Opinie: Ruimte voor de wolf
Wie je het ook vraagt, iedereen heeft er een mening over. De wolf moet weg, de wolf is welkom. Boswachter Lianne Schröder van Natuurmonumenten en Bart van Ekkendonk, zelfstandig schaapherder die onder andere met een kudde in de Loonse en Drunense Duinen loopt, kijken optimistisch naar de toekomst. “De wolf is een verrijking voor de natuur. Ook in Nederland zijn nog grote, robuuste natuurgebieden waar de wolf zich thuis voelt. Risico´s ontstaan er wanneer de wolf natuurgebieden verlaat en op zoek gaat naar nieuw leefgebied. Kijk naar de gebeurtenissen in Heusden. We moeten werken aan ruimte voor de wolf enerzijds en het beperken van overlast en schade voor veehouders anderzijds. Daarover moeten we samen in gesprek.”
De natuur krijgt meer aandacht
Klimaatverandering, plastic soep, drastische achteruitgang van de biodiversiteit en een intelligente lockdown doen ons beseffen dat natuur onder druk staat én goed moet worden beschermd. In de loop van de eeuwen raakte Nederland steeds voller. Met dorpen, steden, industrie, infrastructuur en een verregaande intensivering van grondgebruik. De natuur kwam steeds verder in de verdrukking; nu is er in ons land nog maar 14% natuur over. Daarmee bungelen we bijna onderaan het lijstje in Europa. Maar zonder planten en bloemen geen insecten, zonder insecten geen bestuiving, vruchten en geen vogels. Het is slechts een deel van de voedselkringloop waar elk dier en elke plant een rol heeft. We hebben het allemaal geleerd op de basisschool, maar leken het vergeten. Het besef van het belang van die kringloop keert gelukkig weer terug.
Verloren schakel is terug
Dit brengt ons ook terug bij de wolf. Hij is een van de verloren schakels in die kringloop. Juist die wolf draagt bij aan een betere balans. De wolf jaagt in zijn leefgebied kieskeurig en efficiënt. Hij pakt vooral oudere, jonge en zieke dieren. Gezonde wilde dieren moeten weer rekening houden met een predator in hun gebied en zullen bepaalde plekken gaan mijden. Zo krijgt op sommige plekken jong bos weer de kans om te groeien. Kadavers die de wolf achterlaat, zijn een bron van leven voor tal van insecten en grotere aaseters als de, eveneens vroeger vervloekte, raaf. Op de vele insecten komen weer vogels en kleine zoogdieren af. Zelfs de botten hebben een rol in de kringloop; een mineraal als calcium trekt weer in de grond, waardoor de bodem verbetert. De wolf is onderdeel van deze kringloop en hij zal zorgen voor een positieve inbreng in de natuur. Als hij de ruimte krijgt.
Schapen zijn geen reeën
De wolf die de natuur verlaat - meestal in een zoektocht naar een eigen leefgebied- vormt een risico voor vee. Als een wolf op wilde prooien jaagt, dan kunnen deze dieren vluchten of ze beschermen instinctief hun groep. Met schapen is het anders. Zij staan doorgaans achter een omheining en kunnen geen kant op als de wolf in die omheining weet te komen. Met de bekende gevolgen die erg zijn voor de schapen en voor de eigenaar. Het is goed dat er een vergoeding is voor doodgebeten schapen, maar liever zien we dat het aan de voorkant al goed geregeld is. Een wolf die het gemunt heeft op vee is een onwenselijke situatie. Zo’n gebeurtenis laat een grote indruk achter bij de herder of boer. En met alle extra administratie en de nasleep is de vergoeding bovendien niet kostendekkend. Het vee moet vanaf nu dus veel beter worden beschermd.
De nieuwe wolvenwerende netten die de provincie uitgeeft, zijn een goede eerste stap. Vooral voor vaste plekken of kleine percelen zijn ze nuttig, maar als je met zogezegde flexbegrazing werkt en de schapen regelmatig moet verplaatsen, zoals op dijken, dan is het geen optie. De netten zijn duurder, zwaarder en kosten dubbel zoveel tijd om op te zetten, dan gewone netten. Voor de korte termijn is het prima, maar we moeten ook naar andere oplossingen zoeken.
Die oplossingen moeten we samen vinden. Vooral de zwervende wolven die we de komende jaren naar verwachting nog vaker zullen zien, moeten we ‘opvoeden’. Wolven zijn slim: als ze leren dat vee geen gemakkelijke prooi is, zullen ze zich richten op wilde dieren. De wolven op de Veluwe hebben zich gevestigd en daar zijn nauwelijks nog problemen. Het is dan ook een groot, robuust natuurgebied, zoals we die als Natuurmonumenten/natuurorganisaties veel meer in Nederland zouden willen zien. Door ook de natuurgebieden robuuster te maken, wordt de kans kleiner dat de wolf de meer bewoonde wereld intrekt. Deze gebieden realiseer je misschien niet van de een op andere dag, maar het is misschien wel te versnellen. Ondertussen moeten we vee beter beschermen en zorgen dat bij dreiging snel gehandeld kan worden. Boeren en herders moeten hiermee worden geholpen.
Daarbij moeten we niet wachten tot de wolf zich gevestigd heeft, maar juist nu moet er iets gebeuren. Die wolf wacht niet af, hij is er gewoon en we moeten ervan uitgaan dat hij op plekken een blijver wordt. Kijk naar andere praktijkvoorbeelden, leer van een wolvenoverleg zoals in Gelderland en pak dat in Brabant ook voortvarend op. Je hoeft het wiel niet uit te vinden, maar kan het ronder maken. Hoe eerder, hoe beter.