Groningers kritisch over windmolens op land
Gemiddeld krijgt het Nederlandse buitengebied een 7,5 als rapportcijfer. Met een cijfer van 7,6 beoordelen Groningse deelnemers hun provincie net iets hoger. Groningers zijn verder kritischer dan hun landgenoten tegenover windmolens op land. Dat blijkt uit de Nationale Landschap Enquête van Natuurmonumenten, die door 2.306 Groningers is ingevuld.
De open landschappen langs de Waddenkust, het Zuidelijk Westerkwartier en Westerwolde worden door de deelnemers van de enquête het hoogst gewaardeerd. Opvallend is de matige beoordeling van het Oldambt tussen Delfszijl en Winschoten.
Regie op landschappelijke vraagstukken
“Niet alle open landschappen worden dus even hoog gewaardeerd", aldus Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten. "Mogelijk heeft de industriële uitstraling van Delfzijl hiermee te maken. Het draagvlak voor windmolens is in Groningen verder bovengemiddeld laag. Buiten kijf staat dat regie op alle landschappelijke vraagstukken van belang is: alleen zo houden we deze weidse provincie mooi!”
Mensen waarderen hun woonomgeving hoger als ze meer dieren, bomen, houtwallen en bloemen zien. Marc van den Tweel: “wilde bloemen geven kleur aan onze omgeving en voeding aan insecten. Ze vormen de onmisbare basis voor sterke natuur. 63% van de mensen gaf aan steeds minder bloemen te zien in hun eigen leefomgeving. Vorig jaar wees onderzoek uit dat twee derde van alle insecten verdween in nog geen dertig jaar. Zonder bloemen geen insecten, zonder insecten geen vogels."
Bekijk hier de resultaten van de Nationale Landschap Enquête uit Groningen.