Amerikaanse vogelkers maakt ruimte voor bijzondere planten en dieren
Natuurmonumenten is deze week begonnen met het handmatig verwijderen van Amerikaanse vogelkers in de Zeepeduinen op de Kop van Schouwen. Deze maatregel is een vorm van nabeheer om de exoot zo ver mogelijk terug te dringen in het kwetsbare natuurgebied.
Op het eerste oog lijkt het een klein onschuldig plantje, maar als boswachter Aart Goedhart met een spade de vogelkers met wortel en al uit de grond probeert te krijgen, blijkt meteen hoe hardnekkig de soort is. Met wortels van soms wel een meter lang heeft de Amerikaanse vogelkers zich vastgezet in een van de duinvalleien. En wie goed kijkt, ziet dat de soort zich op talrijke plekken heeft uitgezaaid. “De grootste exemplaren zijn enkele jaren geleden al machinaal verwijderd”, vertel boswachter Aart Goedhart. “De planten die er nu staan zijn veelal zaailingen en tweedejaars. Omdat het duingebied kwetsbaar is, werken we liefst zo min mogelijk met machines. Daarom wordt de Amerikaanse vogelkers nu handmatig verwijderd.”
Lange adem
Met financiële steun van de provincie Zeeland uit de pot ‘natuurherstelprojecten’ wordt de komende maand hard gewerkt om zoveel mogelijk Amerikaanse vogelkers te verwijderen. “We hebben een heel lange adem nodig, maar het jarenlange werk begint zijn vruchten af te werpen. Het streven is uiteindelijk om ruim 90% van de vogelkers te verwijderen uit het gebied. Daarmee hebben we de jaarlijkse aanwas onder controle.”
Goedhart wijst naar een stuivend duin, een zogenaamd type grijze duin. “Hier word ik nou echt blij van. De soortenrijkdom rond zo’n duin is enorm. Allerlei kruiden, mossen en korstmossen nestelen zich in het zand. En die trekken op hun beurt weer allerlei insecten aan en bijzondere vogelsoorten, waaronder de tapuit.” Door de aanwezige vogelkers, die ook wel bospest wordt genoemd, dreigen de duinen dicht te groeien. “Daarmee raken we kwetsbare planten en diersoorten kwijt. Daarom is het hard nodig om de invasieve exoot, de Amerikaanse vogelkers, zoveel mogelijk uit te roeien in het gebied.”
Grote grazers
Naast menselijke handen krijgt Aart Goedhart ook hulp van natuurlijke grazers. Schotse hooglanders, shetlandpony’s en exmoors begrazen het gebied en sabbelen van de malse knoppen en het blad. En tijdens het groeiseizoen graast een kudde schapen over de vlaktes om de zaailingen zo min mogelijk kans te geven om tot een groter exemplaar uit te groeien. De boswachter is blij met al die extra hulp. “En bovendien”, voegt hij eraan toe, “ze zijn erg geliefd bij de bezoekers in het gebied. Ze dienen wat dat betreft meerdere doelen.”