Op naar een grotere biodiversiteit in de ENCI-vijver
De ENCI-vijver, dichtbij de ENCI-fabriek gelegen, was een plek waar leden van de personeelsvereniging van de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) ter ontspanning konden vissen. Deze voormalige visvijver van de ENCI is op 1 januari 2020 door de ENCI aan Natuurmonumenten overgedragen. Sinds oktober 2021 zijn er geen vergunningen meer uitgegeven
Herstel van de biodiversiteit
Natuurmonumenten zet zich in voor een natuurrijker Nederland, ze maakt zich sterk voor het herstel van de biodiversiteit, overal in het land. Herstel van de biodiversiteit is nodig, want het gaat niet goed met de natuur in Nederland. In nog geen 30 jaar is maar liefst 76% van onze insecten verdwenen. Natuurmonumenten ziet kansen om de biodiversiteit in de ENCI-vijver te vergroten en voert het beleid van Natuurmonumenten door waarin staat dat het vangen of doden van dieren voor recreatief genot in principe niet is toegestaan in natuurgebieden van Natuurmonumenten.
Helder en voedselarm water als basis
Ten behoeve van de vissport zijn er destijds karpers in de ENCI-vijver uitgezet. Karpers eten, naast dierlijk voedsel, ook waterplanten. Zij woelen de bodem om opzoek naar deze planten. Zonder karpers zal het water helderder worden. Rietvoorn, bittervoorn, stekelbaars, snoek of baars zijn voorbeelden van vissoorten die zich in dit soort heldere natuurwaterplassen thuis voelen want zij jagen op zicht. Ook zullen er bij de afwezigheid van karpers meer planten in het water en op de oevers gaan groeien, dat is aantrekkelijk voor diverse insecten zoals libellen, waterkevers en schietmotten, die op hun beurt weer vogels aantrekken. Voor vogels ontstaan er ook meer beschutte broedmogelijkheden door rust en planten aan de oevers. De biodiversiteit wordt hierdoor groter.
Wegvangen karpers
Natuurmonumenten heeft haar plan om de ENCI-vijver om te vormen toegelicht aan Hengelsportvereniging Visstand Verbetering Maas. In overleg met deze hengelsportverenging zullen, op een voor de vissen zo gunstig mogelijk moment, karpers weggevangen worden. Deze kunnen wellicht uitgezet worden in andere visvijvers of de Maas. Tijdens het afvangen wordt een indruk verkregen van de visstand en kan worden beoordeeld of er bepaalde soorten vissen bijgezet moeten worden om een visstand te krijgen die past bij dit type water. Op bepaalde plekken zal dood hout in de vijver worden geplaatst waardoor het onderwaterleven gevarieerder wordt en vissen paai- en schuilplekken vinden. Ook het slibpakket wordt bekeken om te beoordelen of er nog aanvullende maatregelen moeten worden genomen om deze omvorming te realiseren.
