Lynx
De lynx komt niet voor in Nederland, maar is in de landen om ons heen wel met een opmars bezig. Het is goed mogelijk dat dit indrukwekkende roofdier in de nabije toekomst onze grens oversteekt.
De wolf is al teruggekeerd, net als de wilde kat. Ook de goudjakhals is in Nederland gezien. Is de lynx het volgende grote roofdier dat we in Nederland kunnen verwachten? Voorlopig blijft het bij een enkel gerucht, in Limburg en Overijssel, maar echt bewijs ontbreekt.
Dichterbij
Toch lijkt het dier wel steeds dichterbij te komen. In 2018 werd vermoedelijk een lynx gefilmd in de Voerstreek, net onder Zuid-Limburg. De beelden zijn iets te wazig voor hard bewijs, maar doen sterk aan een lynx denken. Een onomstotelijke waarneming van een wilde lynx in België komt uit de zuidelijke Ardennen, waar een lynx in de Semoisvallei in 2020 meerdere malen op een wildcamera werd gefotografeerd. Het jaar daarop werd opnieuw een lynx gefilmd in dezelfde omgeving. Ook op de Lüneburger Heide in Duitsland is de lynx waargenomen. In 2019 verscheen een exemplaar op beeld van een wildcamera.
De waarnemingen bewijzen dat de lynx in staat is grote afstanden af te leggen, op zoek naar nieuwe leefgebieden. Pas honderden kilometers van de Nederlandse grens vinden we in Duitsland leefgebieden van de lynx met een vaste populatie, in de Harz en het Paltzerwoud. Daar werd het dier met succes opnieuw uitgezet, in de periode 2000-2006 in de Harz, in 2016-2020 in het Paltzerwoud. De populaties breiden zich langzaam uit in verschillende richtingen.
Hoe herken je een lynx?
Een lynx is een middelgrote kat (schofthoogte 65-75 cm, kop-romplengte: 80-130 cm) met een aantal typische kenmerken:
- Driehoekvormige oren met zwarte pluimen
- Lange haren op elke wang die op bakkebaarden lijken
- Ronde kop en relatief korte nek
- Dichte bruine, grijze of bruingrijze vacht, soms gevlekt
- Korte staart met zwart uiteinde
- Zeer lange poten, vooral de achterpoten
- Brede kussentjes onder de voeten
Leefwijze
Lynxen zie je niet snel; ze staan bekend als erg schuw en zijn vooral in de ochtend- en avondschemering actief. Ze leven het grootste deel van het jaar solitair, in hun eigen territorium dat met geur- en krabsporen wordt afgebakend. De territoria kennen wel overgangszones waarin buurgenoten vrijelijk kunnen bewegen.
Net als andere katten zijn lynxen echte carnivoren. Ze grijpen hun prooien met verrassingsaanvallen, meestal in de keel. Hoefdieren vormen vaak het hoofdvoedsel. Vooral reeën zijn favoriet, maar ook jonge herten en zwijnen staan op het menu. Dat is voedsel voor meerdere dagen. Tussen het eten door dekken ze hun prooi af met plantresten. Daarnaast eten ze ook knaagdieren, vogels en soms een vos of kat.
Aan het einde van de winter breekt de paartijd aan. Een vrouwtje en mannetje leven dan vaak enkele dagen innig samen. Na de paring vertrekt het mannetje en bevalt het vrouwtje zo'n acht weten later in een schuilplaats. De welpen, meestal twee tot vier stuks, leven ongeveer een jaar bij hun moeder.
Aanwinst
Het zou wat zijn, de lynx terug in Nederland. Slagroom op de taart voor veel natuurkenners, want de lynx hoort hier van oudsher thuis en heeft een grote invloed op het ecosysteem. De graasdruk van reeën en mogelijk damherten zal veranderen; ze zullen zich meer verplaatsen waardoor boompjes en struiken op bepaalde plekken beter tot ontwikkeling komen. Op andere plekken worden juist meer geknabbeld. Hetzelfde geldt voor zwijnen. Die zullen zich meer verplaatsen en op andere plekken wroeten, waardoor nieuwe bomen kunnen ontkiemen.
Ook op roofdieren zoals vossen heeft de lynx invloed. Deze concurrenten worden weggejaagd of zelfs gedood, wat plaatselijk van invloed is op de muizenstand. En de lynx stelt hoge eisen aan zijn leefomgeving. Grote, gevarieerde bossen die door bosrijke corridors met elkaar verbonden zijn. Daar profiteren talrijke andere dieren van.
Kansen in Nederland
De kans dat de lynx zich permanent in Nederland vestigt, achten onderzoekers voorlopig erg klein. De populaties in de Harz en het Paltserwoud liggen honderden kilometers ver weg en de tussenliggende gebieden zijn dichtbebouwd en kennen veel barrières zoals rivieren en (snel)wegen. Daarnaast heeft de lynx een groot territorium nodig (volgens schattingen zeker 100 km²) met voldoende bos. Bos dat aan bepaalde voorwaarden moet voldoen, zoals veel ondergroei, maar ook open plekken. En rust, de lynx mijdt drukte in het bos. Stedelijke gebieden worden ook gemeden, al trekken lynxen er incidenteel wel doorheen.
Volgens een onderzoeksrapport van Julian Michiels en Jefta Leeuwis in opdracht van ARK Natuurontwikkeling en in samenwerking met de Zoogdiervereniging, biedt Nederland wel geschikt leefgebied, met name op de Veluwe (oppervlakte circa 900 km²). Bosgebieden op grens van Noord-Brabant en België kunnen in potentie een habitat bieden aan tenminste één lynx. Bosgebieden in onze grensstreken kunnen in de toekomst ook als verbindingsgebied functioneren, bijvoorbeeld tussen de Veluwe en Duitse leefgebieden. Om de kans van lynxen in onze natuur te vergroten zijn wel meer groene verbindingszones nodig met veel bos. Iets waar veel andere diersoorten ook baat bij hebben.