Column stadsboswachter Maurice Kruk: Een zwaluw
Stadsboswachter Maurice Kruk werkt aan de Noordrand van Rotterdam, op het Rotterdams platteland en bij Melkschuur Zuidpolder. Samen met de vrijwilligers van Natuurmonumenten onderhoudt hij hier de oer-Hollandse poldernatuur. Of laat hij natuurliefhebbers tijdens een wandeling vanaf Rotterdam CS zien dat natuur overal is, ook in de stad!
Eén zwaluw…
April is de maand waarin veel trekvogels weer vanuit hun winterverblijf arriveren in Nederland. Toch zijn het vooral de zwaluwsoorten die we associëren met de naderende zomer. Op het Rotterdams platteland kunnen we verschillende soorten zwaluwen aantreffen.
Meestal arriveert de boerenzwaluw als eerste uit de winterkwartieren, de ‘luchtacrobaat van het boerenerf’. Goed te herkennen aan zijn lange gevorkte staart, blauwzwarte uiterlijk van boven, rode voorhoofd en kin, zwarte borstband en voor de rest roomwitte verendek. De nesten vinden we in boerenschuren, stallen (bij voorkeur met vee), loodsen e.d., maar ook wel onder bruggen in de polder. Vandaar ook de Engelse naam ‘barn swallow’ oftewel schuurzwaluw. Zijn voedsel bestaat uit kleine vliegende insecten, zoals muggen en vliegen, die in de vlucht worden verzameld, daarbij soms scherend over het water. Een spectaculair gezicht!
De huiszwaluw heeft eveneens een gevorkte staart, maar veel korter dan die van de ‘boertjes’. De bovenzijde is zwart met een witte stuit, de onderzijde geheel wit. Van oorsprong nestelt deze vogel graag tegen witte krijtrotswanden, maar huizen zijn een prima vervanging. Ze maken hun komvormige nestjes graag onder de overstek van daken (die bij voorkeur een witte rand hebben). Hoe treffend is het dat deze soort in grote getale broedt tegen gebouw ‘De Zwaluw’ aan de Oude Bovendijk.
Daar in de buurt, in Polder Schieveen, vinden we in de broedperiode bij een afgekalfde steile oeverwand de oeverzwaluw. Deze soort broedt in kolonieverband in zelf gegraven gangen in steile wanden (natuurlijke oevers, afgravingen en zanddepots). Bij deze soort zijn de bovendelen bruin, de onderdelen zijn wit met een duidelijke bruine borstband. De onderzijde van de vleugels is vrij donker en de staart is ondiep gevorkt.
Tenslotte is er dan de gierzwaluw. Gebouwen, kerken en andere bouwsels van de mens zijn voor gierzwaluwen net een rotslandschap vol met holtes, waarin zij kunnen broeden. Ze zijn geheel donker van uiterlijk, met alleen een moeilijk waarneembare lichte keelvlek. Kenmerkend is hun halve maanvormige silhouet. Maar vooral hun typische schreeuwende (gierende) geluid: het geluid van de zomer!
Meer stadsboswachter Maurice?
Voor een dagelijks kijkje achter de schermen, prachtige foto's of het laatste nieuws kun je boswachter Maurice volgen op Twitter!
Of kijk hier voor de eerdere columns van stadsboswachter Maurice >>