Natuurorganisaties zwaar teleurgesteld over groen licht Raad van State Blankenburgtunnel
De Raad van State heeft bepaald dat de Blankenburgtunnel aangelegd mag worden. Diverse natuur- en bewonersorganisaties waaronder Natuurmonumenten, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland en de Midden-Delfland Vereniging hadden beroep aangetekend tegen de aanleg van deze snelweg. De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat het besluit om de weg aan te leggen op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. De groene organisaties zijn erg teleurgesteld, omdat door de aanleg van de zesbaansweg natuur, landschap en recreatie van Midden-Delfland ernstig worden aangetast.
Grote aantasting leefmilieu
De organisaties verzetten zich jarenlang fel tegen de aanleg van de snelweg, omdat de Blankenburgtunnel de leefomgeving van omwonenden aantast door luchtvervuiling en beschadiging van het landschap van Midden-Delfland, de groene long van twee miljoen Randstedelingen. Bovendien doorkruist de snelweg het natuurgebied De Rietputten. Hier leven diverse zeldzame vogelsoorten zoals de roerdomp en broedt een van de grootste populaties baardmannetjes van West-Nederland. Nu de weg er komt, zullen deze soorten hier vrijwel zeker verdwijnen. Daarnaast bleek uit een doorrekening die de organisaties in 2016 lieten maken dat het fileprobleem dat de Blankenburgtunnel op moet lossen veel kleiner is dan het ministerie van Infrastructuur & Milieu veronderstelt. “De Blankenburgtunnel lost niets op, maar maakt wel veel kapot. Het is dus erg zuur dat zo’n onverstandig besluit juridisch wel in orde blijkt te zijn en de weg daarom aangelegd mag worden”, aldus campagneleidster Susanne Kuijpers van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland namens de organisaties.
Aanleg nu onontkoombaar
Met de uitspraak van de Raad van State zijn er voor het ministerie van Infrastructuur & Milieu geen verdere juridische barrières van betekenis meer om de weg aan te leggen. De natuur- en landschapsorganisaties verwachten dus dat de aanleg nu op korte termijn van start zal gaan. Zij hopen dat het ministerie en de uitvoerende aannemer bij deze forse ingreep overlast voor omwonenden en plant- en diersoorten tot een minimum beperken. En dat bij eventuele toekomstige plannen om de bereikbaarheid te verbeteren zorgvuldiger wordt omgegaan met de leefomgeving van omwonenden, natuur en landschap.