Haas
Reusachtig lange oren en grote goudbruine ogen, dat is niet te missen: een haas! Vooral in de vroege ochtend of in de avondschemering goed te spotten in het veld. En in het voorjaar is het extra spektakel, met rammelende hazen. Lees hier alles over de haas: herkenning, leefwijze, verspreiding en bescherming.
Hoe herken je een haas?
Haas of konijn? Dat valt nog niet altijd mee om meteen te bepalen. Allebei zoogdieren die tot de haasachtigen behoren, allebei pluizig met lange oren. En toch zijn er belangrijke verschillen, waarbij het formaat het duidelijkst is. Alles aan een haas (Lepus europaeus) is groter dan bij een konijn (Oryctolagus cuniculus). Grotere oren, langere poten en een forser lijf. Andere kenmerken van de haas zijn:
- Zwarte oorpunten
- Oren 9 tot 12 centimeter lang
- Amberkleurige ogen
- Weegt 3 tot 5 kg
- Leeft vooral solitair, behalve in de paartijd
Waar komt de haas voor?
De haas heet niet voor niks ook wel Europese haas. Je vindt hem in heel Europa, behalve in IJsland en het noorden van Scandinavië. In Nederland voelt de haas zich vooral in akkers en weilanden thuis, te vinden door ons hele land. Denk aan bietenvelden, graanakkers, braakliggende velden of graslanden. Maar ook op kwelders, in open bossen of heidevelden heb je kans dit mooie dier te treffen.
Tips:
- Wandelroute Haas in de Ossendrechtse duinen, mét kans op hazen spotten natuurlijk.
- Fietsroute langs de hazen op landgoed Haarzuilens
- Wandelroute door de weilanden van Eemland
Hoe leeft de haas?
Een haas zie je wel eens overdag, maar wie de meeste hazen wil tellen moet er ’s nachts bij zijn. In het donker waant de haas zich veilig en legt hij kilometers af om te grazen. Overdag ligt hij te rusten in zijn zogenaamde ‘leger’, een ondiep kuiltje op een beschutte plek.
Hij is een einzelgänger, behalve in de paartijd. Dan is het tijd om te ‘rammelen’, ofwel: rennen en knokken met je buren. Zo zie je in het voorjaar groepen van 10 tot 30 of zelfs meer hazen bij elkaar, allemaal rennend over het veld, gewoon overdag.
Per jaar krijgt een hazenvrouwtje, de ‘moer’ genoemd, maar liefst vier keer jongen. Alles bij elkaar gemiddeld 11 jonge haasjes, geboren tussen eind januari en oktober. De sterfte is helaas wel erg hoog, van al die jongen overleeft er meestal maar 1 of 2. Dat er zoveel jonge hazen niet hun eerste levensjaar halen, heeft voor een belangrijk deel te maken met de intensivering van de landbouw (vaker maaien bijvoorbeeld), ongelukken met landbouwmachines en de schaalvergroting, waardoor er minder randen zijn voor beschutting.
Voedsel
De haas is een kleine grazer met alleen maar planten op het menu. In natuurgebieden heel gewenst, in akkers soms wat minder populair. Zijn er te weinig kruiden en grassen om te grazen, dan komen ook akkergewassen in beeld, zoals mais, granen of aardappelen. In de zomer eet de haas liefst kruiden en in de winter vooral gras.
Bescherming
Jan Roodhart is boswachter in de beheereenheid Utrecht, waar hij geniet van de groepen hazen in het voorjaar.
“In het vroege voorjaar, zo tussen februari en april, rammelen de hazen. Dan ‘boksen’ de mannetjes met elkaar om de vrouwtjes. Ze slaan elkaar met hun voorpoten, prachtig om te zien! Bij ons in de beheereenheid heb je soms wel groepen van 10 tot 20 hazen bij elkaar, in het voorjaar. Maar ook de rest van het jaar zijn het mooie dieren om te zien, met die goudbruine ogen en grote oren, rechtop en alert zodra ze je in de gaten krijgen.
We moeten niet alleen zuinig op ze zijn vanwege hun schoonheid, maar ook omdat het belangrijke grazers zijn in onze natuurgebieden. Belangrijke bedreigingen van hazen zijn ziekten (zoals EBHS - European Brown Hare Syndrome), het verkeer en de landbouw.
Als Natuurmonumenten zetten we ons in om alle dieren die het moeten hebben van akkers en weilanden te beschermen. Dit doen we onder meer door samen te werken met boeren, te lobbyen in de politiek en burgers op te roepen een steentje bij te dragen. En laten we hopen dat we in de toekomst nog steeds van die mooie, rammelende hazen in onze gebieden kunnen genieten!”
Weetjes
- Zo snel als een haas: op topsnelheid kan een haas tot wel 65 km per uur halen. Elke nacht legt hij zo vele kilometers af.
- Om niets te verspillen eet de haas zijn eigen keutels op... Daar zitten nog waardevolle stoffen in, zoals vitamine B12. Coprofagie noemen we dat. Konijnen doen dat trouwens ook.
- De haas wisselt twee keer per jaar van vacht. In de lente verruilt hij zijn rossige wintervacht voor een zomers kleed, lichter van kleur. En in de herfst precies andersom.