Persbericht: Leg de rekening van het klimaatbeleid niet bij onze natuur
Het voorstel voor de hoofdlijnen van een klimaatakkoord dat vandaag werd gepresenteerd, is een goede basis om op voort te bouwen. Maar Natuurmonumenten, de Vogelbescherming en het Wereld Natuur Fonds maken zich ook zorgen. Directeur Natuurmonumenten Teo Wams: “We mogen de rekening van het klimaatbeleid niet neerleggen bij ons landschap en onze kwetsbare natuur”.
Aandacht voor natuur en landschap
Het beperken van klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van onze generatie. Het is essentieel dat alle partijen – bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties – samenwerken om de opwarming van de aarde te beperken. Dat is ook noodzakelijk voor het behoud van de wereldwijde natuur. De inspanningen tegen klimaatverandering mogen de ecologische crisis echter niet vergroten. Leefgebieden van planten en dieren staan onder druk. Ons landschap wordt steeds kleurlozer en stiller. Teo Wams: “We kunnen klimaatverandering tegengaan op een manier waar ons landschap en onze natuur bij gebaat zijn. Maar dat komt niet vanzelf goed. In de verdere uitwerking van de plannen moet aandacht zijn voor klimaatoplossingen die niet ten koste gaan van natuur en landschap.
Natuur als bondgenoot
Natuur kan een waardevolle bondgenoot zijn bij het aanpakken van het klimaatprobleem. Bossen en moerassen zijn bij uitstek geschikt om broeikasgassen als methaan en koolstofdioxide vast te leggen en water vast te houden. In het hoofdlijnenakkoord wordt die oplossing gezien, maar wat de natuurorganisaties betreft mag daar nog wel een schepje bij. Wams: “Alle provincies hebben plannen om natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Als die plannen versneld worden uitgevoerd, levert dat een enorme bijdrage aan het klimaatvraagstuk. We moeten maximaal inzetten op zulke win-win oplossingen”.
Windmolens en zonnepanelen: eerst in bebouwd gebied
Teo Wams: “In Nederland komen er de komende jaren veel windmolens en zonneparken bij. Dat moeten we slim aanpakken. Eerst zoveel mogelijk inzetten op energiebesparing. Daarna zonnepanelen plaatsen op daken, geluidsschermen en in bebouwde gebieden’. Kees de Pater, hoofd Communicatie van Vogelbescherming: “Zonneparken en windmolens moeten niet in natuurgebieden of op plekken met geconcentreerde vogeltrek geplaatst worden. Pas in laatste instantie moeten zonneparken op boerenland mogelijk zijn, en dan niet in boerenland waar nog hoge natuurwaarden aanwezig zijn. Gezocht moet worden naar innovatieve oplossingen waarbij zonneparken de natuur juist versterken.” Zo´n aanpak is in de huidige plannen niet veiliggesteld. Datzelfde geldt voor windmolens. Wams: “Natuurmonumenten vindt dat windmolens niet thuishoren in beschermde natuurgebieden. Dat is in deze plannen nog geen vanzelfsprekendheid, maar we hebben er vertrouwen in dat dit aandachtspunt in de volgende fase ter tafel komt.”
Noordzee
Natuurmonumenten, Vogelbescherming en Wereld Natuur Fonds zijn voorstander van energieopwekking op zee. In de toekomst worden daar honderden nieuwe windmolens gebouwd. Het is cruciaal dat dit hand in hand gaat met plannen om kwetsbare zeenatuur te beschermen. De Pater: “Energieopwekking op zee moet zó worden aangepakt dat belangrijke gebieden voor zeevogels beter worden beschermd en onderwaternatuur er sterker door wordt.” Ook het Wereld Natuurfonds ziet hier zowel kansen als risico’s. Directeur Kirsten Schuijt: "De Noordzee is ons grootste natuurgebied. Het klimaatakkoord biedt juist een unieke kans om zowel de energie- als natuuropgave te verbinden en een dubbeldoelstelling op te nemen. Dan liggen er ook extra kansen voor natuur, bijvoorbeeld met de ontwikkeling van oesterbanken in windparken.”
Landbouw
De natuurorganisaties zijn kritisch over de bijdrage van de landbouw aan het tegengaan van klimaatverandering. Wams: “Het is duidelijk dat de huidige landbouw niet langer in balans is met ons landschap. Schaalvergroting en intensivering hebben hun grenzen bereikt”. Volgens Natuurmonumenten is het onvermijdelijk dat de landbouw verandert. Dat vraagt radicale keuzes. Geen land ter wereld heeft zo´n groot mestoverschot als Nederland. Het hoofdlijnenakkoord spreekt over mestverwerking, maar dat is een schijnoplossing. We moeten bereid zijn om na de denken over het inkrimpen van onze enorme veestapel.” De Pater: ‘De omvang van de veestapel moet in balans gebracht worden met de draagkracht van milieu en natuur met een positief effect op de uitstoot van broeikasgassen.” Volgens de drie natuurorganisaties moet de Nederlandse landbouw zich minder richten op kwantiteit en meer op kwaliteit; voedsel dat geproduceerd is met meer oog voor natuur, milieu en dierenwelzijn. En natuurlijk moeten boeren daar een eerlijke vergoeding voor krijgen. De organisaties zijn dan ook blij dat er later dit jaar een onderzoek wordt uitgevoerd naar de vraag welke keuzes de landbouw moet maken om ook op langere termijn volhoudbaar te blijven. Wams: “Het is van groot belang dat de uitkomsten van dat onderzoek worden meegenomen in de verdere uitwerking van het klimaatakkoord”. De inzet op biomassa-productie voor brandstof baart de natuurorganisaties zorgen. De Pater: ‘Veel van de huidige biobrandstof gaat ten koste van de natuur. Daarmee draagt deze vorm van brandstof bij aan vernietiging van de natuur in plaats van bij te dragen aan een oplossing van het wereldwijde biodiversiteitsprobleem’.
Tenslotte
De uitvoering van het klimaatakkoord wordt misschien wel de meest verstrekkende operatie van onze generatie. Het is essentieel dat het halen van klimaatdoelen niet concurreert met doelen voor natuur en landschap. Wams: “Door de energietransitie zal het aanzien van Nederland in de toekomst vergaand veranderen. Dat is onvermijdelijk. Het is van groot belang dat we die transformatie aanpakken met liefde voor ons landschap en zorg voor onze natuur." Het hoofdlijnenakkoord is een tussenstap op weg naar het Nederlandse Klimaatakkoord. Natuurmonumenten, Vogelbescherming en Wereld Natuur Fonds zullen de komende tijd blijven toezien op voldoende aandacht voor natuur en landschap in de plannen en zien met vertrouwen de verdere uitwerking tegemoet.