Wat je wil weten over uilen
Het is nog vroeg in het jaar, maar toch zijn er vogels die nu al op de eieren zouden kunnen zitten. De bosuil bijvoorbeeld! De bosuil heeft baat bij dikke, oude bomen met holtes erin; in dat soort holtes maakt hij graag zijn nest, waar hij overdag rustig kan slapen.
Hoe-hoe-hoe geluid van de bosuil
De bossen van bijvoorbeeld de Velhorst en ‘t Waliën zijn goede plekken voor de bosuil! Misschien heb je ‘m eerder deze winter al horen roepen tijdens een wandeling in de schemering of wanneer je ’s ochtends in het donker naar werk of school fietst; bosuilen maken namelijk het typische, opvallende ‘hoe-hoe-hoe’ geluid wat men vaak met uilen associeert. Heel anders dan het gekras van de kerkuil bijvoorbeeld…(zoek maar eens op!). Bij gebrek aan holtes willen bosuilen ook wel in nestkasten die aan dikke bomen bevestigd worden broeden.
Kerkuil
Kerkuil vindt z’n lievelingseten in het kleinschalig boerenlandschap
Ook de broedperiode van de kerkuilen is in februari weer aangebroken. Waar bosuilen (de naam zegt het al) graag in het bos (of parken, tuinen en andere plekken met dikke oude bomen) broeden, is de kerkuil een echte cultuurvolger. Hij broedt graag in oude schuren en boerderijen en maakt dankbaar gebruik van de speciale nestkasten die we in dit soort schuren graag voor deze soort ophangen.
Mits er in de buurt genoeg afwisseling is van open veld, bosjes, heggetjes, bloemrijke akkerranden en ruigte- en rommelhoekjes; in dit soort kleinschalig boerenlandschap kan de kerkuil goed z’n lievelingseten vinden, namelijk veldmuizen. Daarom planten we graag heggen en houtwallen aan met veel verschillende soorten struiken en bomen en ontwikkelen we kruidenrijke akkerranden. Want een nestkast ‘werkt’ niet zonder genoeg voedsel in de omgeving.
Steenuiltjes
Uiltje zonnebadend op de nok van een schuurtje: steenuil
Een ander uiltje wat ook graag op en rondom erven verblijft, en dan het allerliefst in oude boomgaarden, is de steenuil. Deze kan je ook overdag zien zitten; zonnebadend op de nok van een schuurtje bijvoorbeeld. Ook voor de steenuil plaatsen we graag kasten, die je kan herkennen aan de langwerpige vorm. Deze zetten we niet in schuren zoals voor de kerkuil maar meestal in oude hoogstamfruitbomen. Bijvoorbeeld een oude walnotenboom. Maar ook knotbomen of eikenbomen zijn geschikt. Het zal je verbazen hoe snel deze uiltjes de kasten weten te vinden! Van nature maken ze ook nesten in holtes in dit soort oudere bomen, maar als die er (nog) niet zijn, kan een kast uitkomst bieden.
Steenuilenkast met sluis die marters buitensluiten
Mocht je zelf een steenuilenkast willen plaatsen houd dan rekening met het volgende; koop een ‘marter-proof’ kast met sluis-ontwerp, want steen- en boommarters breken maar al te graag in. En let op dat er mogelijkheden zijn voor jonge, verdwaalde steenuiltjes om uit eventuele putten, vijvers en drinkbakken op je erf te klimmen; de jonge uiltjes willen nog wel eens uit de boom vallen voor ze goed kunnen vliegen en lopen dan gevaar te verdrinken.
Ook is het belangrijk dat er geen gaas rondom de nestboom zit, zodat jonge uiltjes via de bast van de boom weer terug naar de nestkast kunnen klauteren. En ook voor de steenuil geldt dat een niet al te opgeruimd erf met ruigte en rommelhoekjes ideaal is! Trekt bij jou een steenuil in, dan heb je er een vast gezelschap bij, want de steenuil verblijft jaarrond in zijn kleine territorium.
steenuilenkast met martersluis