(Natuurlijk) Maaien
In een ver verleden trokken kuddes wilde oerherten, paarden en runderen door ons land. Niet afgesloten door rasters, maar door de vrije natuur. Dat leverde een gevarieerd landschap op en een rijkdom aan planten en -diersoorten. Door de groei van de bevolking en de verandering van levenswijze heeft de leefomgeving van de grazers plaats moeten maken voor steden, dorpen, akkers, weilanden en productiebossen. Met het verdwijnen van de kuddes nam de variatie en de soortenrijkdom af.
Ergens begin jaren 80 werd duidelijk dat de ecologische samenhang weer hersteld moest worden. Natuurbeheerders zijn de grote grazers weer onderdeel gaan maken van het landschap. Als we het hebben over grote grazers bedoelen we daarmee verschillende rassen paarden, koeien en schapen. Daarnaast zijn er natuurlijk nog wilde grazers zoals edelherten, reeën en zwijnen, maar die zoeken zelf hun plekje. Al vrij snel na terugplaatsing van een kudde in een gebied nam het aantal planten- en diersoorten toe. Afhankelijk van het natuurgebied en de gewenste manier van begrazing kiezen veel natuurbeheerders voor verschillende diersoorten. Paarden grazen op een andere manier dan bijvoorbeeld koeien. Ze snijden met de tanden het gras kort af terwijl koeien met hun tong de grotere pollen weg eten. Zo kunnen ze ook elkaar helpen. Niet alleen het grazen is van belang, maar ook het omwoelen van de bodem draagt bij aan het leefgebied van bijvoorbeeld insecten en reptielen. Net als de poep van groot belang is voor heel veel dier- en plantsoorten. Op een verse hoop komen duizenden vliegen af en ook de kevers weten hier wel raad mee. Er zijn zelfs schimmelsoorten die zich op een hoop ontwikkelen tot (mest)paddenstoelen vanwege de onverteerde voedingsstoffen.
Vogelsoorten profiteren ook van de dieren in hun leefomgeving. Ze zitten vaak op een paardenrug om insecten uit de vacht te plukken. De losse haren kunnen ze weer goed gebruiken bij het bouwen van een nest, heel circulair! Reigers benutten de rumoerige situatie die ontstaat rondom een kudde om opgeschrikte kikkers en muizen te vangen. Eksters verlossen zelfs de dieren van volgezogen teken.
Er bestaan ook verschillende verbanden tussen planten en grazers. Planten hebben er baat bij om niet en als het dan toch moet, zo laat mogelijk gegeten te worden. In elk geval nadat ze tot bloei zijn komen en zaad hebben verspreidt. Zo heeft watermunt heeft een scherpe geur en distels zijn door de stekels ook niet zo geliefd. En het veelbesproken Jacobskruiskruid is zelfs giftig. Sommige plantensoorten zoals grote klit en zwart tandzaad hebben zaden met haren of haakjes ontwikkeld die zich vasthechten aan de vacht en zo uitgebreid verspreid kunnen worden.
In een aantal gebieden van regio de Zuid Hollandse Eilanden kom je verschillende soorten grazers tegen. In de Middel- en Oostduinen bij Ouddorp loopt er jaarrond een kudde Exmoorpony’s. De Schotse Hooglanders op Tiengemeten zijn al jaren een bekend beeld.
Als het te goed werkt, werkt het ook niet goed; er kan ook teveel gegraasd worden. In Voornes Duin waren er tot een aantal jaar geleden een tweetal kuddes Schotse Hooglanders te vinden. De koeien graasden daar het hele jaar door en aten meer weg dan wenselijk was; de graasdruk was te hoog. Daarnaast ging de kwaliteit van de duinmeertjes achteruit doordat ze veel afkoelden in het verfrissende water. Door de poep werd het water vervuild waardoor waterplanten en kikkers het lastig kregen. Een verhuizing bleek de oplossing te zijn…op Tiengemeten was voldoende woonruimte beschikbaar. Sinds het vertrek van de hooglanders wordt er nu aan seizoensbegrazing gedaan. In de zomermaanden lopen er koeien van een pachter door het gebied. Wel binnen de rasters om ervoor te zorgen dat ze niet aan zee lopen. Al gaat dat heel af en toe wel eens mis….
De schapen van Schaapskudde Westvoorne zijn een aantal maanden per jaar actief in de Springertduinen. Ze helpen mee in het open houden van het duinlandschap. Daarnaast worden ze ingezet als middel tegen de bestrijding van de reuzenbereklauw in het Scheelhoekbos in Stellendam.
Het is een mooie ervaring om grazers tegen te komen tijdens je wandeling. De soorten waar we voor hebben gekozen staan er om bekend ze goed samen gaan met publiek. Het is belangrijk om voldoende afstand te bewaren, in de regel minimaal 25 meter. Probeer ze niet lokken of aan te raken en voer ze vooral niet. De natuur biedt alles wat ze nodig hebben en zij bieden wat de natuur nodig heeft.