Boer en boswachter bieden weidevogels een thuis
Al tientallen jaren holt de biodiversiteit in ons land achteruit. Leefgebieden verdwenen op grote schaal. Natuurmonumenten wil dat een halt toeroepen. Zoals op Texel. Samen met boeren herstellen onze boswachters weidevogelgebieden.
Nederland was lange tijd weidevogelhoofdstad van de wereld. De omstandigheden waren optimaal: open landschap, kleine percelen, hoge waterstanden, bloemrijke weides en drassige stukken land langs sloten. Niet voor niks broedt maar liefst 90 procent van alle grutto’s in Noordwest-Europa bij ons. Maar weidevogelhoofdstad Nederland is niet meer wat het geweest is. Neem de grutto. In 1975 broedden er 120.000 gruttoparen in ons land. Dat zijn er nu minder dan 40.000. Bij kieviten, tureluurs, scholeksters en wulpen zie je vergelijkbare afnames.
Hoe het zover is gekomen?
Door modernisering van de landbouw is de thuisbasis van weidevogels – bloemrijke, natte weilanden - veranderd in ontwaterd, bemest grasland waar bijna niks anders meer groeit dan eiwitrijk gras. De weidevogels vinden in de droge bodem te weinig voedsel. Voor de jonge vogels zijn bijna geen insecten door te weinig bloemen. Daar komt bij dat het gras al vroeg in het voorjaar wordt gemaaid, waardoor jonge vogels zich niet meer kunnen verstoppen voor roofdieren.
Vogeleiland Texel
Dat is voor Natuurmonumenten reden om de samenwerking met boeren op te zoeken. Willen we onze biodiversiteit weer op peil brengen, dan is vooral grote winst te boeken op het platteland. Op Texel werken boswachter Loran Tinga en 24 boeren, die grond pachten van Natuurmonumenten, samen. Neem boer Gerco Eelman uit Oosterend. Met zijn broer Robin en zijn ouders Jaap en Astrid heeft hij een bedrijf met 140 melkkoeien en 50 fokschapen. 60 hectare van hun grond is primair bestemd voor de productie van voer voor de koeien. Dat past in het streven naar duurzame kringlooplandbouw. Op 40 hectare krijgt de natuur voorrang. Van die 40 hectare pacht de jonge boer 30 hectare van Natuurmonumenten. “Ik wil goed zijn voor m’n koeien. Daarbij gaat het niet alleen om de melkproductie, ik wil ook dat ze gemakkelijk oud kunnen worden op ons bedrijf. Ik vind het een uitdaging om goede resultaten te halen op de natuurgronden.”
Beter bodemleven door vaste stalmest
Boer en boswachter spreken af hoe ze de leefomstandigheden kunnen verbeteren. Voor een beter bodemleven rijden de boeren alleen vaste stalmest uit. Ze maken een planning wanneer waar gemaaid kan worden. Als er gemaaid wordt – en dat is nooit voor 1 juli – gaat het altijd van binnen naar buiten, zodat jonge weidevogels die er nog zijn naar de randen kunnen vluchten. Ook blijven er stroken staan met verschillende soorten grassen en andere planten. Daarin vinden niet alleen vogels in de winter voedsel. Dankzij de stroken overleven ook muizen de schrale maanden. Als er voldoende muizen zijn, jaagt de bruine kiekendief minder op jonge weidevogels.
Van pachter naar partner
De samenwerking die boswachters en boeren op Texel vormgeven, is in de ogen Natuurmonumenten dé manier om het boerenland weer tot leven te brengen. “We gaan ook samen op cursus”, vertelt Loran, “een prima manier om inzicht te krijgen in elkaars werk. Boeren zien waarom wij bepaalde maatregelen willen, ik zie hoe hun bedrijf in elkaar steekt.” “We waren pachters die aan allerlei voorwaarden moesten voldoen. Nu zijn we partners”, aldus Gerco. “En mijn belangstelling groeit, nu ik steeds meer in de gaten krijg welke maatregelen positief uitpakken voor de natuur. En als supermarkten en consumenten een eerlijke prijs betalen, kunnen veel meer boeren overstappen op natuurinclusieve landbouw’’. “We zijn op de goede weg, vult Loran aan. Met de grote, open polder waarin het waterpeil stijgt, gaan de broedresultaten de komende jaren echt verbeteren.”
Genieten van de natuur op Texel?
Bekijk hier onze routes op Texel.
Onze aanpak van landbouwtransitie
Lees hier hoe wij willen bijdragen aan meer biodiversiteit door natuurinclusieve landbouw.