Streekeigen akkerrandenmengsels IJsselvallei: verbinding natuur met landbouw
Bloeiende akkerranden met korenbloemen, kamille en klaproos. Voedsel voor bestuivers als bijen, vlinders en zoemende zweefvliegen. Maar waarom zijn juist gebiedseigen akkerrandenmengsels zo belangrijk? En wat komt daar allemaal bij kijken? Waar let je dan op?
Deze akkerranden vormen prachtige en belangrijke linten in het landschap. Waar akkervogels als gele kwikstaart en geelgors weer kleurrijk schitteren in het zonlicht en hun heldere zang met roepjes laten horen. Ze vinden hier volop voedsel. Ook roofvogels zoals de torenvalk weet hier weer een muis te vangen.
De Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei, BoerenNatuur Veluwe en Natuurmonumenten hebben hun krachten gebundeld voor het project ‘IJsselvallei akkerrandenmengsels’. Dit initiatief heeft als doel de biodiversiteit te bevorderen, de natuur en het landschap te versterken en duurzame landbouwpraktijken te ondersteunen. Samen richten ze zich op het ontwikkelen van gebiedseigen zaadmengsels voor akkerranden in de zuidelijke IJsselvallei.
Natuur en duurzame landbouw
Kruidenrijke akkerranden bieden een essentieel leefgebied voor een wereld aan insecten, vogels en kleine zoogdieren. Deze randen fungeren als schuilplaats, voedselbron en als verbinding tussen verschillende leefgebieden. Ook overwinteren veel insect in de randen, waar gedurende de winterrust nog stengels en plantenresten overblijven.
Gele kwikstaart – boerenlandvogel van open akkers waar ze spinnetjes en insecten vinden.
Ecologisch belang akkerranden
Insecten spelen een onmisbare rol in het ecosysteem. Akkerranden vergroten het leefgebied van insecten en geven zo een impuls aan de biodiversiteit.
- Hogere insectendichtheid betekent meer voedsel voor vogels
- Akkerranden vormen voor insecten, vogels, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën een verbinding tussen de natuurgebieden
- Akkerranden worden gebruikt door landelijk zeldzame en bedreigde soorten
Torenvalk – in de akerranden speuren ze naar de veldmuizen die hier leven. Het belangrijkste voedsel voor de torenvalk.
Wat schiet de boer hiermee op?
Verschillende insectengroepen en andere bodemdieren uit akkerranden leveren aan de boer verschillende diensten. En sommige soorten leveren zelfs meerdere diensten tegelijk:
- Gewasbestuivers
- Plaagdiereters
- Opruimers
- Bodemverbeteraars
Gewasbestuivers en plaagdiereters – v.l.n.r. boven de aangebrande valkmot, klein geaderd witje, blinde bij, akkerhommel en onder de grote sabelsprinkhaan, snorzweefvlieg, goudoogjes, vijfstippelig lieveheersbeestje
Insecten, zoals bijen, zweefvliegen en vlinders helpen bij de bestuiving van gewassen, maar sommigen dragen ook bij aan natuurlijke plaagbestrijding. Net als lieveheersbeestjes zijn zweefvlieglarven namelijk belangrijke bestrijders van bladluizen. Daarnaast kunnen de larven van zweefvliegen ook een belangrijke rol spelen in het bestrijden van trips in de hoofdteelt – blijkt uit onderzoek in 2022. Andere geleedpotigen zoals springstaarten vertoeven graag in de strooisellaag. Hier smullen ze van bacteriën, schimmels en rottende plantenresten. Kortom, akkerranden zijn van onschatbare waarde voor zowel natuur als landbouw.
Opruimers en bodemverbeteraars – v.l.n.r. boven de citroenlieveheersbeestje, lieveling, zuringrandwants, groene rietcicade en onder de prachtwapenvlieg, wenkvliegjes, eenhoornige snoerhalskever, menuetzweefvlieg
Aanleiding gebiedseigen akkerranden IJsselvallei
Akkerranden langs akkers inzaaien is in Nederland sinds een aantal jaren in opkomst. Hiervoor zijn verschillende zaadmengsels op de markt gebracht, die vaak met goede bedoelingen in de randen worden gezaaid. Vaak met onbedoelde gevolgen waar de boer zich niet altijd van bewust is. Helaas bevatten veel van de aangeboden mengsels zaden van twijfelachtige exotische afkomst en cultivars - waar onze insecten niets aan hebben en ze bedreigen onze inheemse planten.
Hoewel sommige akkerranden er dan aantrekkelijk en kleurrijk uitzien, betekent dat niet automatisch dat ze die meerwaarde bieden die onze insecten zo hard nodig hebben. Sommige gecultiveerde bloemen bevatten geen nectar of stuifmeel, waardoor deze nuttige bestuivers kostbare energie verliezen. Of ze kruisbestuiven en bedreigen zo onze inheemse bloemen. Zoals korenbloemen in een akkerrand die niet blauw maar roze van kleur zijn. Hier kunnen ze zich vermeerderen met de inheemse blauwe korenbloemen.
Andere exotische planten kunnen zich invasief gedragen: spreiden zich uit naar bermen en natuurgebieden. Daar kunnen ze de inheemse kruiden verdringen die juist in het ecosysteem van de IJsselvallei thuishoren, en hier hun eigen belangrijke rol vervullen.
Toekomstgericht ontwikkelen
Belangrijk dus om bij de keuze van de zaadmengsels niet alleen naar het aantrekkelijke beeld van de akkerranden te kijken. Maar juist vooral naar de ecologische rol van de mengsels en de positieve bijdrage ervan aan de teelt van het hoofdgewas. Door het goed uitkienen van de zaadmengsels - met een focus op genoeg diversiteit, het juiste beheer en het moment van zaaien - minimaliseren we het risico van mislukking en het mislopen van alle waarden die akkerranden kunnen bieden.
De opgedane kennis over de toegevoegde waarden van akkerranden in de loop van de tijd, wordt zoveel mogelijk gedeeld met de boeren in dit project. Dit betreft met name de kwaliteit van bodem en bodemleven, en het beheer van deze randen. Dus het niet zichtbare ondergrondse deel ervan. Al is over het bovengrondse en zichtbare deel van de akkerranden veel meer kennis en literatuur te vinden - is deze niet altijd weid verspreid bekend – en delen we dit. Ook met de boeren de boeren buiten dit project.
Geelgors – vogel van kleinschalig boerenland, broedt graag in een insect- en zaadrijke omgeving. De zang van het mannetje doet denken aan de 5e symfonie van Beethoven.
Zaadmengsels en akkervogels
In 2024 is het project gestart, waarbij nieuwe zaadmengsels specifiek voor de IJsselvallei zijn samengesteld en getest. Het projectteam - samen met experts op het gebied van functionele en biologische landbouw en biodiversiteit - heeft deze mengsels in januari 2025 grondig geëvalueerd. De geselecteerde mengsels bestaan zoveel mogelijk uit inheemse plantensoorten, met een focus op biologische teelt. Essentiele bloemen zoals korenbloemen, kamille en klaproos vormen samen met granen de basis van de mengsels.
In deze akkerranden vinden insecten en vogels naast voedsel ook schuilgelegenheid. Zo vond de zeldzame veenhommel in september nog nectar in een van de gemonitorde randen. Kunnen steenuilen jagen op muizen. En profiteert de patrijs - een bedreigde akkervogel - van de zaden en insecten in zo’n akkerrand.
Patrijzen – de jongen van deze bedreigde akkervogel leven de eerste weken enkel van insecten en andere kleine bodemdiertjes.
Monitoring insecten
In 2024 zijn de akkerranden gemonitord door Thijs Willems – ecoloog Natuurmonumenten – om de effectiviteit van de mengsels te evalueren. Hierbij is gekeken naar de aanwezigheid van insecten en het succes van opkomst van de soorten. Dat helpt om inzicht te krijgen in zowel de ecologische als landbouwkundige voordelen van de akkerranden.
Vanwege het natte weer vorig jaar zijn de akkers wat later ingezaaid dan gebruikelijk. Al waren er geen significante verschillen te zien in de aanwezigheid van insecten bij de oorspronkelijke en de nieuwe zaadmengsels, heeft de ecoloog in zijn rapport onderbouwd waarom goed doordachte akkerranden zo belangrijk zijn.
Lieveheersbeestjes in akkerranden – het zevenstippelig lieveheersbeestje is het meest gezien. Het zeldzame vierentwintigstippelig lieveheersbeestje eenmaal, deze is afhankelijk van inheemse kruiden zoals koekoeksbloemen.
Wat inhoudt dat akkerranden granen en inheemse kruiden moeten bevatten die nectar en zaden kunnen leveren voor insecten en vogels, maar daarnaast ook gefaseerd - dus in gedeelten - beheerd moeten worden. Om zo altijd voedsel en schuilgelegenheid te kunnen garanderen. Het laten overwinteren van insecten in akkerranden zorgt ervoor dat de insectenpopulatie zich kan handhaven en verder uit kan groeien.
Ondanks de regenachtige zomer, zijn hier maar liefst 351 verschillende soorten waargenomen. Onder andere 8 verschillende soorten lieveheersbeestjes, 24 soorten zweefvliegen, 5 soorten hommels en 10 soorten libellen en juffers.
Landkaartje - een van de meest gevonden dagvlinders in dit project. Het schaarse bruin blauwtje is meerdere keren gezien, slechts in een van de akkerranden. Kleine ooievaarsbek en gewone reigersbek zijn waardplanten voor dit blauwtje.
Een van de conclusies van Thijs Willems luidt dan ook dat de onderzochte akkerranden van belang zijn voor de meer algemene insectensoorten. En dat deze randen hiermee een verrijking vormen, als aanvulling op het aanwezige netwerk van natuurgebieden. De meer zeldzame en specialistische soorten zijn grotendeels aangewezen op de natuurgebieden in de buurt.
Vooruitblik
Het project loopt door tot eind 2025, waarbij de zaadmengsels verder geoptimaliseerd worden. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is om zaadmengsels lokaal te vermeerderen, wat de circulaire economie bevordert en kostenbesparingen kan opleveren. De partners van het project kijken uit naar de verdere uitvoering. Hopen op een succesvolle opschaling, die zowel de natuur als de landbouw in de IJsselvallei versterken.
Hommels – akkerhommel, top 3 meest gevonden soort hommel in de akkeranden. De zeldzame veenhommel is eenmaal aangetroffen. Waarschijnlijk omdat in oktober in deze akkerrand nog nectarplanten stonden te bloeien.
Samenwerking voor duurzaam landschap
Het project ‘IJsselvallei Akkerrandenmengsels’ maakt deel uit van bredere initiatieven, zoals het Masterplan IJsselvallei en het project Landschapsimpuls brongebied Grote Wetering. In samenwerking met lokale boeren en natuurbeheerders werken we aan een toekomstbestendig landschap waarin natuur en landbouw hand in hand gaan. Het gebruik van gebiedseigen mengsels speelt hierbij een sleutelrol in het versterken van de biodiversiteit en het versterken van de biodiversiteit en de ecologische veerkracht van de regio.
Daarnaast sluit het project goed aan bij Praktijknetwerk Toekomstgerichte Telen, waar boeren samenwerken en kennis uitwisselen over duurzame teeltmethoden. Dit netwerk richt zich op gewassen die passen bij een duurzame bedrijfsvoering, zonder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, en die specifiek geschikt zijn voor de lokale bodem en passen in de regio.
Bruinrode heidelibel – de meest waargenomen libellesoort in de akkerranden. En onder de sprinkhanen en de krekels was de bruine sprinkhaan de meest gevonden soort.
Tips voor je eigen tuin?
Wil je een mooie bloementuin waar vlinders en bijen lekker veel nectar en stuifmeel kunnen vinden? Kies dan voor inheemse en biologische planten en help de bijen en vlinders. Boswachter Mathiska legt uit waarom het bij de ene plant gonst van insecten en het bij de andere maar een stille boel blijft.