Column stadsboswachter Maurice Kruk: De groene kerk
Stadsboswachter Maurice Kruk werkt aan de Noordrand van Rotterdam, op het Rotterdams platteland en bij Melkschuur Zuidpolder. Samen met de vrijwilligers van Natuurmonumenten onderhoudt hij hier de oer-Hollandse poldernatuur. Of laat hij natuurliefhebbers tijdens een wandeling vanaf Rotterdam CS zien dat natuur overal is, ook in de stad!
De groene kerk
Een kennis vroeg zich af hoe het toch kon dat een groep natuurbeschermers een natuurterreinbeheerder aanklaagde omdat deze bomen wilde kappen voor de uitbreiding van heide. Dat is omdat het Nederlandse natuurbeleid inhoudt dat maximaal gedaan wordt wat minimaal moet op basis van wetgeving. Dan heb je dus al snel een probleem als er ergens in een gebied een soort afneemt of dreigt te verdwijnen. Want buiten natuurgebieden kun je dan weinig tot niets doen en moet je de oplossing binnen die gebieden zoeken. En dan is het al snel zo dat de ene soort natuur moet wijken voor een andere.
Maar daarnaast geldt, dat net als in het geloof, er verschillende stromingen zijn binnen de natuurbescherming, soms ook wel aanduid als “de groene kerk”, met verschillende percepties van wat natuur is en welke rol de mens daar in heeft. In dat verband wordt er ook wel gesproken over “lichtgroenen” (natuur is overal/alles is natuur) en “donkergroenen” (alleen volledig ongerepte natuur is echte natuur, de mens moet niet ingrijpen in de natuur) aan de uiterste zijden van het spectrum. Voor alle duidelijkheid, de groene kerk is ook het netwerk van kerken die milieu en klimaat hoog in het vaandel hebben staan, maar daar hebben we het nu even niet over.
Het is inderdaad opmerkelijk dat natuurbeschermers soms onderling strijd voeren. In het heetst van de discussie lijkt het er soms zelfs op dat natuurbeheer het allergrootste kwaad is voor de natuur. Maar in de rijtjes van belangrijkste natuurbedreigingen vind je eigenlijk nooit natuurbeheer zelf. Mijn kennis vroeg zich daarom af: “zien die mensen dan het grotere plaatje niet? Ze maken zich druk om een paar ooit door mensen ingeplante bomen in eigen land, terwijl er buiten Nederland duizenden hectares natuurlijk regenwoud worden gekapt ten behoeve van de vleesconsumptie. Als je veel bomen wilt redden zou je misschien beter dáár wat aan moeten doen”.