"Geen kerngezonde dieren doden om varkenspest te voorkomen”
Natuurmonumenten maakt zich zorgen over de uitgebreide jachtmogelijkheden die de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vrijdag aankondigde om Afrikaanse Varkenspest te voorkomen. Preventief beleid zou zich moeten richten op de grootste risicofactor: verspreiding van het virus door mensen. Het toestaan van grootschalige jacht op gezonde wilde zwijnen is in deze fase volgens Natuurmonumenten niet alleen buitenproportioneel, maar ook ineffectief.
In september benadrukte Schouten nog dat reductie van wilde zwijnen geen oplossing is. Afschieten zou pas aan de orde komen bij een daadwerkelijke uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in Nederland. Nu breidt zij de jachtmogelijkheden op wilde zwijnen fors uit. Onduidelijk is waarom nu zo’n radicaal andere koers gekozen is terwijl geen sprake is van een uitbraak in ons land, of van besmette wilde zwijnen in de grensregio.
Menselijke risicofactor
De Deskundigengroep Dierziekten die de minister adviseert, beoordeelt de kans op Afrikaanse varkenspest door rondtrekkende wilde zwijnen als zeer klein. Een zwijn is honkvast en kan geen grote afstanden afleggen. Het grootste risico op de ziekte komt door menselijk handelen volgens deze deskundigen. Het gaat dan om transport van varkens en varkensvlees, jagers die reizen van en naar risicogebieden en besmet vleeswaar dat is weggegooid door bv. recreanten of vrachtwagenchauffeurs.
“Om te voorkomen dat de Afrikaanse varkenspest in Nederland uitbreekt moet de focus van preventief beleid liggen op de menselijke factor. De zwijnenjacht intensiveren is ineffectief en buiten proportioneel,” legt boswachter André Donker van Natuurmonumenten uit. “Wij vinden dat je geen kerngezonde dieren moet doden om een ziekte te voorkomen. Als morgen de vogelpest uitbreekt, zouden we toch ook niet preventief alle vogels afschieten?”
Jacht in versnipperd landschap
Natuurmonumenten voorkomt in natuurgebieden met een pakket maatregelen dat zwijnenpopulaties ongebreideld groeien en schade aanrichten. Grootschalig afschieten van zwijnen past niet in zorgvuldig beleid. Het verbaast Natuurmonumenten dat als er dan toch wordt gekozen voor uitbreiding van de jachtmogelijkheden, er niet eerst wordt gewerkt met kleinschaliger vormen van bewegingsjacht.
Donker: “De nu voorgestelde jachtmethoden – met maximaal zes drijvers, zes jagers en drie jachthonden - zijn in grote natuurgebieden elders in Europa wellicht effectief, maar zullen in het versnipperde Nederlandse landschap een enorme verstoring van wild teweeg brengen. Dat vergroot ook het risico op aanrijdingen met wild en meer uitwaaieren van de nu goed beheersbare populaties naar nieuwe gebieden.”
Natuurmonumenten neemt verantwoordelijkheid
Het wilde zwijn is een prachtig, waardevol dier dat thuishoort in de Nederlandse natuur en het Nederlandse landschap. Donker: “Natuurmonumenten draagt al jaren bij aan voorkomen en beperken van schade, gevaar en overlast. Dat doen we door populatiebeheer, maar ook werken we aan preventieve middelen zoals het plaatsen van afrasteringen, wildroosters, overzichtelijke, gemaaide bermen en plaatsing van natuurbruggen. De praktijk laat zien dat dit gecombineerde beleid werkt: in Noord-Brabant zijn zwijnenpopulaties de voorbije jaren gegroeid, terwijl de economische schade gehalveerd is. Het doden van wilde zwijnen om de populatie fors terug te dringen, is in deze fase niet effectief en niet proportioneel.”
Bijlagen
87 KB pdf 181013 Kamerbrief AVP.pdf