Natuurherstel in Natura 2000-gebied het Geleenbeekdal
Langs de Geleenbeek vind je buiten de dorpen en steden een enorme rijkdom aan natuurgebieden: van hellingbossen tot natte broekbossen, van kalkmoerassen tot bloemrijke graslanden. Vanaf november 2023 voert Natuurmonumenten werkzaamheden uit om dit unieke, afwisselende gebied ook voor de toekomst te behouden. We vertellen je graag meer over het belang en de voortgang van de werkzaamheden.
- Natuurtransferium De Biesenhof
Biesenweg 1, 6164 RA Geleen (LB) - Alle projecten
Een gezond systeem
De werkzaamheden in het Geleenbeekdal maken deel uit van het Programma Natuur en de subsidieregeling Natura 2000-gebieden. Daarmee willen provincie en Rijk kwetsbare natuurgebieden herstellen en versterken, samen met natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten. Dat is nodig, want steeds meer soorten planten en dieren verdwijnen.
Dat komt onder meer doordat er te veel stikstof in de bodem zit. De bodem is daardoor extra verrijkt met voedingsstoffen. Dat klinkt positief, maar is het niet. Want veel planten die hier van oudsher voorkomen, houden juist van een voedselarme bodem. Zij verdwijnen als er te veel voedingsstoffen zijn, waardoor de variatie in planten en dieren kleiner wordt.
Een verdwenen soort is vaak een teken dat er iets helemaal mis is. In de natuur hangt alles met elkaar samen. Planten, dieren én mensen zijn onderdeel van hetzelfde ecosysteem. Gaat het slecht met de natuur, dan staat onze eigen leefomgeving onder druk: schone lucht, schoon water, een gezonde vruchtbare bodem en een mooi landschap.
Daarom werken we de komende tijd aan:
- Gezonde bossen
- Open bosranden
- Water voor broek- en bronnenbos
- Verbetering leefgebied zeggekorfslak
- Ontwikkeling en beheer kalkmoeras
- Broedstoven voor het vliegend hert
Gezonde bossen
In de bossen in het Geleenbeekdal groeien eeuwenoude bomen, zoals beuken en zomereiken. Daartussen staan exoten, zoals de Amerikaanse eik en de acacia. Dat zijn boomsoorten die van nature niet in dit gebied voorkomen. De bomen trekken daardoor maar weinig insecten aan. Zo leven op een Amerikaanse eik ongeveer 20 soorten. Terwijl op de zomereik, een inheemse eikensoort, minstens 400 soorten insecten leven.
Natuurmonumenten haalt ieder jaar een deel van de exoten weg. Ook dode en zieke bomen halen we weg. Groeien op een plek veel bomen van één soort bij elkaar? Dan verwijderen we daarvan een deel. Op plekken waar we bomen kappen, planten we nieuwe inheemse soorten aan. Zo ontstaan bossen met veel verschillende soorten die hier van nature voorkomen. Daardoor wordt het bos beter bestand tegen ziektes en stormen. En biedt het straks meer kansen aan planten en dieren.
Waar?
Imstenraderbos (Heerlen), Terworm (Heerlen), Kathager Beemden (Vaesrade), kern Schinnen, Stammenderbos (Sweikhuizen), Swier
Open bosranden
Veel bosranden vormen een harde grens met de graslanden daarnaast. De hoge begroeiing in het bos gaat gelijk over in de lage begroeiing van het grasland. Daardoor is er minder diversiteit aan planten en dieren, die normaal juist in deze overgangen veel voorkomen.
De komende tijd maken we op verschillende plekken open gedeeltes in de bosrand. Daardoor ontstaat er een onregelmatige bosrand die geleidelijk overgaat van open veld naar steeds hogere begroeiing. Op termijn groeien er bomen en struiken van allerlei soorten en leeftijden. Tal van planten en dieren vinden hier een plek om te leven. Er broeden verschillende zangvogels. Ook insecten, slakken en paddenstoelen profiteren van dit beheer.
Lees meer over bosrandbeheer
Waar?
Hulsberger Beemden (Hulsberg), Imstenraderbos (Heerlen), Kapellerbos (Schinnen), Swier, Terworm (Heerlen)
Water voor broek- en bronnenbos
Op verschillende plekken in het Geleenbeekdal vind je natte bossen. Hier staan bomen met hun wortels in vochtige bodem. Maar de laatste jaren dreigen steeds meer natte bossen te verdrogen. Dat komt onder meer doordat extreme regenval wordt afgewisseld door lange periodes van droogte. En doordat veel molens, die het water in de beken opstuwden, uit het Zuid-Limburgse landschap zijn verdwenen.
Op sommige plekken nemen we daarom maatregelen om de grondwaterstand te verhogen. In Terworm kappen we populieren die de bodem van het broekbos (moerasbos) sterk uitdrogen. En in de Hulsberger Beemden hogen we de beekbodem van de Hulsbergerbeek op. Ook dempen we de Laak en verschillende greppels. Daarmee voorkomen we verdere erosie en ontwatering van het bronnenbos in dit gebied.
Waar?
Hulsberger Beemden (Hulsberg), Terworm (Heerlen)
Verbetering leefgebied zeggekorfslak
De zeggekorfslak is een bijzonder landslakje dat leeft van de schimmels op moerasplanten. Maar moerassen en moerasplanten zijn er steeds minder. Daardoor heeft de zeggekorfslak het moeilijk. We helpen hem door de moerasbossen waarin hij leeft vochtig te houden, onder meer door op sommige plekken populieren te verwijderen. Ook vergroten we de variatie in zijn leefgebied.
Daarnaast voeren we beheer uit om meer licht op de bodem te laten vallen. Daardoor kunnen de planten op de bodem beter groeien. Zoals de grote zegge, de favoriete plant van de zeggekorfslak. In Terworm maken we waterloopjes en greppels minder diep, want ook dat helpt de slak om hier te overleven.
Waar?
Kathager Beemden (Vaesrade), Terworm (Heerlen), kern Schinnen
Ontwikkeling en beheer kalkmoeras
De Zuid-Limburgse kalkmoerassen zijn de enige kalkmoerassen van Nederland. Je vindt ze op maar een paar plekken, waaronder Kathagen. In de zeldzame moerassen met kalkhoudend water leven veel bijzondere planten en dieren, zoals gele zegge, groot vedermos en grote muggenorchis.
Om het aanwezige kalkmoeras te versterken en uit te breiden, halen we houtige begroeiing weg. Daarna voeren we maaibeheer in. Twee keer per jaar maaien we de randen rondom het kalkmoeras terug. De bijzondere begroeiing krijgt daardoor meer kansen. Daardoor kan dit deel van het gebied ook tot kalkmoeras worden ontwikkeld. Of het dient als bufferlocatie, zodat de invloed van de gebieden om het kalkmoeras kleiner wordt.
De maaiwerkzaamheden worden uitgevoerd met een wetlandtrack of een maaimachine met ballonbanden.
Waar?
Kathager Beemden (Vaesrade)
Broedstoven voor het vliegend hert
Het vliegend hert is de grootste kever van Nederland. Mannetjes worden wel 9 cm groot, met grote geweivormige kaken. De kever staat op de lijst van bedreigde diersoorten. In het Geleenbeekdal komt hij op verschillende plekken nog wel voor. We helpen hem door broedstoven aan te leggen: stapeltjes eikenstammen met houtsnippers. Als de stammetjes gaan rotten, kunnen de larven van het vliegend hert in het hout uitgroeien tot volwassen kever. Zo breiden we het leefgebied van het vliegend hert uit.
Lees meer over het vliegend hert
Waar?
Hulsberger Beemden (Hulsberg), kern Schinnen
Klaar voor de toekomst
De werkzaamheden in het Geleenbeekdal vinden plaats in het kader van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn). In deze wet is vastgelegd dat we de natuur verbeteren en de stikstofneerslag omlaag brengen. Met de werkzaamheden verarmen we de grond en herstellen we verbindingen tussen verschillende gebieden. Hierdoor keren soorten terug en wordt de natuur weerbaarder en robuuster. Zo spelen we ook in op de extremen die het gevolg zijn van klimaatverandering.
Alle werkzaamheden zijn op basis van vooronderzoek en in overleg met experts bepaald. We grijpen dus heel gericht in om het Geleenbeekdal toekomstbestendiger te maken.
Lees meer over stikstof en natuur
Contact
Wil je meer weten over het Geleenbeekdal?
Bezoek dan onze gebiedspagina met o.a. nieuwsberichten en activiteitenagenda. Of meld je aan voor de digitale nieuwsbrief.
Heb je nog vragen?
Neem dan contact op met de Beheereenheid Zuid-Limburg via [email protected].
Bezoekersinformatie
Bereikbaarheid
- Natuurtransferium De Biesenhof
- Biesenweg 1, 6164 RA Geleen (LB)
Parkeren kan bij de parkeerplaats Biesenweg 1, Geleen, bij de Biesenhof. Vanaf daar is de route 6 km.