Ga direct naar inhoud
Nieuws

‘Nederlandse natuur staat er slechter voor dan ooit’

06 februari 2020 | Natuurmonumenten

De Nederlandse natuur op land staat er slechter voor dan ooit. Het aantal wilde dieren in open gebieden is sinds 1990 met 50 procent afgenomen. Op de hoge zandgronden, zoals de Veluwe, zijn er zelfs 70 procent minder dieren. Neerslag van stikstof is de belangrijkste oorzaak. Dat staat in een alarmerend onderzoeksrapport van het Wereld Natuur Fonds.

veldleeuwerik

De achteruitgang van dieren betreft vooral vogels, reptielen, vlinders en andere insecten die in open gebieden leven zoals heide, aldus het vandaag gepubliceerde Living Planet Report Nederland, getiteld ‘Natuur en Landbouw Verbonden’. Dergelijke gebieden zijn slecht bestand tegen de overmaat van stikstof in de natuur. Het rapport dringt aan op een snelle en structurele vermindering van stikstof om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen.

Heidevogels verdwijnen

Dieren op de heide worden volgens het rapport het hardste getroffen. Snelgroeiende grassen die van stikstof houden overwoekeren de heide en nemen de open plekken in bezit. De gevolgen werken door op dieren zoals vlinders en andere insecten die afhankelijk zijn van voedselplanten. Het tekort aan insecten is weer nadelig voor vogels die van insecten leven.

Verliezers onder de vogels zijn soorten als de korhoen, tapuit, duinpieper en boomleeuwerik. Sterke dalers onder de vlinders zijn de kleine heivlinder en het gentiaanblauwtje. Ook reptielen zoals de levendbarende hagedis hebben ernstig te lijden.

Boerenland zonder bloemen

In agrarische gebieden laten boerenlandvogels zoals de veldleeuwerik, patrijs, kemphaan en grutto de sterkste daling zien. Volgens het rapport zijn de intensieve landbouw, verdroging en het gebruik van bestrijdingsmiddelen de grootste oorzaak.

De achteruitgang onder vlinders van het boerenland is schrikbarend. Onder andere door monotone graslanden zonder bloemen en kruiden zijn populaties met gemiddeld 60 procent afgenomen.

Natuur uitgehold

Volgens Kirsten Schuijt, directeur van het Wereld Natuur Fonds, gaat veel natuur sluipenderwijs verloren.“Ons landschap wordt monotoon en stil, zonder dat we het in de gaten lijken te hebben. Want heide bloeit nog steeds prachtig paars en weilanden zijn groen. Maar wie weet nog dat vroeger wolken vlinders op de heide te zien waren? En dat het boerenland een walhalla was voor weidevogels, bloemen en insecten? We hebben de natuur inmiddels zo diep uitgehold dat ons welzijn en onze welvaart in het geding komen."

Trendgegevens

Het Wereld Natuur Fonds heeft anderhalf jaar aan het rapport gewerkt, samen met onderzoeksorganisaties als het Naturalis Biodiversity Center, Sovon Vogelonderzoek, RAVON, de Vlinderstichting, de Zoogdiervereniging en EIS Kenniscentrum Insecten.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert de trendgegevens van dierpopulaties die aan het rapport ten grondslag liggen vandaag ook op het Compendium van de Leefomgeving. Voor de studie zijn nieuwe statistische analyses toegepast en historische meetgegevens gebruikt. Dat levert een beter inzicht op dan tot nu toe voorhanden was.

‘Hele keten raakt ontwricht’

Natuurmonumenten onderkent de ernstige achteruitgang van planten en dieren door de overmaat van stikstof in de natuur. “De onderliggende problematiek is gigantisch”, vertelt ecoloog Robert Ketelaar.

“Stikstof heeft in dubbel opzicht een negatief effect op onze natuur. Aan de ene kant werkt stikstof als een soort mest waardoor stikstofminnende planten de oorspronkelijke vegetatie verdringen. Dat zie je op de hei en op het stuifzand, waar grassen en mossen oprukken en zelfs algen de bodem bezetten. Funest voor heel veel insecten.

Aan de andere kant versterkt stikstof de verzuring van de bodem. Daardoor spoelen veel mineralen weg die planten en bomen nodig hebben om te kunnen groeien. Zomereiken kwijnen bijvoorbeeld weg of sterven af. Hun blad bevat minder voedingsstoffen voor rupsen. En dus ook voor vogels die rupsen eten. Zo raakt de hele keten ontwricht.”

Herstel is mogelijk

Het rapport toont ook aan dat herstel mogelijk is. In bossen bleven dierpopulaties landelijk gemiddeld stabiel. In bossen op de hoge zandgronden daalden de aantallen dieren weliswaar op plekken met veel stikstofneerslag, maar in gebieden waar stikstofneerslag de afgelopen jaren daalde, bleek de omvang van dierpopulaties gegroeid. 



Het Living Planet Report concludeert dat herstel van biodiversiteit mogelijk is maar om doorzettingsvermogen vraagt. Er zijn forse investeringen nodig in de kwaliteit en kwantiteit van natuur én in een omslag van de landbouw. Boeren hebben hiervoor steun nodig zodat zij kunnen omschakelen naar natuurvriendelijke kringlooplandbouw.



 

 

Natuurmonumenten