Ga direct naar inhoud

Hoopvol herstel van hoogveen

Half Nederland bestond ooit uit veen. Daarvan resteren nog wat snippers en zelfs die staan onder druk. Maar er is hoop; herstelmaatregelen stellen de toekomst van onze veengebieden veilig. Goed nieuws voor de kraanvogel, heikikker, hoogveenglanslibel, watersnip én de wandelaar.

Fochteloërveen

Van Heerenveen tot Helenaveen, van Griendtsveen tot Gasselternijveen, nogal wat plaatsnamen verwijzen naar ons veenverleden. Niet gek, eeuwenlang werden vele tienduizenden hectares veen ontgonnen voor de landbouw en winning van brandstof (turf). Zowel hoogveen als laagveen.

Het verschil? Hoogveen bestaat uit plantenresten en wordt uitsluitend gevoed door regenwater. Veenmossen nemen dat water op, waardoor er een levendige veenlaag ontstaat die steeds dikker en hoger wordt. Laagveen bestaat ook uit plantenresten, maar wordt gevoed door grond- en oppervlaktewater. Dit open water groeit langzaam dicht (verlanding). Het hoogveen staat in dit artikel centraal, een landschap dat we tegenwoordig alleen nog in natuurgebieden aantreffen.

Levend hoogveen

Ooit lag in Nederland 250.000 hectare hoogveen. Van deze uitgestrekte hoogveenvlaktes is nu nog zo’n 8.000 hectare over. En daarvan verkeert minder dan 10 hectare in goede toestand; ‘levend’ hoogveen met de juiste watercondities waarin hoofdzakelijk veenvormende veenmossen groeien. Zo ontstonden de veenpakketten in Nederland van soms wel tot 12 meter dik.  Herstel van deze veenlagen duurt lang: de aangroei onder optimale condities is een paar millimeter per jaar. Het duurt dus honderden jaren om een veenpakket van één meter dik te krijgen.

Schatkamer

Op die laatste hoogveengebieden zijn we zuinig. Er leven echte specialisten die je bijna nergens anders ziet. Vanwege de extreme omstandigheden (heel nat, heel zuur, heel voedselarm) kunnen alleen goed aangepaste soorten hier overleven. Een hoogveen is dus niet bijzonder soortenrijk, maar wel rijk aan specialisten.

Denk aan bijzondere soorten veenmossen, veenpluis, kleine veenbes, ronde zonnedauw en lavendelheide. En het wemelt er van de insecten, voedsel voor hagedissen, slangen, kikkers en vogels zoals de roodborsttapuit, blauwborst en kraanvogel. Kortom, het zijn schatkamers van onze biodiversiteit. Hoogveengebieden zijn bovendien belangrijke klimaatbuffers. Ze vangen water op, houden het broeikasgas CO2 vast en zorgen voor verkoeling van de omgeving.

Ringslang in het Fochteloërveen

Ringslang in het Fochteloërveen

Heikikker

Heikikker in veenplas

Superspons

De meest kenmerkende eigenschap van hoogveen is het vasthouden van water. Met dank aan de veenmossen, de supersponzen van de natuur. Eén veenmosplantje kan tot veertig keer z’n eigen drooggewicht aan water vasthouden.  En veenmos breekt heel moeilijk af, maar het groeit wel door. En aantal soorten vormt ook bulten. Zo kwamen veenmospakketten langzaam maar zeker steeds hoger in het landschap te liggen.

Maar door het afgraven van het veen de afgelopen eeuwen kwamen veel hoogveengebieden als een omgekeerd soepbord in het landschap te liggen. Het gevolg: het water stroomde er aan alle kanten uit. De supersponzen werden droger en droger.

Damwanden

Al sinds de eerste aankoop van hoogveen in 1938 zijn onze boswachters bezig om het water zo lang mogelijk vast te houden. Het veen werd in zones verdeeld en rondom het veen werd de grondwaterstand verhoogd om tegendruk te geven. Vanaf de jaren tachtig werden ook damwanden geplaatst om water vast te houden. Dat hielp tijdelijk, maar de verdroging zette door. De afgelopen twintig jaar werd dat erger. Door lekkende damwanden, periodes van langdurige droogte en de overmaat in stikstof in de natuur. Stikstof bevordert de groei van grassen en bomen en die verdampen veel water. Om het hoogveen te redden is een grootschalige aanpak nodig. En dat is nu in volle gang.

Fochteloërveen

Op de grens van Friesland en Drenthe wordt nu het grootste herstelproject uitgevoerd: Fochteloërveen Toekomstbestendig. “Er lekt er veel water weg naar de omgeving” vertelt projectleider John Tukker. “Het Fochteloërveen is al decennia verdeeld in compartimenten om het water vast te houden. Elk compartiment is omkaderd en heeft een stuw om de optimale waterstand voor groei van veenmos te krijgen.  Maar van de circa negentig kilometer aan veelal houten kades, bleek na onderzoek circa 55 kilometer lek. Die worden nu vervangen door nieuwe kades van zand en leem. Zo kunnen we het water weer vasthouden en stellen we de toekomst van de hoogveennatuur veilig.”

Gelijktijdig wordt ook voor CO2 lange tijd opgeslagen. “Een goed functionerend, groeiend hoogveen is een geweldige CO2-binder. Maar daarvoor moet het hoogveen wel nat blijven. Als het veen uitdroogt, komt juist CO2 vrij. Daarnaast zorgt het hoogveengebied ook voor verkoeling van de omgeving. Kortom, met dit project beschermen we de biodiversiteit, houden we water vast, slaan we CO2 op en zorgen we voor koelte.” In 2021 zijn de werkzaamheden gestart en volgens plan zijn alle kades in 2029 gereed.

Aanleg van nieuwe kades in het Fochteloërveen

Aanleg van nieuwe kades in het Fochteloërveen

Witte Veen

Ook het Witte Veen in Twente is natter geworden dankzij herstelwerk dat vanaf december 2022 is uitgevoerd. Een belangrijke ingreep was het afgraven van de fosfaatrijke toplaag rondom vennen en op enkele voormalige landbouwpercelen. “Zo’n ingreep heeft veel potentie”, vertelt boswachter Jeroen Waanders. “De schrale grond komt zo weer aan de oppervlakte. Daar zitten zaden in van planten die hier vroeger groeiden. Ervaringen uit het verleden leren dat soorten als dopheide, heidekartelblad en welriekende nachtorchis terugkeren. Een vochtig heidelandschap waar bijvoorbeeld kamsalamanders kunnen leven.”

Ven in het Witte Veen

Ven in het Witte Veen

Rondom de hoogveenkern zijn ook dennen en berken gekapt. “Bomen onttrekken veel water. Om het hoogveen nat te houden, is 19 hectare bos gerooid. Het gebied heeft nu ook zijn openheid terug, tot vreugde van velen. Waar elders in het land kap nog wel eens tot protest leidt, waarderen veel mensen uit de omgeving het landschapsbeeld zoals ze dat nog van vroeger kennen. Een open gebied met hier en daar nieuwe uitzichten over water en hoogveen.” De werkzaamheden worden in het voorjaar van 2024 afgerond, tot tevredenheid van Jeroen. “Het typerende veenlandschap is terug en sluit perfect aan bij de Duitse hoogveengebied aan de andere kant van de  grens. Wie weet herontdekt ook de kraanvogel het Witte Veen als broedgebied. Er is wel eens een broedpoging gedaan, maar die mislukte. Hopelijk proberen ze het straks opnieuw.”

Korenburgerveen

Dit hoogveengebied in de Achterhoek heeft nog een gave hoogveenkern die de afgelopen jaren beter is beschermd tegen verdroging. Damwanden worden ook hier de komende jaren hersteld en de waterhuishouding rondom het Korenburgerveen is heringericht ten gunste van de natuur. “Daarmee behouden we oude veenlagen en krijgt nieuwe veenvorming weer een kans”, vertelt ecoloog Robert Ketelaar. “Dat is de essentie van dit gebied; levend hoogveen dat hier van oudsher voorkomt. Rondom de hoogveenkern liggen ook blauwgraslandjes en trilvenen die van de toegenomen vochtigheid profiteren. Een fantastisch gebied waar ik geniet van de herboren natuur.”

Wie deze zompige natuur zelf wil zien, kan wandelen over het vernieuwde vlonderpad in het Meddose Veen, onderdeel van het Korenburgerveen bij Winterswijk.

Vlonderpad in het Korenburgerveen

Droge voeten voor de wandelaar