Ontmoeting met grazers in de natuur
In verschillende gebieden van Natuurmonumenten lopen grote of kleine grazers rond. Ze leveren een waardevolle bijdrage aan het natuurlijk beheer van de natuur. Tijdens je bezoek aan een natuurgebied kun je deze grazers tegenkomen – waar moet je dan op letten?
Begrazing met schapen, geiten, paarden of runderen is voor veel natuurgebieden onmisbaar. Met hun graaswerk zorgen ze ervoor dat het landschap open en gevarieerd blijft. Want hoe gevarieerder het landschap, hoe meer vogels, vlinders en planten zich er thuis voelen. Door deze natuurlijke manier van beheer kan de natuur zoveel mogelijk haar gang gaan.
Bij het begrazen van natuurgebieden kiest Natuurmonumenten voor het type grazer dat het best past bij het gebied en de bezoekers. Iedere soort grazers heeft zijn eigen graaspatroon en voedselvoorkeur. Daarom zie je vaak een combinatie van verschillende soorten grazers. In een kleinschalig landschap zoals in Limburg grazen lokale mergellandschapen. In het Drents Friese Woud, een groot robuust natuurgebied, graast bijvoorbeeld een kudde Sayaguesa runderen.
In verschillende gebieden van Natuurmonumenten kun je tijdens je bezoek deze grote en kleine grazers tegenkomen. Ze lopen er vrij rond en kunnen zomaar op jouw route staan. Waar moet je dan op letten?
Wat doe je als je grote grazers tegenkomt?
Onze grazers lopen vrij in een natuurlijke, wilde omgeving. Ze zijn rustig, maar niet tam. Ze kunnen soms onvoorspelbaar reageren. Je bent van harte welkom om hen te bewonderen in hun eigen leefgebied. Het is dan wel belangrijk dat je je op de juiste manier gedraagt.
- Volg de toegangsregels op de terreinborden. Blijf op de paden.
- Als een hond in het begrazingsgebied is toegestaan, houdt die dan kort aangelijnd.
- Houd minimaal 25 meter afstand tot de grazers en doorkruis een kudde nooit. Dit geldt ook voor je hond. Liggen of staan er grazers op het pad? Kijk of je er in een grote boog omheen kunt, desnoods ga je even van het pad af.
- Voer en aai de dieren niet. Daardoor worden ze opdringerig en moeten ze verwijderd worden.
NB. In alle situaties geldt: vertrouw je het niet, of kun je er écht niet langs en ook niet met een boogje eromheen, ga dan terug en volg een andere route.
Wat doe je als je een schaapskudde met kuddebeschermingshonden tegenkomt?
In een aantal gebieden grazen schapen, onder toeziend oog van een herder. Veel van deze schaapskuddes worden sinds de komst van de wolf beschermd door speciale kuddebeschermingshonden. Deze grote honden hebben een andere rol dan hoedhonden, die helpen met het hoeden en drijven van schapen. Kuddebeschermingshonden beschermen de kudde en schrikken wolven af. De honden lopen meestal los in de kudde en doen zelfstandig hun werk. Ze weten welke dieren ‘van hen’ zijn en welke niet. Als ze een wolf opmerken, blaffen ze hard om aan te geven dat dat de wolf beter uit de buurt kan blijven. Ze blijven ook ’s nachts in de kraal om de schapen te beschermen tegen eventuele aanvallen van de wolf.
Kuddebeschermingshonden zijn werkhonden, geen familiehonden. Ze kunnen niet geaaid of benaderd worden door vreemden en blaffen hard bij bedreigende situaties. Het is belangrijk dat je zelf kalm blijft en je rustig en op de juiste manier gedraagt.
- Volg de toegangsregels op de terreinborden. Blijf op de paden.
- Houd 25 meter afstand van de kudde en alle honden die erbij horen.
- Houd je hond kort aangelijnd en stop het blaffen.
- Fietsers en ruiters pas je snelheid aan of stap af en ga lopend verder.
- Maak geen contact met de honden en loop rustig door.
- Volg de aanwijzingen van de herder.
NB. Als je paard of je hond te angstig of gestrest is door de ontmoeting, ga dan terug.