de langpootmug). In mei, als de toendra’s weer ijsvrij zijn, trekken de rosse grutto’s in één vlucht met een volle buik naar hun broedgebied.