Zeldzame dwergganzen terug in de Harger- en Pettemerpolder
Dwergganzen zijn weer terug bij Natuurmonumenten om te overwinteren in de Harger- en Pettemerpolder.
Dwergganzen, ook wel goudoogjes genoemd vanwege het ‘gouden’ randje rond hun ogen, zijn weer terug bij Natuurmonumenten in de Harger- en Pettemerpolder. De boswachters van Natuurmonumenten zijn verheugd dat deze zeldzame ganzensoort weer terug is om te overwinteren. De groep van 43 ganzen verblijft overdag in de eeuwenoude polder vlak bij Petten, ’s nachts slapen de ganzen in het Zwanenwater bij Callantsoog.
Zeldzame soort
De dwergganzen die nu in de Harger- en Pettemerpolder verblijven, broeden in Zweden. Omdat de ganzen met uitsterven werden bedreigd, is daar in de jaren ‘80 een herintroductieprogramma gestart. Eieren van dwergganzen werden uitgebroed door brandganzen. De jonge dwergganzen vlogen met de brandganzen mee naar Nederland om te overwinteren. Nu keren de inmiddels oudere vogels als familiegroepjes bijna elk jaar terug in Nederland, waar ze afwisselend verblijven nabij Strijen in Zuid-Holland en de Harger- en Pettemerpolder. De wereldpopulatie bedraagt tussen de 16.000 en 27.000 exemplaren; het merendeel broedt op de toendra’s in Siberië. De Europese populatie is sterk afgenomen.
Zenders
Enkele dwergganzen dragen een zender. Dankzij deze zenders wordt steeds meer informatie over de dwergganzen verzameld. Bijvoorbeeld dat ze ‘s nachts slapen in het Zwanenwater. Het overwinteren in de Harger- en Pettemerpolder doen de dwergganzen van begin januari tot half maart.
De uitgestrekte Harger- en Pettemerpolder is beroemd vanwege het drukke vliegverkeer het hele jaar door. Klik hier voor meer informatie over de Harger- en Pettemerpolder. De slaapplek van de dwergganzen is het Zwanenwater. Een natuurgebied in topvorm in de duinen bij Callantsoog.
(foto: Eric Menkveld)