Ga direct naar inhoud

Onderzoek naar hoogveenherstel in het Fochteloërveen

Begin januari 2024 zijn we begonnen met een groot meerjarig onderzoek naar het sneller herstellen van hoogveengebieden. Samen met onderzoekers van de Radboud Universiteit en de Universiteit Utrecht zijn we het veld ingegaan om kennis en expertise uit te wisselen.

Hoogveenherstel Fochteloërveen

Om te voorkomen dat het hoogveen en de soorten die er leven verdwijnen, voeren we de komende jaren maatregelen uit om de natuur te herstellen. Als eerste maatregel wordt er gebruik gemaakt van drijvende en biologisch afbreekbare elementen die vanzelf vergaan. Hiermee kunnen we zorgen dat er meer veenmos gaat groeien in open water. Dat is belangrijk voor herstel. De komende twee jaren wordt bekeken of dit op grotere schaal kan worden toegepast in het Fochteloërveen.

Een tweede maatregel binnen dit onderzoeksproject richt zich op het opvullen van open water met witveen om de verandering van open water naar veenmosvegetaties te bevorderen. Witveen is weinig vergaand veen, eigenlijk een soort jong veen. In het witveen zitten veel veenmosrestanten. Ook al is het veenmos al lang dood, nog steeds functioneert het als een spons. Nadat het water is opgevuld wordt het waterpeil zo ingesteld dat het flink drassig is. Dit vormt goede omstandigheden voor veenmosgroei. De onderzoekers gaan experimenteren met de herintroductie van verschillende soorten veenmossen op dit veen, in verschillende hoeveelheden of oppervlaktes. Ze gebruiken daarvoor stukjes veenmos. Hiervan willen we leren hoe het veen zonder begroeiing zich ontwikkelt als we er veenmossen op aanbrengen of juist niet.

Een derde manier om het hoogveen te herstellen is door het spitten en natter maken van de veenbodem. Op de veenbodem groeit veel pijpenstrootje (Molinia caerulea) dat erg snel groeit en de groei van andere plantensoorten belemmert. Daarnaast verdampt er door pijpenstrootje meer water in de zomer. Door het spitten van de bodem wordt de bovengrond omgespit en losgemaakt en wordt de situatie met de grote hoeveelheid pijpenstrootje eigenlijk gereset. Vervolgens is het de bedoeling dat het veen gaat drijven. Dit wordt onder andere gecreëerd door bacteriën die methaan produceren. Het methaan lost niet op in water en de belletjes dragen bij aan het drijven van de los gespitte veenlaag. Deze kleine begroeide drijvende eilandjes vormen uitstekende omstandigheden voor hoogveenherstel. Er is nog weinig bekend over het effect van het spitten van de bodem op het herstel van het hoogveen en daarom zal het in de komende jaren nader worden onderzocht. 

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid