Afscheid van IJslandse paarden op de Kampina
Trouwe bezoekers van natuurgebied Kampina zal het ongetwijfeld opvallen: er lopen geen paarden meer. Aan het tijdperk van begrazing met IJslandse paarden is deze week een einde gekomen. Luc Roosen, coördinator natuurbeheer bij Natuurmonumenten: “Er zijn meerdere redenen die tot dit besluit hebben geleid. Enerzijds zorgden de paarden regelmatig voor spanningen met recreanten en anderzijds vormden deze grote grazers een behoorlijke beheerinspanning. Tenslotte bleek ook uit de tussentijdse toetsing van de natuur op de Kampina dat de graasdruk met paarden moeilijk te sturen is en daardoor niet de gewenste effecten oplevert.” Tijdens die tussentijdse toetsing is door de beheerder uitgebreid gediscussieerd over het begrazen met paarden, wat uiteindelijk tot dit besluit heeft geleid.
Keuze voor paarden
In totaal hielpen zo’n twintig jonge IJslandse merries mee in het beheer op de Kampina. Deze IJslanders zijn van particulieren, niet van Natuurmonumenten. Gekozen is voor uitsluitend merries omdat er ruiter- en menroutes door het gebied lopen. Hengsten vertonen namelijk eerder agressief gedrag richting andere paarden. Het zijn jonge paarden variërend van één tot vier jaar oud. Ze kunnen die eerste vier jaar nog niet bereden worden en groeien op deze manier op in kuddeverband. Zo leren ze op natuurlijke wijze van elkaar. De keuze voor paarden is genomen omdat paarden ander graasgedrag vertonen dan koeien. Ze zijn namelijk in staat stukken vegetatie zeer kort te houden. Dat komt ten goede aan de heide in het gebied. In de praktijk blijkt echter dat de paarden zo hun voorkeuren binnen die 900 hectare van het natuurgebied te hebben. Luc: “Bij het Brandven zien we mooie hoge hei, terwijl even verderop een stuk staat dat waar pijpenstrootje domineert. Daar dringen de twintig paarden de vergrassing niet voldoende terug. Aanvullend beheer met maaien en plaggen blijkt nog steeds noodzakelijk.”
Opdringerig
De paarden zorgen regelmatig voor spanningen met recreanten. Luc: “Paarden zoeken het publiek vaker op en hebben een hogere aaibaarheidsfactor dan koeien. Ondanks de informatieborden die overal in het gebied staan, aaien mensen ze en worden ze gevoerd. Daar worden ze lastig en opdringerig van. We zien dat ze zeker in de weekenden rond de fietspaden rondhangen. We krijgen geregeld meldingen van zowel wandelaars als ruiters die aangeven zich bedreigd te voelen door enkele paarden.”
Veel werk
De paarden moeten een paar keer per jaar gevangen worden voor een controle door de veearts en een hoefsmid. Het komt ook wel eens voor dat de paarden uit het raster breken en gevangen moeten worden. Door het contact met ruiters en aangespannen ruiters is de overdracht van ziektes en wormen aan de orde en moeten ze op een apart weiland ontwormd worden. Luc: “Wekelijks controleren en tellen we de paarden. Soms krijgen we meldingen van een wondje of een kreupel paard en daarop moeten we natuurlijk reageren. Laatst zat het been van één van de paarden vast in het wildrooster en ook dan zijn wij de eersten die in actie komen.”
Koeien en schapen
Fiets, wandel of ruiter je door de Kampina? Dan heb je nog altijd kans om grote grazers tegen te komen. Er lopen nog altijd zo’n 100 Blonde d'Aquitaine koeien van de familie Oomen en schaapherder Boris zwerft met zijn kudde met 150 Schoonebeker schapen in het seizoen door het gebied.