Ga direct naar inhoud
Nieuws

Warm en droog = maaien!

27 juni 2024 | Lysan Wolf

De bloemrijke graslanden op de berg in goede conditie houden vereist goed beheer. Dat betekent op het juiste moment begrazen, maaien en hooien.

maaien westhelling

Maaien hooien, maaien hooien

De bloemrijke graslanden op de berg zijn ontstaan dankzij de kleinschalige agrarische activiteiten die hier eeuwenlang plaatsvonden. Een ritme van maaien en hooien waarbij het hooi werd gebruikt als wintervoeding voor de dieren. Door deze vorm van beheer werd er steeds voedsel weggenomen en ontstond een voedselarme (schraal) grasland, een grasland waar bijzondere bloemen en kruiden het goed doen omdat ze niet worden overwoekerd door snel groeiende grassen . 

Deze vorm van beheer zetten wij voort. Want als we niet maaien, dan verruigt en vergrast de bloemenweide en zullen de bloemen verdwijnen. 

Dat doen we niet alleen door te maaien maar ook de kudde schapen en geiten spelen een grote rol in het onderhouden van de graslanden. Lees hier meer over dit samenspel.


Maatwerk

Op de berg zijn meerdere stukjes grasland. Elk met een andere ligging en samenstelling. De maaifrequentie en ook het tijdstip van maaien is afgestemd op de conditie van het desbetreffende perceel. Idealiter maai je als de snelgroeiende grassen net beginnen met bloeien. Zodat ze hun zaden niet kunnen verspreiden. Maar maaien kan alleen met droog weer, plannen van maaiwerk is dan ook een behoorlijke puzzel.

Broedseizoen

In het hoge gras liggen in het voorjaar vaak ook jonge reeën en de broedvogels vinden er een plekje om hun eieren uit te broeden. Ook hier moet, tijdens het maaien, rekening mee worden gehouden. Alvorens te maaien maakt de boswachter daarom een voorloopronde, soms met hulp van extra vrijwilligers die kennis hebben van de fauna en flora. Tijdens de loopronde markeert de boswachter bijzondere flora en als hij een reekalf of nestje ziet worden ook deze gemarkeerd met stokken. De gemarkeerde plekken worden met maaien ontzien.

Op de maaibalk van de tractor zit een harde pieper om dieren te waarschuwen en de gelegenheid te geven weg te vluchten. Er wordt pas na 1 juni gemaaid. In de regel zijn de reekalfjes dan zelfredzaam genoeg om weg te vluchten bij het horen van de pieper. Ook tijdens het maaien letten de boswachters goed op of ze tijdens de loopronde toch misschien iets over het hoofd hebben gezien. De percelen zijn klein, de hellingen soms steil, het is voortdurend opletten.

Lysan Wolf
Lysan Wolf

Boswachter Communicatie & Beleven Sint-Pietersberg, Maastricht