Op zoek naar de kleinste bosdieren
In het bos wonen heel veel dieren. Je bent vast wel eens een eekhoorn tegengekomen of misschien wel een ree of een wild zwijn. Spannend! Maar wist je ook dat er veel hele kleine dieren in het bos wonen? Kevers, pissebedden, mieren; de bodem krioelt van de bosdieren! Met een zeef kun je ze goed bekijken.
Op de bodem en rondom bomen in het bos groeit en bloeit van alles. Dode bladeren en dood hout van omgevallen bomen en takken zijn een favoriete plek voor heel veel insecten. Til wat bladeren en takken op en je ziet het krioelen van de insecten zoals pissebedden, mieren en kevers. Ze gebruiken het dode hout als voeding, verstoppen er hun larven in of gebruiken het als nestmateriaal. In een oud beukenbos kunnen meer dan 300 soorten kevers voorkomen die eten van het hout!
Bosdieren onderzoeken in een zeef
Wil je deze kleine bosbewoners eens goed bekijken? Neem dan een zeef mee het bos in. Schep je zeef vol met aarde van de bosbodem en schud de zeef voorzichtig. Als het goed is, blijven nu alleen de grote dingen in je zeef achter. En kijk eens goed, kruipen er ook wat diertjes rond in je zeef? Welke zie je allemaal? Tip: neem een loep mee om ze nog beter te bekijken.
Zet de diertjes na afloop voorzichtig weer op de grond.
Met het kriebelpaspoort (pdf) leer je nog meer over deze kleine bosbewoners.