Interview met één van de laatste bewoners van Balsvoort
Ans Goorden, redactielid binnen de ledencommissie Brabant-Rijk van Nijmegen, ging op pad met Rien van Oirschot. Rien groeide op in het laatste gezin dat de hoeve van de eeuwenoude Kempische landbouwenclave Balsvoort bewoonde. Met zijn bijzondere verhaal neemt hij je mee naar de Kampina, in het midden van Brabant en het boerenleven in de natuur.
Rien zou zijn vader opvolgen, de laatste boer van Hoeve Balsvoort in natuurgebied De Kampina. Maar Rien van Oirschot zag geen toekomst op de overgebleven boerderij van een eeuwenoude Kempische landbouwenclave. “We hadden geen stromend water, gas of elektriciteit en in de zomer was de beek ons bad. Korhoenders, blauwe gentiaan … er waren er genoeg! We fietsten over modderige paden naar school. En onze zeug werd gedekt door een wild zwijn.” Zo heeft Rien nog veel meer bijzondere verhalen.
Waadplek door de Beerze
De omtrek van een oude schuur herinnert op De Kampina aan Balsvoort, een Kempisch gehucht uit de middeleeuwen, vernoemd naar een waadplek door de Beerze. Nog niet zo heel lang geleden deed de originele schuur met rieten dak nog dienst als paarden- en varkensstal en opslagplaats voor o.a. graanschoven. In de aangrenzende nieuwere hoeve woonde van 1946 tot 1974 het boerenechtpaar Van Oirschot met hun zes kinderen. Een daarvan, Rien neemt mensen graag mee naar de plek waar hij als kind en jongeman een mooie tijd beleefde, te midden van de natuur. “Ik wilde ook boer worden, maar kwam er al snel achter dat dit hier niet haalbaar was, dus werd het chemie bij een Amerikaans bedrijf. Maar ik kom hier nog dikwijls, soms met mijn hele familie. Ook mijn kinderen en kleinkinderen willen graag weten hoe het er op Balsvoort aan toe ging. Voor hen heb ik mijn memoires geschreven.”
Laatste boer van Balsvoort
Balsvoort was eerst een landbouwenclave van drie boerderijen. Rien: “Bij de restanten plukten we als kind nog de pruimen”. Eén hoeve bleef er over. Daar heeft zich in WOII een drama afgespeeld: onderduikers werden verraden en twee zonen van de familie Schut (toenmalige bewoners) doodgeschoten. Deze hoeve met 16 hectare weide- en akkerland huurde Riens vader als laatste boer op Balsvoort van Natuurmonumenten, die toen al eigenaar is. “We woonden afgelegen en op een doortrappertje fietsten we naar school in Oisterwijk: 8,5 km verder. We hadden geen elektriciteit, stromend water of gas. Boodschappen werden eens per week bezorgd in ruil voor o.a. onze eieren. Toen ik bij een val een schedelbasisfractuur opliep bracht mijn vader mij in de sjees naar De Blauwe kei, waar hij de dokter kon bellen die me naar het ziekenhuis bracht. Maar vooral heb ik een leuke, onbezorgde tijd gehad. In de winter speelden we spelletjes, in de zomer waste mijn moeder ons in de Beerze, waar we ook visten. Met vriendjes zwommen we in de vennen waarop we elke winter konden schaatsen. We zagen nog korhoenders en dachten dat de hele Kampina van ons was…”
Biggetjes met strepen
“Zodra je uit school was hielp je mee op de boerderij. Het was geen vetpot, het belangrijkste was dat we rond kwamen. Ook wilde konijnen en alen uit drinkputten dienden als voedsel, er waren er genoeg. We hadden een hof met groente en fruit en hielden allerlei dieren. Tussen de stallen in de oude schuur kookte mijn moeder de was. De varken liepen ook buiten en een wild zwijn zag kans om onze zeug te dekken: ze kreeg biggetjes met zwarte strepen!! Toen die begonnen te niezen injecteerde de veearts ze met een medicijn tegen verkoudheid … nog geen uur later waren ze allemaal dood! Ik heb mijn vader nog nooit zo te keer horen gaan, hij was een echte dierenvriend. Paarden hadden zijn voorkeur, hij fokte diverse rassen. Alles ging toen nog met paard totdat er een tractor kwam, en elke keer als die over de Beerze reed was het spannend of het toenmalige houten bruggetje het zou houden... “
Mooie herinneringen
Rondom de hoeve waren de graslanden waarop koeien liepen en soms gekampeerd werd door IVN of een ponykamp. Rien: “Voor ons als kind een leuk verzetje.” De koeien werden twee keer per dag gemolken. “Dat ging het hele jaar door. De melk koelden we in de treksloot bij het Winkelsven en moest elke morgen vóór acht uur klaarstaan aan de verharde weg 3,5 kilometer van Balsvoort. Nog steeds ben ik heel vroeg wakker, de biologische klok is nooit veranderd.” Op speels gevormde akkers groeiden diverse graansoorten, aardappels en bieten. “Het planten en oogsten ging veel met de hand en als buren hielpen de enclaves Balsvoort, de Logt en ’t Haantje elkaar. Ieder jaar kwamen ze vanuit de regering kijken of we ons aan ons plan van wisselteelt hielden.” Rien was ook bij de vrijwillige bosbrandweer. “Je hoorde de sirenes, klom in de boom en als je vuur zag reed je er op de fiets naar toe.” Na zijn trouwen ging Rien met zijn vrouw in Tilburg wonen, maar elke zaterdag hielp hij zijn vader op Balsvoort en dan nam hij zijn kinderen mee. “In 1974 verhuisden mijn ouders vanwege de gezondheid van mijn vader naar een boerderijtje in Oisterwijk. Hoeve Balsvoort werd een vakantieverblijf en is in 1987 gesloopt; we zijn maar niet gaan kijken toen dat gebeurde, teveel mooie herinneringen... Gelukkig kan ik die nog steeds ophalen als ik hier naartoe wandel en de kastanjeboom zie die er toen al stond.”
Mix van natuur en cultuurhistorie
Rondom Balsvoort kun je de mix van natuur en cultuurhistorie overal zien. Muurtjes en houtwallen zijn nu schuilplekken voor dieren. Her en der zie je nog de vorm van een typische bolakker. Langs de meanderende Beerze en in de vennen groeien bijzondere planten en kun je allerlei vogels spotten. Dankzij intensief beheer en de hulp van veel vrijwilligers komt de heide langzaam weer terug. Met geluk zie je de reeën lopen, tussen bomen die Rien al uit zijn jeugd kent. Hopelijk kan hij daar nog vele jaren van blijven genieten.
Wandeling
Wil je Balsvoort zelf bewonderen? Wandel de route 'Logtsevelden' en bewonder de contouren van één van de boerderijen.
Balsvoort vanuit de lucht met op de achtergrond de hei