Ga direct naar inhoud
Nieuws

Kustvogels weten gesuppleerde delen Roggenplaat weer te vinden

04 april 2024 | Paul Begijn

Beschermde kustvogels op de Roggenplaat in de Oosterschelde weten de met zand opgespoten delen steeds beter te vinden. Met name de hoger gelegen delen, het gebied dat 60-80% van de tijd droogvalt, worden steeds beter benut voor het zoeken van voedsel. Daarmee is de situatie bijna op het hetzelfde niveau van voor de aanleg van de zandsuppletie in 2019. Dit blijkt uit een monitoringsrapport van Wageningen Marine Research en Deltares over de eerste drie jaren na aanleg (2020 t/m 2022).

Roggenplaat

Om het verlies aan gebieden voor steltlopers en andere kustvogels om voedsel te zoeken in de Oosterschelde te compenseren heeft Rijkswaterstaat in de winter van 2019/2020 een grote zandsuppletie uitgevoerd op de Roggenplaat. In totaal is op 7 locaties op de Roggenplaat een totaal volume van 1,3 miljoen kuub zand aangebracht. De Roggenplaat, die in het westelijk deel van de Oosterschelde ligt, is de grootste (6,5 x 2,5 kilometer en heeft hierbij een oppervlak van 1460 ha, vergelijkbaar met 2140 voetbalvelden ) en meest voedselrijke zandplaat van de Oosterschelde. Tijdens laag water zoeken hier zo’n 20.000 kustvogels hun maaltje, van in en op de bodem levende dieren, bij elkaar. Voor verschillende beschermde en bedreigde vogels zoals de rosse grutto, zilverplevier, kanoetstrandloper, scholekster en wulp zijn de getijdenplaten dus essentiële voedselgebieden.

 

wulp

Herstel voedselgebieden

Na de aanleg van de zandsuppletie liepen de aantallen vogels op de nieuw aangelegde delen logischerwijs terug. De bodemdieren hadden tijd nodig om het aangebrachte zand weer te koloniseren. De vogels weken daarom uit naar de delen van de Roggenplaat waar nog voldoende voedsel te vinden was. Herstel van het bodemleven vond gedurende de drie jaar geleidelijk plaats.  Op de dunner gesuppleerde delen en gebieden waarvan het zand een kleinere korrelgrootte had kwamen de bodemdieren sneller terug. Het aanbrengen van een laag gebiedseigen zand heeft het herstel van bodemdieren verder bevorderd. De verwachting is dat het bodemleven in de komende jaren verder zal herstellen.

Roggenplaat

Rijk gedekte tafel

Op de hoger gelegen zandsuppleties (droogvalduur 40-60% en 60-80%) bleven de aantallen vogels direct na de suppletie achter. Inmiddels is de situatie in met name het droogval tijdvak 50-80% grotendeels hersteld. Daarmee zitten de meeste suppleties weer min of meer terug op de aantallen foeragerende vogels van de situatie voor de zandsuppletie. Het is de bedoeling dat kustvogels minimaal 25 jaar profijt hebben van de suppletie op de Roggenplaat. De verdere ontwikkeling van de suppleties en gebruik ervan door de vogels wordt komende jaren in de gaten gehouden.

Het volledige monitoringsrapport is hier te vinden.

 

 

Paul Begijn
Paul Begijn