Ga direct naar inhoud
Nieuws

Voorbereiden op de winter

16 december 2021 | Kay Jans

De komende tijd zijn boswachters, boeren en vrijwilligers weer bezig met het invangen en verplaatsen van vee in de Maasvallei. Zo vlak voor de winter is dat een vast onderdeel van het reguliere kuddebeheer.

grazers in de winter

De Galloway-runderen en Konikpaarden lopen jaarrond in onze terreinen. Ze leven in sociale kuddes en hebben een belangrijke rol in de natuurgebieden: ze houden het landschap gevarieerd en open en dat is gunstig voor allerlei planten en dieren.

Herindelen van kuddes

In natuurlijke kuddes vindt er jaarlijks aanwas plaats. Door de geboortes van kalfjes en veulens, worden de kuddes groter. Als er teveel dieren in een terrein lopen, kan er voedseltekort of schade aan een gebied ontstaan. Dat willen we niet. Ook voor een optimale natuurontwikkeling is het belangrijk dat de begrazingsdruk op orde is. Daarom stemmen we – elk jaar weer - het aantal dieren in een terrein af op de draagkracht van dat gebied. Dat gebeurt meestal aan het begin van de winter. Onze boswachters worden daarbij geholpen door boeren uit de buurt en vaste veevrijwilligers.

Vee vangen en verplaatsen

Bij de Molenplas in Stevensweert is de kudde Galloways te groot geworden voor het te begrazen gebied. Een deel van het terrein wordt bovendien tijdelijk werkterrein voor de aanleg van een nieuwe vispassage door Waterschap Limburg. Daarom verhuist een flink aantal koeien en stieren de komende tijd naar andere terreinen in de buurt: ondere andere langs het Julianakanaal, bij de Schroevendaalseplas en de Molensteensplas. De paarden zijn al van plek gewisseld, zij grazen voortaan een stukje noordelijker, langs de Oude Maas richting Maasbracht.

Precisiewerk

Ook bij Koningssteen in Thorn en langs de Maas bij Meers en Nattenhoven gaan we aan de slag. De kuddes langs de Grensmaas hebben volop de ruimte, omdat in de afgelopen tijd de oppervlakte van de natuurgebieden is uitgebreid. De meeste dieren kunnen hier daarom gewoon blijven en hun gang gaan. Een klein deel halen we weg. Dat gebeurt overigens niet lukraak. Integendeel, welke dieren uit een kudde worden gehaald, wordt vooraf heel precies bekeken. Zo houden we rekening met genetische aspecten, zodat soorten gezond blijven. Ook letten we op gedrag en gezondheid van de dieren én de interactie met het publiek.

De winter door

Alle dieren hebben tot in de herfst goed gegeten en daarmee een vetlaag aangelegd waarmee ze winter doorkomen. Deze onderhuidse vetlaag houdt de dieren warm en zorgt voor de nodige energie. De dieren zijn goed aangepast op de winter en hoeven in principe niet te worden bijgevoerd. Zelfs onder een laag sneeuw weten ze nog voedsel te vinden. Boswachters, boeren en veevrijwilligers zien de kuddes regelmatig en houden de conditie van alle grote grazers in de gaten. Als we zien dat ze toch te weinig eten kunnen vinden – bijvoorbeeld bij strenge vorst of hoogwater –  krijgen ze extra hooi. Ook drinkwater wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Zo komen onze grazers de winter door.

Mocht je als bezoeker een grote grazer in nood zien, bel dan het nummer van de kuddeverzorger. Het nummer staat op de blauwe bordjes bij de ingangen van begrazingsgebied.

Meer weten?

Op de volgende websites vind je meer informatie over de dieren, het kuddebeheer en natuurlijke begrazing:

Konikpaarden in de vangkraal

Konikpaarden in de vangkraal

Kay
Kay Jans