Jaarverslag 2020: Stikstof, landbouw en natuur
De natuur in Nederland staat nog altijd onder druk van ontwatering, versnippering en gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ook de veel te zware belasting van stikstof uit landbouw, verkeer, industrie en andere bronnen veroorzaakt veel schade. Natuurmonumenten heeft zich in 2020 ingezet voor een beter beleid en een betere wetgeving voor de bescherming van de natuur.
Zo gaven we advies aan de Commissie Remkes, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies en politici. Dit heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de Wet Stikstofreductie en Natuurherstel. Deze wet houdt in dat de stikstoflast in 2035 gehalveerd wordt en dat er de komende tien jaar 2,85 miljard euro wordt geïnvesteerd in natuurherstel. Dit zijn belangrijke stappen in de goede richting, maar wij zijn met name bezorgd dat dit beleid onvoldoende voortvarend en verplichtend wordt uitgevoerd. We dringen er bij Rijk en Provincies op aan dit met kracht en in goede samenwerking aan te pakken.
Natuurmonumenten beheert ruim 100.000 hectare natuur in Nederland. Om de natuur te beschermen en te versterken, kijken we niet alleen naar onze eigen natuurgebieden. Ruim 60 procent van het landoppervlak is in gebruik bij boerenbedrijven. Daar is dan ook de grootste winst te boeken bij het herstel van de biodiversiteit. Dat kan alleen in samenwerking met de boeren. Daarvoor heeft Natuurmonumenten het programma ‘Van Pachter naar Partner’ opgezet.
De beheereenheden werken meer en meer samen met hun pachters aan natuurbeheer. Daarnaast heeft Natuurmonumenten samen met Wij.land in het westelijk veenweidegebied een project opgezet om het bodemleven te verbeteren en een groter areaal kruidenrijk grasland te creëren. Beide doelen zorgen voor meer biodiversiteit en een betere gezondheid van het vee. Diverse boeren bij de Oostelijke Vechtplassen hebben daarnaast maatregelen genomen voor het vergroten van biodiversiteit op hun erven. Ze plaatsten insectenhotels en egelkasten, plantten hagen en fruitbomen, zaaiden bloemenranden in en pasten het waterbeheer aan ten behoeve van weidevogels.
Om de keten tussen boer en consument korter te maken, werkt Natuurmonumenten bij Rotterdam en bij Loenen (Gld) mee aan coöperaties die een Herenboerderij hebben opgezet. Een Herenboerderij is een duurzaam en kleinschalig opererend gemengd bedrijf. De Herenboerderij wordt dagelijks gerund door een boer of boerin die in loondienst werkt bij de coöperatie. De leden van de coöperatie investeren eenmalig in de oprichting van het bedrijf en delen vervolgens de kosten. Daarvoor krijgen ze wekelijks een pakket groenten, zuivel en vlees.
Een eerlijke prijs voor een goed product met respect voor natuur en landschap, daar draait het ook om in ‘Rotterdam de boer op!’. Samen met een unieke en veelzijdige coalitie van in totaal 19 partners gaan we, van boer tot het Rotterdamse bord, zorgen voor meer biodiversiteit op het Rotterdams platteland.
Dit doen we door met (online) supermarkten en lokale initiatieven te zorgen voor meer aanbod van regionale en duurzame producten in de stad. Boeren en andere ondernemers die willen overstappen naar natuurinclusieve landbouw of willen bijdragen aan het verkorten van de voedselketen, ondersteunen we met een nieuw fonds. En om de Rotterdammer meer te betrekken bij het platteland komen er voedselbossen en publieksboerderijen. Natuurmonumenten is initiatiefnemer en trekker van dit project, waaraan boeren, ketenpartijen, retailers, financiële instellingen, natuurorganisaties, kennisinstituten en (lokale) ondernemers meedoen. In februari 2021 is bekend geworden dat de Nationale Postcode Loterij een bijdrage van 5 miljoen euro uit het Droomfonds toekent en we een start kunnen maken met het ambitieuze droomproject ‘Rotterdam de boer op!’.
Het programma ‘Van pachter naar partner’ kreeg op Schiermonnikoog vorm door het besluit van de zeven melkveehouders om het roer om te gooien. Samen met Natuurmonumenten gaan ze de biodiversiteit op hun bedrijven verbeteren en bijdragen aan het beheer van de natuur op het eiland. De boeren verkleinen hun melkveestapel met 35 procent, schakelen over op een biologische bedrijfsvoering en gaan een deel van hun melk zelf verwerken tot kaas. Er komt een inrichting die al het organisch materiaal uit natuurbeheer en huishoudens verwerkt. Zo gaat deze invulling van het partnerschap verder dan het verminderen van het stikstofoverschot.
Naast de intensivering van de samenwerking met de eigen pachters willen we ook de rest van de agrarische sector ertoe bewegen zich meer in te zetten voor de biodiversiteit. Daarom is de samenwerking gezocht met zuivelconcern FrieslandCampina dat met het keurmerk On the Way to PlanetProof werkt aan een duurzamere melkveehouderij. Deelnemende boeren krijgen een hogere prijs voor hun melk als ze inspanningen leveren voor het welzijn van hun koeien, voor de natuur en voor het klimaat. Bijna alle Campina-producten worden nu onder dit keurmerk gemaakt.