Bosaanplant in Weert van start
Begin februari starten de werkzaamheden voor de aanplant van de eerste tien hectare robuust bos voor de toekomst. De nieuwe natuur krijgt een plek vlakbij de bestaande Laurabossen en kan worden gerealiseerd door een samenwerking van gemeente Weert, Natuurmonumenten en de Provincie Limburg.
Natuurmonumenten zorgt voor de aanplant en het beheer van de nieuwe bos- en natuurgebieden. De eerste tien hectare wordt aangeplant op percelen gelegen aan de Vetpeelweg/Vlaamseweteringweg, bijvoorbeeld op de voormalige akker naast de vroegere vuilstortplaats. Hier gaan de jonge boompjes en struiken de komende weken één voor één met de hand de grond in. Het duurt dan nog heel wat jaren voordat een echt bos is gevormd.
Bekijk het kaartje met de plantlocaties bij de Laurabossen.
Grote, robuuste bosgebieden
“Heel graag hadden we bij de start ook natuurliefhebbers en inwoners betrokken. Maar dat zit er in coronatijd helaas niet in”, zegt Rob van Schijndel van Natuurmonumenten. “Gelukkig hebben we nog wat aanplantjaren te gaan. In 2023 hopen we ruim 20 hectare nieuwe natuur gerealiseerd te hebben. Dat doen we zoveel mogelijk in aansluiting op bestaande bos- en natuurgebieden ten zuiden van Weert, die onderdeel zijn van GrensPark Kempen~Broek. Dat is niet voor niks, want juist grote aaneengesloten natuurgebieden zijn belangrijk voor allerlei soorten planten en dieren.”
Bomen als bron van leven
Naast nieuw bos in het buitengebied, gaat de gemeente Weert zelf ook nog extra bomen planten in de stedelijke omgeving en in de stadsrand. Een subsidie van €500.000 door de Provincie Limburg maakt dat mogelijk. Wethouder Geert Gabriëls: “We zijn blij dat we samen met Natuurmonumenten en de provincie onze groene ambities kunnen realiseren. Zo dragen we niet alleen bij aan de biodiversiteit en het klimaat, maar versterken we ook de Weerter bosgebieden. Zeker in deze tijd merkt iedereen maar al te goed hoe fijn het is om de natuur in te trekken en te ontspannen.”
Verschillende inheemse soorten
Het nieuwe bos bestaat uit verschillende soorten inheemse bomen: winterlinde, haagbeuk, zoete kers, fladderiep, zomer- en wintereik, gewone esdoorn, beuk en ratelpopulier. Maar ook struiken zoals de hazelaar, gewone vogelkers, veldesdoorn, lijsterbes, meidoorn, vuilboom en Gelderse roos. Juist die mix aan wilde, inheemse soorten is goed voor de biodiversiteit en maakt bos beter bestand tegen ziekten en weersinvloeden. Grote, natuurlijke landschappen vormen een belangrijke buffer in het opvangen van klimaatextremen, zoals langdurige hitte, droogte en wateroverlast.
Open ruimtes
Op elke locatie komen groepjes bomen van verschillende soorten bij elkaar, afgewisseld met struiken. Niet alles wordt vol geplant. Er blijven ook genoeg open gedeeltes met ruimte voor spontane natuurontwikkeling. Aan de bosranden komen struweelsoorten en blijven stukken vrij van aanplant. Hierdoor ontstaat een gevarieerd, structuurrijk gebied met geleidelijke overgangen. Zo profiteren straks niet alleen typische bosdieren van de nieuwe natuur, maar vinden ook soorten die van (deels) open landschappen afhankelijk zijn een nieuw leefgebied.
Op naar 1 miljoen bomen
Gedeputeerde Hubert Mackus van de Provincie Limburg: "Dit initiatief van de gemeente Weert, toch al een van de groenste steden van Limburg, past uitstekend bij onze ambitie om de komende jaren 1 miljoen bomen in de provincie te planten. Met deze ambitie is Limburg ook op landelijke schaal vooruitstrevend. Ik wens Weert en Natuurmonumenten heel veel succes bij de uitvoering van hun ambitieuze plan en kom graag over heel wat jaren een mooie wandeling maken in het bos waaraan de Provincie Limburg trots bijgedragen heeft."