Hermelijn
Huppelend steekt hij de weg over, vlak voor je langs, om met een duik de berm in te verdwijnen. Met zijn mooie koppie en het lange, slanke lijf oogt hij knuffelbaar en lief. Tegelijkertijd is het een o zo goede jager! Lees hier alles over de hermelijn: kenmerken, verspreiding, leefwijze en bescherming.
Hoe herken je de hermelijn?
De hermelijn (Mustela erminea) is een zoogdier en behoort tot de familie van de marterachtigen. Met een zomer- en wintervacht is het goed opletten geblazen om niet in verwarring te komen. Zomers is de vacht roodbruin en ’s winters helemaal wit op het zwarte staartpuntje na. In warmere gebieden wordt de wintervacht trouwens niet helemaal wit. Nederland ligt precies in het overgangsgebied, waardoor je in de winter zowel witte als deels bruine hermelijnen ziet.
Kenmerken
- Zwart staartpuntje
- In de zomer een grijs- of beigebruine rug en geelwitte buik
- Strakke en rechte scheiding tussen het lichte en donkergekleurde deel. Dit onderscheidt de hermelijn van zijn kleinere neef de wezel, waarbij de scheidslijn tussen licht en donker kronkelig is.
- Lengte 16-30 centimeter
- Gewicht 140-450 gram
Waar komt de hermelijn voor?
Bij de hermelijn kunnen we beter de vraag stellen: waar komt hij níét voor? Op de Waddeneilanden, Texel uitgezonderd, vind je de hermelijn niet. Maar verder leeft hij in alle delen van ons land. Kieskeurig is hij niet. Van bossen en duinen tot akkers en heide, alles vindt hij prima. Het enige wat van belang is, is dat er voldoende schuilgelegenheid is.
Hoe leeft de hermelijn?
Het is een zeer actief dier dat zowel overdag als ’s nachts op pad is, op zoek naar voedsel. Maar liefst een kwart van zijn eigen lichaamsgewicht verorbert hij dagelijks. Vleeseter als hij is, jaagt hij het liefst op kleine zoogdieren als ratten, konijnen en woelmuizen. Maar ook vogels en eieren lust hij wel, als hij de kans krijgt. Hij is zo’n goede jager dat hij ook best grotere prooien dan hemzelf aan kan. Met een behendige sprong en een beet in de nek is het slachtoffer er geweest.
Voortplanting
In mei en juni is het paartijd. De man zoekt meerdere vrouwtjes om te bevruchten, waarna elk vrouwtje zijn donatie maar liefst 280 dagen bij zich draagt. Pas in maart het jaar erop beginnen de jongen te groeien in haar buik om 20 tot 28 dagen later ter wereld te komen. Vier tot acht jonkies krijgt ze per keer. Als deze vier weken oud zijn krijgen ze hun eerste hapje vlees en na twaalf weken zijn het zelfstandige jagers.
Bescherming
Boswachter Bart Zwiers van Natuurmonumenten werkt in Groningen en Drenthe, waar hij nu en dan het geluk heeft een hermelijn te treffen.
“Hermelijnen komen op veel plekken in het land voor, maar je krijgt ze niet altijd zomaar te zien. In het Dal van de Ruiten Aa en in De Onlanden zie ik ze wel met enige regelmaat langs de fiets- en wandelpaden. Met hun speelse gedrag hebben de hermelijnen vaak niet door dat er mensen in de buurt zijn en dan kun je ze ongemerkt bespieden.
Doordat ze in zoveel verschillende terreinen voorkomen, zijn speciale beschermingsmaatregelen niet nodig. Weliswaar kennen ze gevaren, zoals het verkeer, ziektes en natuurlijke vijanden als vos en uil, maar vooralsnog gaat het goed met de hermelijn in Nederland.”
Kijktip
Kom wandelen in het Dal van de Ruiten Aa of fietsen in De Onlanden en wie weet sta je oog in oog met een hermelijn: