Biodiversiteit
Natuurmonumenten heeft als belangrijkste doelstelling het beschermen van natuur en landschap. Gebieden die belangrijk zijn voor bepaalde planten en dieren, moeten veilig worden gesteld om zo de biodiversiteit te herstellen en behouden.
Biodiversiteit en ecosystemen
Biodiversiteit is de enorme variatie in het leven, van bacterie tot regenwoud. Maar het gaat niet alleen over het aantal verschillende soorten planten, dieren en schimmels. Het gaat ook over de hoeveelheid individuen van een plant- of diersoort. Al die verschillende planten, dieren en schimmels leven met elkaar samen in wat we een ecosysteem noemen. Als de biodiversiteit hoger is, is het ecosysteem robuuster en kunnen planten en dieren er gemakkelijker overleven. En een robuust ecosysteem kan zich beter aanpassen aan bijvoorbeeld de klimaatverandering. Robuuste ecosystemen zijn ook van belang voor de mens. Ons leven en onze economie is afhankelijk van natuurlijke bronnen: voedsel, hout, mineralen, water en medicijnen komen allemaal uit de natuur. Een biodivers ecosysteem helpt bovendien bij het voorkomen van ziekten en plagen die schade kunnen toebrengen aan deze natuurlijke bronnen.
Als het slecht gaat met de biodiversiteit (rijkdom aan planten en dieren), raakt dat niet alleen planten en dieren, maar ook de mens. Biodiversiteit is noodzakelijk voor ons voortbestaan. Wereldwijd worden een half tot 1 miljoen plant- en diersoorten met uitsterven bedreigd. Die sterke afname wordt voor een groot deel veroorzaakt door de mens. Intensieve landbouw, ontbossing, vervuiling, overbevissing, industrie, bebouwing, infrastructuur en klimaatverandering zorgen ervoor dat we verkeren in een wereldwijde biodiversiteitscrisis. Nergens in Europa gaat het zo slecht met de biodiversiteit als in Nederland.
Snelle afname biodiversiteit in Nederland
In Nederland liep de biodiversiteit in de vorige eeuw veel sneller en sterker terug dan in de rest van Europa. Plant- en diersoorten namen af in aantallen soorten en individuen. Steeds meer plant- en diersoorten belanden op de zogenaamde ‘Rode Lijst van bedreigde soorten’.
Veel van deze soorten gaan nog steeds onverminderd achteruit. Daarbij zitten veel voor ons land karakteristieke soorten, waardoor we een grote verantwoordelijkheid hebben voor hun behoud. Sommige soorten komen vrijwel alleen in ons land voor, zoals de Noordse woelmuis of de grote vuurvlinder. Voor sommige soorten is de Nederland delta als bijzondere ‘schakel’ van groot belang, zoals voor trekvogels als de grutto. Daarom heeft Nederland een belangrijke taak, ook in Europa, om zich in te zetten voor behoud van de biodiversiteit.
Meer ruimte voor natuur in Nederland
Natuurmonumenten maakt zich grote zorgen over de achteruitgang van de biodiversiteit. Natuur heeft in Nederland beperkt de ruimte. Om die internationaal bedreigde natuur te beschermen heeft de Nederlandse overheid in opdracht van Europa aan ruim 160 natuurgebieden in ons land een bijzondere beschermingsstatus toegewezen: Natura 2000. Bescherming van deze natuurgebieden is van groot belang, maar als we de achteruitgang van biodiversiteit willen stoppen, is meer nodig.
Onlangs heeft Nederland zich gecommitteerd aan 30% beschermd landoppervlak in 2030, maar om dat doel te realiseren is nog veel politieke daadkracht nodig. We zijn nu nog bezig om oude doelen te realiseren. Zo werd in 1990 besloten om in Nederland de ‘Ecologische hoofdstructuur’ te realiseren: een netwerk van onderling verbonden natuurgebieden. Die ambitie werd in 2013 teruggebracht tot een veel bescheidener plan; het Natuurnetwerk Nederland. De realisatie van dit ‘uitgeklede’ natuurnetwerk loopt fors achter op schema. Het lukt in Nederland, kortom, nog niet eens om verouderde doelen te halen, terwijl we weten dat er nóg meer nodig is.
Om die grote ambities te realiseren moet natuur een zaak van ons allemaal worden. Ecologie en economie moeten beter op elkaar aansluiten. Wanneer we de waarde van onze biodiversiteit (er)kennen is het versterken ervan een logische keuze. Soms is het inzichtelijk om dat in economische waarde uit te drukken. Zo is alleen al de rol van bijen bij bestuiving van land- en tuinbouwgewassen goed voor een bijdrage van één miljard euro per jaar aan de Nederlandse economie. Ruimte voor natuur is vaak goed te combineren met andere opgaven in het buitengebied, zoals het behalen van klimaatdoelen of waterveiligheid. Denk aan het aanplanten van nieuwe bossen – hiermee realiseren we enerzijds meer natuur en leggen we tegelijkertijd meer CO2 vast. Of klimaatbuffers: gebieden waar de natuur water kan opvangen en vasthouden, waar het water kan wegzakken of op natuurlijke wijze kan wegvloeien. Hierdoor groeien ze mee met klimaatverandering. Ze maken Nederland veiliger, mooier én dragen bij aan herstel van natuur en biodiversiteit.
Natuurmonumenten zet zich op verschillende manieren in om het biodiversiteitverlies tegen te gaan. Natuurmonumenten koopt en beheert gebieden die onderdeel vormen van het grotere natuurnetwerk. Maar we kunnen het niet alleen, en dus dringen we er bij de minister, Tweede Kamer en Provincies op aan om er alles aan te doen om het Natuurnetwerk Nederland voor 2027 af te ronden, zoals afgesproken.
Dat het verbinden en vergroten van de natuur helpt bij herstel van de biodiversiteit, maken diverse voorbeelden duidelijk. De otter is na 30 jaar weer gesignaleerd in de Vechtplassen. In de Zwaakse Weel (Zuid-Beveland) keren zeldzame vogels zoals het baardmannetje en de kleine karekiet weer terug. Het Natuurnetwerk Nederland is nodig om de afname van biodiversiteit te kunnen stoppen, maar dat is uiteindelijk slechts 17 procent van ons landoppervlak. Om de biodiversiteit te herstellen en te versterken is het absoluut noodzakelijk dat planten en dieren ook buiten beschermde natuurgebieden weer meer leefruimte krijgen.
Samenwerken met de buren
Natuurmonumenten kijkt voor de bescherming van gebieden en de daarin levende planten en dieren verder dan onze natuurgebieden alleen. De natuur begint bij ieders voordeur, als we haar de ruimte geven. Tegelijkertijd zien we dat ruimte schaars is en dat er steeds minder regie op gebruik van die ruimte is vanuit de overheid. Bovendien heeft wat er gebeurt buiten natuurgebieden vaak negatieve impact op die natuurgebieden zelf. De afname in biodiversiteit wordt in ons land voor een belangrijk deel veroorzaakt door intensivering en schaalvergroting in de landbouw. Denk aan het intensieve gebruik van pesticiden, onttrekking van grondwater of de uitstoot van stikstof. Daarom pleiten we voor een inrichting van ons landschap die natuurinclusief is en werken we samen met andere ruimtegebruikers: boeren, bouwers, waterschappen, milieuorganisaties. Met hen werken we aan schone lucht, zuiver water en een gezonde bodem. Dat is nodig voor de natuur en voor de gezondheid van mensen. We pionieren en polderen: soms heel concreet in een gebied zoals bijvoorbeeld bij Rotterdam de Boer op, en soms om beleid- en regelgeving te veranderen. Altijd met als doel de biodiversiteit in Nederland te versterken.