Westerwoldse Akkerdag levert mooie discussies op
Tientallen pachters en medewerkers van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten bezochten woensdag 7 juni de Westerwoldse Akkerdag. Ze kregen les van Michiel Drok (oud-docent Aeres Hogeschool) en bekeken samen een aantal bloemrijke akkers in het Dal van de Ruiten Aa. Het enthousiasme is groot. “Dit is een mooie manier om te kijken of je eigen beeld klopt met dat van de natuurorganisaties. Alleen de gesprekken zijn al heel waardevol”, zegt pachter Harry Luring.
De deelnemers rijden aan het begin van de middag de Doene Esweg op. Ze worden meteen omringd door imposante hoeveelheden klaprozen en korenbloemen. Pachter Gert Hesse vertelt dat hij honderd kilo van de meest uiteenlopende zaden in de grond heeft gestopt. Van lupine tot boekweit. De akkers staan vol met tarwe en rogge. “Wat een plaatje…”, zegt boswachter Jeroen Kuipers van Natuurmonumenten als hij uitkijkt uit over het land. “En als ik ervan geniet, doen de flora en fauna dat ook”, glimlacht hij.
Geen kale akkers
Zijn omgeving geeft hem gelijk. Op de akkers die Hesse pacht staan het hele jaar gewassen. “En daarvan profiteren de vogels. De geelgors zit hier bijvoorbeeld. Heb je een tijd lang kale akkers, dan zoekt hij een andere plek”, vertelt Kuipers. In de groep ontstaat ondertussen een gesprek over melde. Dat plantje is niet geliefd onder akkerbouwers. “Maar een kneu is er gek op. Het gaat er maar net om welk doel je met een akker hebt…”, zegt Johan van der Wal van Natuurmonumenten, die ondertussen ook een veldleeuwerik heeft gehoord.
Goede discussies
Het zijn precies dat soort verschillende inzichten die de eerste Westerwoldse Akkerdag zo interessant maken, zegt boswachter Anneke Epping van Staatsbosbeheer. “Dit is een vervolg op de cursus natuurondernemer/beheer natuurgrasland. Daarin ontbrak de aandacht voor akkerbeheer. Vandaar deze dag. We gaan bijvoorbeeld in op de bodem, akkerkruiden, probleemkruiden en het belang van flora en fauna. En we wisselen vooral onze ervaringen uit. Mooi dat er meteen goede discussies ontstaan.”
Nauwe samenwerking
Dat past ook bij het karakter van dit gebied, vertelt Kuipers als de Ruiten Aa in het blikveld verschijnt. De natuurorganisaties werken hier nauw samen met de akkerbouwers. “Alleen Natuurmonumenten heeft in Westerwolde al 180 hectare aan akkers. Samen met Staatsbosbeheer en SOVON ontwikkelden we op basis van oud kaartmateriaal plannen voor dit gebied. Daarop zagen we dat één perceel honderd jaar geleden wel uit zes stukjes grond van verschillende eigenaren bestond. Aan de hand daarvan hebben we de percelen weer opgedeeld en daarop staan verschillende gewassen. En het mooie: die biodiversiteit is goed voor de flora en fauna en de boeren verdienen er een goede boterham mee.”
Ervaring van de pachters
Kuipers beschouwt Westerwolde daarom als een voorbeeldgebied. Juist door de intensieve samenwerking tussen natuurorganisaties en akkerbouwers komen er mooie dingen tot stand. “Wij hebben veel aan de ervaring van de pachters. Als voorbeeld dat de pachter door teveel kweek een soort die wij ook niet graag zien minder andere soorten kunnen verbouwen, dan geven we tijdelijk toestemming voor andere soorten. Zo teelden we biologische aardappelen om plaagkruiden de kop in te drukken. Ook staan we soms eenmalig drijfmest toe. Als je samen verder wilt komen, moet je elkaars dilemma’s begrijpen.”
Ervaringen uitwisselen
Dat is ook voor Harry Luring de waarde van deze Westerwoldse Akkerdag. Hij is even verderop in Onstwedde de elfde generatie Luring op een melkvee- en akkerbouwbedrijf. “Het mooie van deze dag is dat je ervaringen uitwisselt, zodat je ook ontdekt of het beeld van de natuurorganisaties past bij je eigen beeld. In grote lijnen is dat het geval, al zijn er natuurlijk altijd details waarover je van mening verschilt. Maar daarover praten we op basis van gelijkwaardigheid”, zegt Luring, die enthousiast is over de ontwikkelingen in Westerwolde. “Ik denk dat we allemaal wel zien dat het in Nederland beter en mooier kan. Daar werken we hier aan.”
Waardevolle soorten
“Voederwikke, vogelwikke, ringelwikke…”, benoemt docent Michiel Drok één voor één de plantjes in zijn hand. Hij staat tussen twee akkers vol rogge en boekweit. “Varkensgras, akkervergeet-mij-nietje, windhalm”, vult Staatsbosbeheer-ecoloog Leon Luijten hem aan. Het zijn dan nog wel niet de SNL-doelsoorten, maar wel belangrijke soorten die aantonen dat het met de biodiversiteit in dit gebied de goede kant opgaat. En de vogelgeluiden boven de akkers ondersteunen die gedachte.
Terugkerende traditie
De deelnemers gaan na een uurtje akkerbezoek terug naar Gasterij Smeerling. Daar duiken ze nog een halve middag in de studiebanken. Drok vertelt daar over de doelen van akkerbeheer en hoe pachters kruidenrijke akkers kunnen realiseren. Hij sluit de les af met de overhandiging van ‘het akkerboek’. “Of deze dag een traditie wordt?”, herhaalt Anneke Epping een vraag. “Als ik de goede gesprekken en de enthousiaste reacties hoor, dan lijkt me dat bijna een zekerheid. Dit was in ieder geval een hele mooie en zinvolle dag.”