Column: Beestjes van De Bruin – Paapje
Jacob de Bruin is ecoloog en schrijft over zijn belevenissen in het Fochteloërveen. In zijn column Beestjes van De Bruin vertelt hij over bijzondere beestjes en zeldzame plantensoorten in het hoogveengebied.
Denken als een paapje
Het paapje, een bescheiden, maar verassend fraai zangvogeltje, waarvan de populatie in de afgelopen 20 jaar meer dan gehalveerd is. Dat in het landelijk gebied veel soorten afnemen of verdwijnen weten we, maar het paapje neemt ook af in natuurgebieden. Er zijn nog een paar honderd broedparen in Nederland. Het Fochteloërveen herbergt momenteel ongeveer eenderde van deze populatie! Dat is dus een flinke verantwoordelijkheid. We willen het de paapjes dan ook het graag naar de zin maken. Maar hoe?
Het paapje is een soort die mij al lang intrigeert. Tijdens mijn werk in de Onlanden bij Groningen en in de Odra Delta in Polen heb ik veel paapjes waargenomen. De plek van hun territorium is iets wat me tot op de dag van vandaag altijd heeft beziggehouden. Ze zijn namelijk veel kritischer dan hun familielid de roodborsttapuit. Maar waarom? Hun territoria liggen vaak op gradiënten van droog naar nat, het landschap moet open zijn met enkele lage uitkijkposten. Hun kleine territorium moet gevarieerd zijn zodat er voldoende insecten voorhanden zijn om de jongen te voeren. In de Onlanden probeerden we het ultieme beheer uit te dokteren en we noemden het zelfs “Paapjesland”. Prachtig toch? Maar het blijkt best ingewikkeld om het paapje te helpen.
In het Fochteloërveen komen de paapjes weer op mijn pad. Ook hier leven veel vragen. Afgelopen jaren is er dan ook een onderzoek uitgevoerd door Sovon en Oenanthe ecologie. Begin dit jaar hebben we een symposium georganiseerd met de Vogelbescherming Nederland. Alle kenners en beheerders zaten bij elkaar om kennis te delen over paapjes. Dit helpt om te denken als een paapje. Stel, ik ben een paapje, dan kom ik vanaf april weer terug van “mijn vakantie” ergens ten zuiden van de Sahara. Ik ben een sociaal vogeltje en dus ga ik naar een plek waar meer soortgenoten zijn en zoek ik een territorium dicht bij mijn soortgenoten. Het moet een gebied zijn waar veel verschillende soorten insecten aanwezig zijn. Ik zoek een mooie zangpost uit op de Bonghaar in het Fochteloërveen en laat mijn mooiste lied horen in de hoop een vrouwtje te verleiden. Dat is nogal lastig want om een of andere reden zijn er meer mannen dan vrouwen. Sommige mannen zingen maandenlang, maar er komen geen vrouwtjes op af, want die zijn er niet zo veel. Als ik dan toch een vrouwtje weet te strikken blijf ik in haar nabijheid. Voor de gezelligheid? Of misschien om te voorkomen dat een van die ongepaarde mannen vreemdgaat met haar? Als de jongen uit het ei kruipen is er werk aan de winkel. Er moeten honderden insecten aangevoerd worden. Denk aan rupsen, kevers, sprinkhanen, spinnen en libellen. Het moet in één keer goed want het ik broed maar één keer. Mijn neef, de roodborsttapuit, kan wel drie keer broeden in een seizoen. De jongen zitten veilig in een goed verborgen nest op de grond. Het liefst in een gebied waar weinig roofdieren komen. Als alles goed gaat verlaten de jongen na 11 tot 15 dagen het nest. In de loop van augustus vertrek ik weer naar tropisch Afrika.
Wat er precies misgaat voor paapjes snappen we nog niet. Het tekort aan vrouwelijke paapjes is erg opvallend en lijkt de kink in de kabel te zijn. Maar hoe kan dat dan? Zijn ze een prooi voor andere dieren? En zo ja door welk dier? Waarom worden ogenschijnlijk geschikte habitats niet gebruikt? Waarom zit 1/3e van de populatie in een hoogveengebied? Waarom broedt het paapje maar één keer per seizoen? Wat is de invloed van de landelijke afname van insecten? Waarom leven ze graag in gemeenschappen? Waarom is de verwante soort, de roodborsttapuit, wel succesvol? Verder onderzoek moet ons helpen deze vragen verder te beantwoorden zodat we nog beter kunnen denken als een paapje. Zo kunnen we bepalen wat we als natuurbeheerders moeten doen om deze soort te behouden in het Fochteloërveen.
Meer Beestjes van De Bruin?
Wil je eerdere columns lezen van Jacob de Bruin? Kijk dan op Beestjes van De Bruin.
beeld © Anne Westerhof